archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 2
Jaargang 22
3 oktober 2024
Nummer 3 verschijnt op
17 oktober 2024
Beschouwingen > Het zijn maar woorden delen printen terug
Met vakantie of op vakantie* Julius Pasgeld

2120 Met of opMèt vakantie: dat betekent dat je niet aan het werk bent.
Op vakantie: dat betekent dat je op een vakantiebestemming bent of op weg daarnaartoe.
Al jaren ben ik niet meer aan het werk. Al jaren heb ik geen vakantiebestemming meer bezocht. Eigenlijk kan ik me nog maar nauwelijks herinneren wat vakantie eigenlijk is.

Moeten

En dat is maar goed ook. Want in de herinneringen die mij resten aan mijn vakanties van weleer kleven allerlei merkwaardige bijverschijnselen.Vooral het woord ‘moeten’ speelde daarbij een belangrijke rol.
Ik móest met vakantie. Ik móest soms wel dagenlang rijden naar een bestemming. En daar eenmaal aangekomen móest ik daar de dingen bezichtigen die van alle kanten aanbevolen werden in folders, boeken, vakantiediscounters en door mensen die er belang bij hadden dàt ik ze ging bezichtigen. De wandelingen die ik op mijn vakantie maakte leidden langs paaltjes met  opeenvolgende nummers, kleurcombinaties, pijltjes en goede raad. Opdat ik vooral doordrongen werd van het idee dat ik het juiste pad volgde.

Zonder

Nu, na al die bemoeienissen, kom ik er langzaam maar zeker achter dat ik wil wandelen zonder richtingaanwijzers in tal en last. Zonder Tom Tom. Zonder aanbevelingen van anderen. Gewoon zélf mijn route bepalen. Gewoon zélf verdwalen en zodoende in de prachtigste omgevingen terecht komen die je je maar zou kunnen wensen als je ‘op vakantie’ bent.Maar wacht eens even. Dat laatste is een overbodige toevoeging. Je hoeft helemaal niet ‘op vakantie’ te zijn om te wandelen of van allerlei te beleven.

En zo wandel ik nu al jaren vrijwel iedere dag een rondje door het dorp waar ik nu woon. Anderhalf uur, steeds dezelfde route. En echt, het is iedere keer weer anders. Alleen al het weer maakt dat ik me de ene keer tijdens m’n rondje een bezoeker van een poolgebied waan. Terwijl ik de volgende keer een tropische omgeving aan het verkennen ben. En steeds ontmoet ik weer andere mensen. Dorpsbewoners. Of mensen die de weg vragen. En dat leidt vaak tot hartelijke gesprekjes

In de zomer komen er nogal eens toeristen met campers en caravans die ze dan plompverloren op het Dorpsplein parkeren om daar te overnachten en het zicht van de bewoners van het Dorpsplein op het Dorpsplein beletten. Niet zelden wijs ik ze er dan op dat ons Dorpsplein geen camping is. En dan vragen ze aan me waar ik me mee bemoei.
En dan zeg ik, dat ik met al die caravans op het plein behoefte krijg om op vakantie te gaan.

----------

De illustratie is van Jille van der Veen.
 



© 2024 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Het zijn maar woorden" -
Beschouwingen > Het zijn maar woorden
Met vakantie of op vakantie* Julius Pasgeld
2120 Met of opMèt vakantie: dat betekent dat je niet aan het werk bent.
Op vakantie: dat betekent dat je op een vakantiebestemming bent of op weg daarnaartoe.
Al jaren ben ik niet meer aan het werk. Al jaren heb ik geen vakantiebestemming meer bezocht. Eigenlijk kan ik me nog maar nauwelijks herinneren wat vakantie eigenlijk is.

Moeten

En dat is maar goed ook. Want in de herinneringen die mij resten aan mijn vakanties van weleer kleven allerlei merkwaardige bijverschijnselen.Vooral het woord ‘moeten’ speelde daarbij een belangrijke rol.
Ik móest met vakantie. Ik móest soms wel dagenlang rijden naar een bestemming. En daar eenmaal aangekomen móest ik daar de dingen bezichtigen die van alle kanten aanbevolen werden in folders, boeken, vakantiediscounters en door mensen die er belang bij hadden dàt ik ze ging bezichtigen. De wandelingen die ik op mijn vakantie maakte leidden langs paaltjes met  opeenvolgende nummers, kleurcombinaties, pijltjes en goede raad. Opdat ik vooral doordrongen werd van het idee dat ik het juiste pad volgde.

Zonder

Nu, na al die bemoeienissen, kom ik er langzaam maar zeker achter dat ik wil wandelen zonder richtingaanwijzers in tal en last. Zonder Tom Tom. Zonder aanbevelingen van anderen. Gewoon zélf mijn route bepalen. Gewoon zélf verdwalen en zodoende in de prachtigste omgevingen terecht komen die je je maar zou kunnen wensen als je ‘op vakantie’ bent.Maar wacht eens even. Dat laatste is een overbodige toevoeging. Je hoeft helemaal niet ‘op vakantie’ te zijn om te wandelen of van allerlei te beleven.

En zo wandel ik nu al jaren vrijwel iedere dag een rondje door het dorp waar ik nu woon. Anderhalf uur, steeds dezelfde route. En echt, het is iedere keer weer anders. Alleen al het weer maakt dat ik me de ene keer tijdens m’n rondje een bezoeker van een poolgebied waan. Terwijl ik de volgende keer een tropische omgeving aan het verkennen ben. En steeds ontmoet ik weer andere mensen. Dorpsbewoners. Of mensen die de weg vragen. En dat leidt vaak tot hartelijke gesprekjes

In de zomer komen er nogal eens toeristen met campers en caravans die ze dan plompverloren op het Dorpsplein parkeren om daar te overnachten en het zicht van de bewoners van het Dorpsplein op het Dorpsplein beletten. Niet zelden wijs ik ze er dan op dat ons Dorpsplein geen camping is. En dan vragen ze aan me waar ik me mee bemoei.
En dan zeg ik, dat ik met al die caravans op het plein behoefte krijg om op vakantie te gaan.

----------

De illustratie is van Jille van der Veen.
 

© 2024 Julius Pasgeld
powered by CJ2