 |
|
|
|
|
 |
 |
archiefvorig nr.lopend nr. |
 |
 |
 |
Nummer 10
Jaargang 22
13 februari 2025
Nummer 11 verschijnt op
27 februari 2025 |  |
|
| Bezigheden > Koken |
delen printen 
terug 
|
|
|
|
|
|
|
Soepzooi |
Maeve van der Steen |
|
|
De Fransen hebben talloze benamingen voor soep: potage, meestal door een draaizeef gepureerde groentesoep; soupe, gebruikt voor verschillende soorten soep; velouté, een heel elegante fluwelen soep als crème, bijvoorbeeld crème de champignons, maar dan nog fijner. En dan hebben we consommé, dat is hetzelfde als bouillon: soep zo helder als glas.
Voor kreeft-, krab- en garnalensoepjes hebben de Fransen ook nog het woord bisque, eigenlijk alleen gebruikt voor kreft-, krab- en garnalensoepjes. Sommige Franse soepen hebben een geheel eigen naam: Vichyssoise bijvoorbeeld, romige prei-aardappelsoep die je koud eet. En niet te vergeten: bouillabaisse, de beroemde vissoep uit Marseille.
Wij hebben, voor zover ik weet, geen woord voor een soep zonder het woord soep erin. We hebben wel een bijnaam voor erwtensoep: snert. Helemaal precies hetzelfde schijnt het niet te zijn, in snert hoort meer vlees en botten te zitten dan in erwtensoep en het mag eigenlijk pas de volgende dag snert heten.
Nog even een terugblik op mijn bezoek in december aan L’Auberge, dat restaurant met die klassiekers waar men maar geen genoeg van kan krijgen. Ik besloot toch de soupe de poissons vooraf niet te nemen, Vissoep moet echt heel goed zijn en wat dat betreft vertrouw ik alleen een Frans visrestaurant en geen auberge, hoe gerenommeerd ook, op de Albert Cuypstraat. De rogvleugel à la grenobloise met kappertjes was verrukkelijk (over klassiekers gesproken) en de champagne ook – die misschien heel duur was, geen idee, de fles stond al in de ijsemmer toen ik binnenkwam en ik werd getrakteerd die avond.
Zelf heb ik met de kerst een bisque van Hollandse garnaaltjes gemaakt, zeker de moeite waard. Voor het recept, zie Klein fijn soepje (Jrg. 16 nr. 8) in onze Leunstoel.
Maar wat voor soep maken we vandaag? De keuze is duizelingwekkend, er zijn de laatste jaren weer tientallen kookboeken over soep uitgekomen.
Mijn favorieten in de categorie zonder vlees en niet te zwaar, te weten waterkerssoep, champignonsoep en gepureerde soep van aardappel en prei, kennen jullie al.
Eigenlijk kan je van iedere groente een leuk soepje maken: doperwtjes; venkel; bloemkool; broccoli; bloemkool en broccoli gemengd. Ook een prettige manier om restjes te verwerken trouwens. De staafmixer doet wonderen.
Vandaag gaan we daar een nieuwe wonderbaarlijke soep aan toevoegen: een friszure soep voor de liefhebbers van artisjokken.
Artisjoksoep met yoghurt en citroen (voor twee ruime koppen)
- halve eetlepel olijfolie
- eetlepel roomboter
- sjalotje, fijngesnipperd (gewoon uitje kan ook)
- halve stengel bleekselderij, fijngesneden
- teentje knoflook, geperst
- twee takjes tijm, of een theelepel tijm
- blik artisjokkenharten 390 gram, goed uitgelekt en in stukken gesneden
- halve liter groentenbouillon
- 75 gram Griekse yoghurt 10% vet
- rasp en sap van een kwart citroen
- peper uit de molen
Verhit de olijfolie en de boter in een pan, fruit hierin de ui en de selderij vijf minuten op een laag vuurtje. Doe daarna de knoflook erbij en bak even mee. Voeg de tijm, de laurier en de artisjokkenharten toe en schep om.
Giet de bouillon erbij, breng aan de kook en laat ongeveer vijf minuten zachtjes koken. (Groentebouillon kan je zelf maken door een stuk wortel, een prei en
peterselie een halfuurtje in water te koken maar je kan ook een blokje
gebruiken.)
Haal het laurierblaadje eruit en pureer de soep met een staafmixer.
Roer de yoghurt erdoor en het citroensap en maal de peper erover.
Even checken op zout, denk eraan dat we zo min mogelijk zout moeten eten, zo’n bouillonblokje is meestal zout genoeg. Nog even goed laten doorwarmen.
Schep de soep in kommen en bestrooi met de citroenrasp.
Weer eens wat anders!
Als entree voor de maaltijd, dan wel een bescheiden kopje serveren, of voor even tussendoor als je trek hebt in iets hartigs.
