archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 22
13 februari 2025
Nummer 11 verschijnt op
27 februari 2025
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Vrijwilliger in een verzorgingstehuis Rob van Olphen

2208BS Han en Rob

Onze moeder zat al enige jaren in een verzorgingstehuis. Helaas ging op een gegeven moment het minder met haar en werd ze overgeplaatst naar de gesloten afdeling. Indien het lukte ging ik bijna iedere dag bij haar op bezoek. Ook mijn broers gingen regelmatig bij haar langs. 

Tijdens de bezoeken zag ik hoe vriendelijk, geduldig en met respect medewerkers omgingen met de bewoners. Maar ze moesten er wel heel hard tegen aan. Vooral als er onderbezetting was, dan was het echt aanpoten.
'Van bovenaf' hadden ze besloten, dat er op de afdeling moest worden gekookt, Het idee daarachter was dat de bewoners meer eetlust zouden krijgen. Dat betekende nog een extra taak voor de medewerkers: helpen met aardappels schillen, groenten klaarmaken, opwarmen en uitserveren. Intussen stonden er wel pannen op het vuur en liepen er bewoners rond die niet meer stabiel waren. Eer alles uitgeserveerd was, dan was het eten ook niet meer zo warm. En tussendoor gebeurden soms calamiteiten: een valpartij of een diabeticus die een hypo krijgt. (Ik heb nog geholpen om een bewoonster vast te houden opdat de zuster limonadesiroop in haar mond kon doen.)

Helpen

Als ik er met etenstijd was hielp ik met klusjes als: aardappelpuree stampen; tafeldekken; uitserveren; bewoners helpen met eten en afwassen. Met sommige bewoners had ik een warm contact. Ik sprak met ze over vroeger. Soms nam ik oude attributen mee, zoals een mattenklopper, een oud strijkijzer, groene zeep, een wasbord, een koffergrammofoon, etc. Op zulke momenten kwamen heel spontaan de verhalen los. Er was een bewoonster die prachtige gedichten maakte. Haar buurvrouw zong iedere dag en begeleidde zich op een klein orgel.
Met mijn trouwe vriend Han Busstra verzorgden we een keer in de week tijdens het koffie-uurtje muziek. Met Han op zijn gitaar zongen we ouderwetse kinderversjes. Heel enthousiast zongen ze mee.

Er was een bewoner van Joodse afkomst, die was verraden en doorgestuurd naar Westerbork. Tijdens het transport is hij ontsnapt. Dankzij de verzetsgroep van Joop Westerweel is hij met heel veel moeite en ontberingen via de Alpen in bevrijd gebied terecht gekomen. Jammer genoeg wilde hij niet meer praten, maar als je kinderversjes zong dan zong hij alle teksten met je mee. Daar werden we samen blij van.

Als ik onze kleindochter mee nam naar onze moeder, dan keken de dames heel vertederd naar die kleine. Mijn hondje nam ik ook wel eens mee en die werd dan van alle kanten geaaid en hij moest bij iedereen even op schoot. Gelijk vertelden ze dan de verhalen over de huisdieren die ze hebben gehad.

Alleen

Mevrouw Z was een reuze aardige spontane dame. Ze was gek op kaarten en kruiswoordpuzzels. Jammer genoeg was ze stokdoof en communiceren was heel moeilijk, vandaar dat ik met haar zoveel mogelijk met potlood en papier communiceerde.
Helaas kreeg mevrouw Z. zelden bezoek, maar op een dag zag ik heel veel mensen in haar kamer. Het was er een drukte van jewelste. Ik vroeg aan de zuster wat er aan de hand was. Mevrouw Z was overleden. Het liefst had ik de kamer in willen gaan en die gasten toe willen schreeuwen: ‘Jullie hadden moeten komen toen ze nog leefde!’

Midden in de nacht werd ik gebeld door een verzorgster: 'Rob kun je alsjeblieft komen? Je moeder is helemaal over haar toeren en is niet voor rede vatbaar.' Ik ben gelijk naar haar toe gereden. Toen ik in haar kamer kwam zat ze daar heel relaxed TV te kijken. Ze keek me verwonderd aan met de vraag: ‘Wat doe jij hier?’ ‘Oh ik was in de buurt en dacht ik ga even bij Ma langs. (’s Nachts om 3 uur!)

