 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |

archief vorig nr. lopend nr. |
 |
 |
 |

Nummer 10
Jaargang 22
13 februari 2025 Nummer 11 verschijnt op 27 februari 2025 |  |
 |
Vermaak en Genot > Luister! |
delen printen
terug
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Johnny Paycheck |
Henk Klaren |
 |
 |

In een Leunstoel of wat geleden (persoonlijke tijdrekening) schreef ik een stukje over een album van George Jones: My very special Guests heet het. Een bijna vergeten country zanger, George Jones, dacht ik. Dat ‘bijna vergeten’ gold voornamelijk voor mezelf, want op dít stukje kreeg ik nogal wat reacties. Dat overkomt me niet zo vaak. En de reacties waren allemaal positief. Niet zozeer over mijn stukje, maar wel over George Jones. Het album bestaat uit tien liedjes die George zingt met anderen. De meeste zijn duetten, maar in twee gevallen zijn het trio’s, zoals met de zangers van Dr. Hook en met Pop en Mavis Staples. The Staples Singers zijn onder meer beroemd vanwege hun bijdrage aan de uitvoering van The Weight in het afscheidsconcert van The Band: The Last Waltz. Op Jones’ album doen ze mee met Will the Circle be unbroken. Dat is nogal eens het laatste nummer van een grote countrygebeurtenis en dan wordt het meestal uitgevoerd door alle optredende artiesten. The Circle is dan ook het laatste nummer op het album. Maar nu alleen gezongen door George, Pop en Mavis.
Ik kende alle zangpartners van Jones op het album op één na. Dat is Johnny Paycheck. Je zou zomaar denken, dat dat een pseudoniem is voor Johnny Cash. Sowieso geen gekke gedachten, want ook Willie Nelson en Waylon Jennings – net als Cash lid van The Highwaymen – zetten met George Jones hun beste beentje voor. Daar staat tegenover, dat de stem naast die van Jones niet echt lijkt op die van Cash. En diens stem is toch wel erg herkenbaar. Het nummer waar het om gaat is
Proud
Mary, oorspronkelijk van Creedence Clearwater Revival, maar vele malen gecoverd. De meest succesvolle uitvoering was van Ike en Tina Turner. Maar Paycheck en de gastheer doen het ook niet slecht. En in dit nummer valt goed onderscheid te maken tussen de stemmen van Jones en zijn gast. Bij de vrouwelijke zangpartners lukt dat natuurlijk ook prima, maar bij de mannen minder.
Maar de naam Paycheck slaat niet op Cash of het tegendeel er van. Johnny Paycheck was een Poolse bokser, die op 29 maart 1940 in de 41ste minuut van de tweede ronde knock
out werd geslagen door Joe Louis. De artiest veranderde zijn artiestennaam op zekere dag in PayCheck. Nogal subtiel lijkt me. Hij heette in het echt Donald Eugene Lytle. Hij was zanger, gitarist en songwriter. Zijn grootste hit was Take this Job and shove it, een bewerking van dat lied van David Allen Coe. Ook al zo’n vrolijk type. Lytle was een doorgewinterde alcoholist en zijn levensloop is niet om jaloers op te worden. Hetzelfde geldt overigens voor verschillende van zijn vrienden 'outlaws'*, al hebben die niet net als Lytle iemand doodgeschoten. Zijn smoes was dat hij vanwege zijn emfyseem niet gewoon kon vechten. Jones zelf was ook niet vies van een drankje en Willie Nelson zingt op het album zijn eigen compositie: I
gotta get drunk. Tsja.
* Een stroming binnen de country, die zich afzet tegen de zoetige 'zuurstokcountry' van bijvoorbeeld John Denver. Die sound werd tot verdriet van de outlaws mainstream in Nashville op zeker moment.

|
 |
 |
|
 |
 |
 |
 |
Vermaak en Genot > Luister! |
Johnny Paycheck |
Henk Klaren |
In een Leunstoel of wat geleden (persoonlijke tijdrekening) schreef ik een stukje over een album van George Jones: My very special Guests heet het. Een bijna vergeten country zanger, George Jones, dacht ik. Dat ‘bijna vergeten’ gold voornamelijk voor mezelf, want op dít stukje kreeg ik nogal wat reacties. Dat overkomt me niet zo vaak. En de reacties waren allemaal positief. Niet zozeer over mijn stukje, maar wel over George Jones. Het album bestaat uit tien liedjes die George zingt met anderen. De meeste zijn duetten, maar in twee gevallen zijn het trio’s, zoals met de zangers van Dr. Hook en met Pop en Mavis Staples. The Staples Singers zijn onder meer beroemd vanwege hun bijdrage aan de uitvoering van The Weight in het afscheidsconcert van The Band: The Last Waltz. Op Jones’ album doen ze mee met Will the Circle be unbroken. Dat is nogal eens het laatste nummer van een grote countrygebeurtenis en dan wordt het meestal uitgevoerd door alle optredende artiesten. The Circle is dan ook het laatste nummer op het album. Maar nu alleen gezongen door George, Pop en Mavis.
Ik kende alle zangpartners van Jones op het album op één na. Dat is Johnny Paycheck. Je zou zomaar denken, dat dat een pseudoniem is voor Johnny Cash. Sowieso geen gekke gedachten, want ook Willie Nelson en Waylon Jennings – net als Cash lid van The Highwaymen – zetten met George Jones hun beste beentje voor. Daar staat tegenover, dat de stem naast die van Jones niet echt lijkt op die van Cash. En diens stem is toch wel erg herkenbaar. Het nummer waar het om gaat is
Proud
Mary, oorspronkelijk van Creedence Clearwater Revival, maar vele malen gecoverd. De meest succesvolle uitvoering was van Ike en Tina Turner. Maar Paycheck en de gastheer doen het ook niet slecht. En in dit nummer valt goed onderscheid te maken tussen de stemmen van Jones en zijn gast. Bij de vrouwelijke zangpartners lukt dat natuurlijk ook prima, maar bij de mannen minder.
Maar de naam Paycheck slaat niet op Cash of het tegendeel er van. Johnny Paycheck was een Poolse bokser, die op 29 maart 1940 in de 41ste minuut van de tweede ronde knock
out werd geslagen door Joe Louis. De artiest veranderde zijn artiestennaam op zekere dag in PayCheck. Nogal subtiel lijkt me. Hij heette in het echt Donald Eugene Lytle. Hij was zanger, gitarist en songwriter. Zijn grootste hit was Take this Job and shove it, een bewerking van dat lied van David Allen Coe. Ook al zo’n vrolijk type. Lytle was een doorgewinterde alcoholist en zijn levensloop is niet om jaloers op te worden. Hetzelfde geldt overigens voor verschillende van zijn vrienden 'outlaws'*, al hebben die niet net als Lytle iemand doodgeschoten. Zijn smoes was dat hij vanwege zijn emfyseem niet gewoon kon vechten. Jones zelf was ook niet vies van een drankje en Willie Nelson zingt op het album zijn eigen compositie: I
gotta get drunk. Tsja.
* Een stroming binnen de country, die zich afzet tegen de zoetige 'zuurstokcountry' van bijvoorbeeld John Denver. Die sound werd tot verdriet van de outlaws mainstream in Nashville op zeker moment.
|
© 2025 Henk Klaren |
 |
 |
 |
 |
powered by CJ2 |
|