archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
De gesel van de groep Willem Minderhout

0914BS Samira
1 – De ene of de andere kudde?

Ik schrijf dit stukje de dag nadat Galatasaray ten koste van Fenerbahce kampioen van Turkije is geworden. In de Haagse Schilderswijk werd dit massaal – en niet geheel zonder overlast te veroorzaken – gevierd door Turkse Hagenaars. 1) De feestvierders geven er blijk van de Tebbitt-test nog niet te doorstaan. De Britse conservatief Norman Tebbitt beweerde ooit dat je de mate van integratie kon afmeten aan de mate waarin etnische minderheden achter het Britse cricketteam stonden. Zodra Turkse Hagenaars niet voor Galataseray, maar voor ADO of Oranje, de straat opgaan is de integratie dus geslaagd: de ene groepsnorm verruild voor de andere.

Schiet je daar wat mee op? Het lijkt me niet. Je ruilt gewoon de ene kudde in voor de andere. Hoe lastig het is je eigen weg te vinden los van de kudde werd me weer eens duidelijk na het lezen van het nieuwste boek van Samira Bouchibti en na het bijwonen van een lezing van Sayed Kashua.

2 - Samira Bouchibti

Onlangs presenteerde Samira Bouchibti haar tweede boek: De Islam de Moslims en Ik.
In haar eerste boek, De Moslim bestaat niet, (waarover ik haar voor de Leunstoel interviewde 2) schetste Samira portretten van een aantal moslims dat zeer uiteenlopende opvattingen had over de betekenis van het geloof voor het dagelijks leven. Zijzelf bleef in dat boek nadrukkelijk op de achtergrond. Dat perspectief is in haar nieuwe boek 180 graden gedraaid.

In De Islam de Moslims en Ik 3) beschrijft zij de stand van zaken van ‘de multiculturele samenleving’ waarin ze haar, tamelijk pessimistische, mening niet onder stoelen of banken steekt. Ik denk dat het vooral een belangwekkend boek is voor Marokkaanse Nederlanders, want Samira houdt ze een spiegel voor die tot nadenken zou moeten stemmen. Haar aanbevelingen, onder meer de afschaffing van het bijzonder onderwijs, overtuigen minder, al was het maar vanwege de praktische uitvoerbaarheid. De insteek van iemand als Lodewijk Asscher om vooral de kwaliteit te bewaken spreekt me meer aan. Ook haar kritiek op ‘de multiculti-knuffelende PvdA’, waarvoor ze vier jaar in de Tweede Kamer zat, herken ik niet. ‘De PvdA’ bestaat net zo min als ‘de moslim’. Het zijn de leden die uiteindelijk de standpunten bepalen. Bovendien vind ik Kamerleden als Ahmed Marcouch en Khadija Arib alles behalve ‘excuus-Marokkanen’.

Voor mij is het boeiendste deel van haar boek de beschrijving van de strijd van haar moeder Roukaya Abbos voor een eigen leven. Samira beschrijft de opluchting dat ze aan de terreur van haar schoonmoeder kan ontvluchten door bij haar echtgenoot in Nederland te gaan wonen en vervolgens de worsteling met haar man om haar eigen leven in te kunnen richten. Samira’s vader is allesbehalve een huistiran, maar hij zwicht voor de druk van zijn omgeving. Uiteindelijk scheidt hij van zijn vrouw en keert terug naar Marokko.

Dit familiedrama krijgt een extra dimensie doordat de verhoudingen niet zo verziekt zijn dat ze elkaar nooit meer willen zien. Samira’s moeder is zelfs bij de dood van haar man aanwezig.

De scheiding leidde er wel toe dat moeder Abbos en haar kinderen door hun Marokkaanse vrienden- en kennissenkring aanvankelijk met de nek werden aangekeken. Geen wonder dat Samira ‘de gemeenschap’ met enige distantie heeft leren bekijken!

Uiteindelijk bleek moeder Abbos toch uit te groeien0914BS Hassayed tot een soort ‘rolmodel’. Meer en meer Marokkaanse vouwen weigerden zich te laten koeioneren en durfden zelfs het ongewisse avontuur van een echtscheiding aan te gaan.

Ik denk dat daar de belangrijkste boodschap van het boek in zit: ‘durf je eigen keuzes te maken’. Maar ze maakt ook pijnlijk duidelijk hoe moeilijk die keuze voor jezelf kan. ‘De eigen groep’ is zowel een verschrikking als een veilige haven.

Een andere complicatie in de strijd met de gesel van de groep is dat een keuze voor jezelf kan worden gezien als een ‘capitulatie voor de dominante groep’. Je wordt een ‘bounty’, je ‘verkaast’, of hoe je het ook noemen wil. Welke waarden wil je behouden? Welke laat je los? Ga er maar aanstaan.

In Nederland is die ‘overstap’ wellicht nog te overzien. Hoe anders is dat in een land dat in oorlog is met ‘je eigen soort’. Ben je dan geen verrader als je je aan de groepsnormen onttrekt?