Het is voor een moeder niet fijn als je door je zoon moet worden verschoond. Het gebeurde echter wel eens dat het zo druk was op de afdeling dat ze niet kon wachten.  Dan hielp ik haar en zei: ‘Ma wat heb je nog van die strakke billetjes’. Dan reageerde ze met: ’Ik wou dat mijn gezicht zo was’.

Tussen de middag tijdens het thee-uurtje als ze in groepjes bij elkaar zaten, vertelde ik ze een paar moppen, waar ze dan erg om moesten lachen. Een dame vroeg altijd: ‘Heb je geen ondeugende mop voor ons?’ Dan antwoordde ik: ‘Sorry maar die ben ik vergeten’.

Toevallig hoorde ik een gesprek waarin een verzorgster aan een familielid vroeg of ze voor haar vader nieuw ondergoed mee wilde brengen. Wat hij nu had was totaal versleten. De dochter reageerde met: ‘Is dat nog nodig?’ Heel triest om zoiets te horen.

Af en toe ging ik wel eens met met mijn moeder fietsen met een aangepaste fiets. Wat kon ze daar van genieten. Ik vond het heel sneu dat ik niet iedereen blij kon maken met zo'n fietstochtje.

Het moeilijkste vond ik het om na het bezoek aan onze moeder haar gedag te zeggen als ik weg ging. Als je het tehuis verliet moest je bovendien oppassen dat de bewoners niet met je mee gingen. Sommigen zaten bij de deur te wachten om proberen weg te lopen. Je moest dan heel snel de code in drukken. Er was eens iemand die de code had gevonden. Die hebben ze in Voorburg uit de tram gehaald.

Ik heb enorm veel respect voor al die medewerkers, die in verzorgingstehuizen en ziekenhuizen werken. Dat zijn echte kanjers.

---------

De tekening is van Han Busstra. Het is een soort portret van Rob en Han zelf met een fan.


© 2025 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Het leven zelf"
Beschouwingen > Het leven zelf
Vrijwilliger in een verzorgingstehuis Rob van Olphen
2208BS Han en Rob

Onze moeder zat al enige jaren in een verzorgingstehuis. Helaas ging op een gegeven moment het minder met haar en werd ze overgeplaatst naar de gesloten afdeling. Indien het lukte ging ik bijna iedere dag bij haar op bezoek. Ook mijn broers gingen regelmatig bij haar langs. 

Tijdens de bezoeken zag ik hoe vriendelijk, geduldig en met respect medewerkers omgingen met de bewoners. Maar ze moesten er wel heel hard tegen aan. Vooral als er onderbezetting was, dan was het echt aanpoten.
'Van bovenaf' hadden ze besloten, dat er op de afdeling moest worden gekookt, Het idee daarachter was dat de bewoners meer eetlust zouden krijgen. Dat betekende nog een extra taak voor de medewerkers: helpen met aardappels schillen, groenten klaarmaken, opwarmen en uitserveren. Intussen stonden er wel pannen op het vuur en liepen er bewoners rond die niet meer stabiel waren. Eer alles uitgeserveerd was, dan was het eten ook niet meer zo warm. En tussendoor gebeurden soms calamiteiten: een valpartij of een diabeticus die een hypo krijgt. (Ik heb nog geholpen om een bewoonster vast te houden opdat de zuster limonadesiroop in haar mond kon doen.)

Helpen

Als ik er met etenstijd was hielp ik met klusjes als: aardappelpuree stampen; tafeldekken; uitserveren; bewoners helpen met eten en afwassen. Met sommige bewoners had ik een warm contact. Ik sprak met ze over vroeger. Soms nam ik oude attributen mee, zoals een mattenklopper, een oud strijkijzer, groene zeep, een wasbord, een koffergrammofoon, etc. Op zulke momenten kwamen heel spontaan de verhalen los. Er was een bewoonster die prachtige gedichten maakte. Haar buurvrouw zong iedere dag en begeleidde zich op een klein orgel.
Met mijn trouwe vriend Han Busstra verzorgden we een keer in de week tijdens het koffie-uurtje muziek. Met Han op zijn gitaar zongen we ouderwetse kinderversjes. Heel enthousiast zongen ze mee.

