archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 2
Jaargang 22
3 oktober 2024
Nummer 3 verschijnt op
17 oktober 2024
Beschouwingen > Het zijn maar woorden delen printen terug
Het is wat het is Bram Schilperoord

2120BS Het is wat het isVerandering van spijs doet eten en de liefde van de man gaat door de maag, maar soms wordt er roet in het eten gegooid. Een ongeluk zit vaak in een klein hoekje en het kan raar lopen want de een z’n dood is de ander z'n brood. Dat blijft een pleister op de wonde maar morgen is er weer een dag.
Iedereen was met stomheid geslagen, zat met dicht geknepen billen, trok aan het kortste eind en zag er geen gat meer in. ‘t Liep hen dun door de broek, het kwam niet uit de verf, het was ‘n doorn in het oog en ‘t bleef dweilen met de kraan open.

Men aanschouwde het met angst en beven, was uit het lood geslagen, het ging niet in de kouwe kleren zitten en al snel raakte men aan lager wal.

Maar als het kalf verdronken is dempt men de put.

En als je A zegt moet je ook B zeggen, Aanvankelijk raakte men van de regen in de drup, maar men liet er geen gras over groeien. Men sloeg spijkers met koppen, ging met de kippen op stok maar was ook weer vroeg uit de veren. Zodoende werden er geen windeieren gelegd.

Er leek geen vuiltje aan de lucht, toch werd men aan de weergoden blootgesteld. Maar men ging niet over één nacht ijs en al snel was men spekkoper. Men liet zich niet tegen de schenen schoppen en won de strijd met twee vingers in de neus.

Wel kreeg men het advies om niet zo hoog van de toren te blazen maar men wist van de prins geen kwaad. Men voelde zich als een vis in het water en was van alle markten thuis. Eind goed al goed.

--------

De redactie heeft een heel toepasselijke boekomslag gevonden ter illustratie van dit stukje.








© 2024 Bram Schilperoord meer Bram Schilperoord - meer "Het zijn maar woorden"
Beschouwingen > Het zijn maar woorden
Het is wat het is Bram Schilperoord
2120BS Het is wat het isVerandering van spijs doet eten en de liefde van de man gaat door de maag, maar soms wordt er roet in het eten gegooid. Een ongeluk zit vaak in een klein hoekje en het kan raar lopen want de een z’n dood is de ander z'n brood. Dat blijft een pleister op de wonde maar morgen is er weer een dag.
Iedereen was met stomheid geslagen, zat met dicht geknepen billen, trok aan het kortste eind en zag er geen gat meer in. ‘t Liep hen dun door de broek, het kwam niet uit de verf, het was ‘n doorn in het oog en ‘t bleef dweilen met de kraan open.

Men aanschouwde het met angst en beven, was uit het lood geslagen, het ging niet in de kouwe kleren zitten en al snel raakte men aan lager wal.

Maar als het kalf verdronken is dempt men de put.

En als je A zegt moet je ook B zeggen, Aanvankelijk raakte men van de regen in de drup, maar men liet er geen gras over groeien. Men sloeg spijkers met koppen, ging met de kippen op stok maar was ook weer vroeg uit de veren. Zodoende werden er geen windeieren gelegd.

Er leek geen vuiltje aan de lucht, toch werd men aan de weergoden blootgesteld. Maar men ging niet over één nacht ijs en al snel was men spekkoper. Men liet zich niet tegen de schenen schoppen en won de strijd met twee vingers in de neus.

Wel kreeg men het advies om niet zo hoog van de toren te blazen maar men wist van de prins geen kwaad. Men voelde zich als een vis in het water en was van alle markten thuis. Eind goed al goed.

--------

De redactie heeft een heel toepasselijke boekomslag gevonden ter illustratie van dit stukje.






© 2024 Bram Schilperoord
powered by CJ2