2 – Sayed Kashua

Dit dilemma werd pijnlijk duidelijk en tegelijkertijd bijzonder nuchter en zakelijk verwoord door de Palestijns-Israëlische schrijver Sayed Kashua. Hij werd voor Writers Unlimited geïnterviewd door Hassnae Bouazza in de Haagse bibliotheek, naar aanleiding van de publicatie van zijn boek Tweede persoon enkelvoud. 4)

Sayed beschreef zijn schizofrene positie als ‘binnenlandse migrant’ van het ‘Arabische’ platteland naar het ‘Joodse’ West-Jeruzalem. Zijn ambitie is niet meer en niet minder dan een goede en succesvolle schrijver te zijn. In die ambitie is hij geslaagd: hij schrijft in het Ivriet en is ondermeer de auteur van een hele populaire sitcom op de Israëlische televisie.

Tegelijkertijd woont hij in een land waar ‘Israëlisch’ en ‘Joods’ meer en meer als synoniemen worden gebruikt. Dat is lastig als je, hoe individualistisch ook, een ‘Arabier’ bent. Heel wrang vond ik de opmerking van Sayed dat sommige Joodse Israëli’s hem met de beste bedoelingen, afraadden te ‘assimileren’ onder verwijzing naar het lot van geassimileerde Joden in Europa.

Sayed vertelde dat hij met individuele Joodse Israëli’s eigenlijk nooit een probleem heeft. Maar ook daar zit een keerzijde aan: sommige Joodse Israëli’s trekken zich het lot van de Arabische Israëli’s weer zo aan dat ze ook door hen als ‘representant van de soort’ in plaats van als individu worden beschouwd. In Tweede persoon enkelvoud beschrijft hij daarom ondermeer de lotgevallen van een Arabier die de identiteit van een Jood ‘leent’ om eindelijk eens op zijn eigen merites beoordeeld te worden.

Gewoon jezelf zijn is, zo realiseer ik me meer en meer, misschien wel het moeilijkste wat er is. Het beste medicijn is wellicht om te proberen ‘de ander’ altijd als een individu te zien en niet als een ‘representant van de groep’. Hopelijk is dat dan wederzijds.


2) Willem Minderhout, Samira Abbos: 'De Moslim bestaat niet', http://deleunstoel.nl/zoeken.php?artikel_id=1296
3) Samira Bouchibti, De Islam, de moslims en ik, Van Praag, Amsterdam, 2012.
4) Sayed Kashua, Tweede persoon enkelvoud, Anthos, Amsterdam, 2012


© 2012 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
De gesel van de groep Willem Minderhout
0914BS Samira
1 – De ene of de andere kudde?

Ik schrijf dit stukje de dag nadat Galatasaray ten koste van Fenerbahce kampioen van Turkije is geworden. In de Haagse Schilderswijk werd dit massaal – en niet geheel zonder overlast te veroorzaken – gevierd door Turkse Hagenaars. 1) De feestvierders geven er blijk van de Tebbitt-test nog niet te doorstaan. De Britse conservatief Norman Tebbitt beweerde ooit dat je de mate van integratie kon afmeten aan de mate waarin etnische minderheden achter het Britse cricketteam stonden. Zodra Turkse Hagenaars niet voor Galataseray, maar voor ADO of Oranje, de straat opgaan is de integratie dus geslaagd: de ene groepsnorm verruild voor de andere.

Schiet je daar wat mee op? Het lijkt me niet. Je ruilt gewoon de ene kudde in voor de andere. Hoe lastig het is je eigen weg te vinden los van de kudde werd me weer eens duidelijk na het lezen van het nieuwste boek van Samira Bouchibti en na het bijwonen van een lezing van Sayed Kashua.

2 - Samira Bouchibti

Onlangs presenteerde Samira Bouchibti haar tweede boek: De Islam de Moslims en Ik.
In haar eerste boek, De Moslim bestaat niet, (waarover ik haar voor de Leunstoel interviewde 2) schetste Samira portretten van een aantal moslims dat zeer uiteenlopende opvattingen had over de betekenis van het geloof voor het dagelijks leven. Zijzelf bleef in dat boek nadrukkelijk op de achtergrond. Dat perspectief is in haar nieuwe boek 180 graden gedraaid.

In De Islam de Moslims en Ik 3) beschrijft zij de stand van zaken van ‘de multiculturele samenleving’ waarin ze haar, tamelijk pessimistische, mening niet onder stoelen of banken steekt. Ik denk dat het vooral een belangwekkend boek is voor Marokkaanse Nederlanders, want Samira houdt ze een spiegel voor die tot nadenken zou moeten stemmen. Haar aanbevelingen, onder meer de afschaffing van het bijzonder onderwijs, overtuigen minder, al was het maar vanwege de praktische uitvoerbaarheid. De insteek van iemand als Lodewijk Asscher om vooral de kwaliteit te bewaken spreekt me meer aan. Ook haar kritiek op ‘de multiculti-knuffelende PvdA’, waarvoor ze vier jaar in de Tweede Kamer zat, herken ik niet. ‘De PvdA’ bestaat net zo min als ‘de moslim’. Het zijn de leden die uiteindelijk de standpunten bepalen. Bovendien vind ik Kamerleden als Ahmed Marcouch en Khadija Arib alles behalve ‘excuus-Marokkanen’.