Er was een bewoner van Joodse afkomst, die was verraden en doorgestuurd naar Westerbork. Tijdens het transport is hij ontsnapt. Dankzij de verzetsgroep van Joop Westerweel is hij met heel veel moeite en ontberingen via de Alpen in bevrijd gebied terecht gekomen. Jammer genoeg wilde hij niet meer praten, maar als je kinderversjes zong dan zong hij alle teksten met je mee. Daar werden we samen blij van.

Als ik onze kleindochter mee nam naar onze moeder, dan keken de dames heel vertederd naar die kleine. Mijn hondje nam ik ook wel eens mee en die werd dan van alle kanten geaaid en hij moest bij iedereen even op schoot. Gelijk vertelden ze dan de verhalen over de huisdieren die ze hebben gehad.

Alleen

Mevrouw Z was een reuze aardige spontane dame. Ze was gek op kaarten en kruiswoordpuzzels. Jammer genoeg was ze stokdoof en communiceren was heel moeilijk, vandaar dat ik met haar zoveel mogelijk met potlood en papier communiceerde.
Helaas kreeg mevrouw Z. zelden bezoek, maar op een dag zag ik heel veel mensen in haar kamer. Het was er een drukte van jewelste. Ik vroeg aan de zuster wat er aan de hand was. Mevrouw Z was overleden. Het liefst had ik de kamer in willen gaan en die gasten toe willen schreeuwen: ‘Jullie hadden moeten komen toen ze nog leefde!’

Midden in de nacht werd ik gebeld door een verzorgster: 'Rob kun je alsjeblieft komen? Je moeder is helemaal over haar toeren en is niet voor rede vatbaar.' Ik ben gelijk naar haar toe gereden. Toen ik in haar kamer kwam zat ze daar heel relaxed TV te kijken. Ze keek me verwonderd aan met de vraag: ‘Wat doe jij hier?’ ‘Oh ik was in de buurt en dacht ik ga even bij Ma langs. (’s Nachts om 3 uur!)

Het is voor een moeder niet fijn als je door je zoon moet worden verschoond. Het gebeurde echter wel eens dat het zo druk was op de afdeling dat ze niet kon wachten.  Dan hielp ik haar en zei: ‘Ma wat heb je nog van die strakke billetjes’. Dan reageerde ze met: ’Ik wou dat mijn gezicht zo was’.

Tussen de middag tijdens het thee-uurtje als ze in groepjes bij elkaar zaten, vertelde ik ze een paar moppen, waar ze dan erg om moesten lachen. Een dame vroeg altijd: ‘Heb je geen ondeugende mop voor ons?’ Dan antwoordde ik: ‘Sorry maar die ben ik vergeten’.

Toevallig hoorde ik een gesprek waarin een verzorgster aan een familielid vroeg of ze voor haar vader nieuw ondergoed mee wilde brengen. Wat hij nu had was totaal versleten. De dochter reageerde met: ‘Is dat nog nodig?’ Heel triest om zoiets te horen.

Af en toe ging ik wel eens met met mijn moeder fietsen met een aangepaste fiets. Wat kon ze daar van genieten. Ik vond het heel sneu dat ik niet iedereen blij kon maken met zo'n fietstochtje.

Het moeilijkste vond ik het om na het bezoek aan onze moeder haar gedag te zeggen als ik weg ging. Als je het tehuis verliet moest je bovendien oppassen dat de bewoners niet met je mee gingen. Sommigen zaten bij de deur te wachten om proberen weg te lopen. Je moest dan heel snel de code in drukken. Er was eens iemand die de code had gevonden. Die hebben ze in Voorburg uit de tram gehaald.

Ik heb enorm veel respect voor al die medewerkers, die in verzorgingstehuizen en ziekenhuizen werken. Dat zijn echte kanjers.

---------

De tekening is van Han Busstra. Het is een soort portret van Rob en Han zelf met een fan.
© 2025 Rob van Olphen
powered by CJ2