----------
De illustratie is van Marcia Meerum Terwogt.
|
|
|
|
|
 |
|
 |
| Bezigheden > Koken |
| Soepzooi |
Maeve van der Steen |
De Fransen hebben talloze benamingen voor soep: potage, meestal door een draaizeef gepureerde groentesoep; soupe, gebruikt voor verschillende soorten soep; velouté, een heel elegante fluwelen soep als crème, bijvoorbeeld crème de champignons, maar dan nog fijner. En dan hebben we consommé, dat is hetzelfde als bouillon: soep zo helder als glas.
Voor kreeft-, krab- en garnalensoepjes hebben de Fransen ook nog het woord bisque, eigenlijk alleen gebruikt voor kreft-, krab- en garnalensoepjes. Sommige Franse soepen hebben een geheel eigen naam: Vichyssoise bijvoorbeeld, romige prei-aardappelsoep die je koud eet. En niet te vergeten: bouillabaisse, de beroemde vissoep uit Marseille.
Wij hebben, voor zover ik weet, geen woord voor een soep zonder het woord soep erin. We hebben wel een bijnaam voor erwtensoep: snert. Helemaal precies hetzelfde schijnt het niet te zijn, in snert hoort meer vlees en botten te zitten dan in erwtensoep en het mag eigenlijk pas de volgende dag snert heten.
Nog even een terugblik op mijn bezoek in december aan L’Auberge, dat restaurant met die klassiekers waar men maar geen genoeg van kan krijgen. Ik besloot toch de soupe de poissons vooraf niet te nemen, Vissoep moet echt heel goed zijn en wat dat betreft vertrouw ik alleen een Frans visrestaurant en geen auberge, hoe gerenommeerd ook, op de Albert Cuypstraat. De rogvleugel à la grenobloise met kappertjes was verrukkelijk (over klassiekers gesproken) en de champagne ook – die misschien heel duur was, geen idee, de fles stond al in de ijsemmer toen ik binnenkwam en ik werd getrakteerd die avond.
Zelf heb ik met de kerst een bisque van Hollandse garnaaltjes gemaakt, zeker de moeite waard. Voor het recept, zie Klein fijn soepje (Jrg. 16 nr. 8) in onze Leunstoel.
Maar wat voor soep maken we vandaag? De keuze is duizelingwekkend, er zijn de laatste jaren weer tientallen kookboeken over soep uitgekomen.
Mijn favorieten in de categorie zonder vlees en niet te zwaar, te weten waterkerssoep, champignonsoep en gepureerde soep van aardappel en prei, kennen jullie al.
Eigenlijk kan je van iedere groente een leuk soepje maken: doperwtjes; venkel; bloemkool; broccoli; bloemkool en broccoli gemengd. Ook een prettige manier om restjes te verwerken trouwens. De staafmixer doet wonderen.
Vandaag gaan we daar een nieuwe wonderbaarlijke soep aan toevoegen: een friszure soep voor de liefhebbers van artisjokken.
Artisjoksoep met yoghurt en citroen (voor twee ruime koppen)
- halve eetlepel olijfolie
- eetlepel roomboter
- sjalotje, fijngesnipperd (gewoon uitje kan ook)
- halve stengel bleekselderij, fijngesneden
- teentje knoflook, geperst
- twee takjes tijm, of een theelepel tijm
- blik artisjokkenharten 390 gram, goed uitgelekt en in stukken gesneden
- halve liter groentenbouillon
- 75 gram Griekse yoghurt 10% vet
- rasp en sap van een kwart citroen
- peper uit de molen
Verhit de olijfolie en de boter in een pan, fruit hierin de ui en de selderij vijf minuten op een laag vuurtje. Doe daarna de knoflook erbij en bak even mee. Voeg de tijm, de laurier en de artisjokkenharten toe en schep om.
Giet de bouillon erbij, breng aan de kook en laat ongeveer vijf minuten zachtjes koken. (Groentebouillon kan je zelf maken door een stuk wortel, een prei en
peterselie een halfuurtje in water te koken maar je kan ook een blokje
gebruiken.)
Haal het laurierblaadje eruit en pureer de soep met een staafmixer.
Roer de yoghurt erdoor en het citroensap en maal de peper erover.
Even checken op zout, denk eraan dat we zo min mogelijk zout moeten eten, zo’n bouillonblokje is meestal zout genoeg. Nog even goed laten doorwarmen.
Schep de soep in kommen en bestrooi met de citroenrasp.
Weer eens wat anders!
Als entree voor de maaltijd, dan wel een bescheiden kopje serveren, of voor even tussendoor als je trek hebt in iets hartigs.
----------
De illustratie is van Marcia Meerum Terwogt. |
| © 2025 Maeve van der Steen |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|