Voor mij is het boeiendste deel van haar boek de beschrijving van de strijd van haar moeder Roukaya Abbos voor een eigen leven. Samira beschrijft de opluchting dat ze aan de terreur van haar schoonmoeder kan ontvluchten door bij haar echtgenoot in Nederland te gaan wonen en vervolgens de worsteling met haar man om haar eigen leven in te kunnen richten. Samira’s vader is allesbehalve een huistiran, maar hij zwicht voor de druk van zijn omgeving. Uiteindelijk scheidt hij van zijn vrouw en keert terug naar Marokko.

Dit familiedrama krijgt een extra dimensie doordat de verhoudingen niet zo verziekt zijn dat ze elkaar nooit meer willen zien. Samira’s moeder is zelfs bij de dood van haar man aanwezig.

De scheiding leidde er wel toe dat moeder Abbos en haar kinderen door hun Marokkaanse vrienden- en kennissenkring aanvankelijk met de nek werden aangekeken. Geen wonder dat Samira ‘de gemeenschap’ met enige distantie heeft leren bekijken!

Uiteindelijk bleek moeder Abbos toch uit te groeien0914BS Hassayed tot een soort ‘rolmodel’. Meer en meer Marokkaanse vouwen weigerden zich te laten koeioneren en durfden zelfs het ongewisse avontuur van een echtscheiding aan te gaan.

Ik denk dat daar de belangrijkste boodschap van het boek in zit: ‘durf je eigen keuzes te maken’. Maar ze maakt ook pijnlijk duidelijk hoe moeilijk die keuze voor jezelf kan. ‘De eigen groep’ is zowel een verschrikking als een veilige haven.

Een andere complicatie in de strijd met de gesel van de groep is dat een keuze voor jezelf kan worden gezien als een ‘capitulatie voor de dominante groep’. Je wordt een ‘bounty’, je ‘verkaast’, of hoe je het ook noemen wil. Welke waarden wil je behouden? Welke laat je los? Ga er maar aanstaan.

In Nederland is die ‘overstap’ wellicht nog te overzien. Hoe anders is dat in een land dat in oorlog is met ‘je eigen soort’. Ben je dan geen verrader als je je aan de groepsnormen onttrekt?

2 – Sayed Kashua

Dit dilemma werd pijnlijk duidelijk en tegelijkertijd bijzonder nuchter en zakelijk verwoord door de Palestijns-Israëlische schrijver Sayed Kashua. Hij werd voor Writers Unlimited geïnterviewd door Hassnae Bouazza in de Haagse bibliotheek, naar aanleiding van de publicatie van zijn boek Tweede persoon enkelvoud. 4)

Sayed beschreef zijn schizofrene positie als ‘binnenlandse migrant’ van het ‘Arabische’ platteland naar het ‘Joodse’ West-Jeruzalem. Zijn ambitie is niet meer en niet minder dan een goede en succesvolle schrijver te zijn. In die ambitie is hij geslaagd: hij schrijft in het Ivriet en is ondermeer de auteur van een hele populaire sitcom op de Israëlische televisie.

Tegelijkertijd woont hij in een land waar ‘Israëlisch’ en ‘Joods’ meer en meer als synoniemen worden gebruikt. Dat is lastig als je, hoe individualistisch ook, een ‘Arabier’ bent. Heel wrang vond ik de opmerking van Sayed dat sommige Joodse Israëli’s hem met de beste bedoelingen, afraadden te ‘assimileren’ onder verwijzing naar het lot van geassimileerde Joden in Europa.

Sayed vertelde dat hij met individuele Joodse Israëli’s eigenlijk nooit een probleem heeft. Maar ook daar zit een keerzijde aan: sommige Joodse Israëli’s trekken zich het lot van de Arabische Israëli’s weer zo aan dat ze ook door hen als ‘representant van de soort’ in plaats van als individu worden beschouwd. In Tweede persoon enkelvoud beschrijft hij daarom ondermeer de lotgevallen van een Arabier die de identiteit van een Jood ‘leent’ om eindelijk eens op zijn eigen merites beoordeeld te worden.

Gewoon jezelf zijn is, zo realiseer ik me meer en meer, misschien wel het moeilijkste wat er is. Het beste medicijn is wellicht om te proberen ‘de ander’ altijd als een individu te zien en niet als een ‘representant van de groep’. Hopelijk is dat dan wederzijds.


2) Willem Minderhout, Samira Abbos: 'De Moslim bestaat niet', http://deleunstoel.nl/zoeken.php?artikel_id=1296
3) Samira Bouchibti, De Islam, de moslims en ik, Van Praag, Amsterdam, 2012.
4) Sayed Kashua, Tweede persoon enkelvoud, Anthos, Amsterdam, 2012
© 2012 Willem Minderhout
powered by CJ2