archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 10
Jaargang 22
13 februari 2025
Nummer 11 verschijnt op
27 februari 2025
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Kunstmatige intelligentie Carlo van Praag

2208VG AI

Je hoort de laatste tijd nogal eens over AI, zijnde de afkorting van Artificiële Intelligentie (de afkorting van het minstens zo correcte Kunstmatige Intelligentie is al gereserveerd voor een ander verschijnsel). Mijn enthousiasme voor deze als revolutionair aangeprezen ontwikkeling was niet meteen gewekt, omdat de vruchten die mij ervan bereikten, neerkwamen op stomme chatbots waarmee bedrijven de communicatie met hun klanten uit de weg gaan. Ook voor zoekmachines die een kant en klaar uitgeschreven antwoord geven op een vraag in plaats van links naar documenten over het onderwerp te verschaffen, heb ik weinig geestdrift.

Maar toch, ik merkte dat vertalingen er, ongetwijfeld door AI, enorm op vooruit zijn gegaan. De vertalingen van het Macedonisch in het Farsi die ik even heb geïnspecteerd, leken mij zeer bevredigend. Ik hoefde er nauwelijks nog aan te sleutelen.

Mijn belangstelling groeide door het onlangs verschenen boek ‘Nexus’ van Yuval Noah Harari. Hij dicht AI, als zelflerend systeem, zoveel potentie toe dat een nieuw tijdvak in de menselijke geschiedenis gaat aanbreken. De nadruk valt bij hem op de negatieve en zelfs rampzalige macht die AI over de mensheid kan krijgen. Er dreigt een gigantische datawolk boven ons uit te hangen die ons handelen en ons denken bepaalt. De bedrijven die honderden miljarden in AI investeren (op zich al een verwijzing naar het belang van de ontwikkeling) moeten het niet hebben van het menselijk heil, maar van de aandacht van de consument en deze wordt vooral gewekt door sensatie. Hoe meer sensatie, hoe meer clicks, des te meer winst uit advertenties. Geen wonder dat uitingen van haat, verdachtmakingen en complottheorieën dan een streepje voorhebben op genuanceerde informatie. Hoe meer van dit soort uitingen, hoe meer het zichzelf ontwikkelende AI zich tot spreekmeester van agressie, haat en sinistere fantasieën zal maken. Het systeem vindt zijn bron immers in de verzamelde teksten en beelden van de mensheid. Zonder krachtige filters gaat deze ellende steeds meer overheersen en de ontwikkelaars van AI zijn allesbehalve ijverig als het gaat om de plaatsing en het onderhoud van filters. We hoeven alleen maar aan Elon Musk te denken, maar zijn medium is zeker niet het enige dat lak heeft aan het welzijn van de bevolking. Voor de ondergang van de wereld heb je AI niet eens nodig. De huidige sociale media zijn al toereikend. De Roemenen waarvan de helft Tik Tok als voornaamste informatiebron heeft, kiezen een fascist (hier niet bedoeld als scheldwoord maar als precieze aanduiding) tot president (in elk geval als voorlopig resultaat van de verkiezingen).

Andere onderzoekers van AI zijn minder beducht voor de gevaren, hoewel zij deze in de regel wel onderkennen. Zij denken dat AI zich door de mens wel laat dresseren en dan kan fungeren als vervanging of op zijn minst als verrijking van bijna alle vormen van geestelijke arbeid. Vooral in snelheid legt de mens het in dit opzicht af tegen AI en ook in taalkundig opzicht en creativiteit is AI vaak superieur. Het is niet alleen uit luiheid dat leden van de academische wereld en van de ambtenarij hun teksten, en dan vooral de samenvattingen daarvan, door AI laten componeren. Zelfs literaire schrijvers bedienen zich er soms van en zeker niet altijd met noodlottig resultaat. Ethan Mollick beveelt AI dan ook aan als een samenwerkingsproject tussen menselijke en machinale intelligentie met de mens aan het roer (Co-intelligence. Living and working with AI). Het gaat banen kosten, jawel, maar er komen ook banen voor terug. Dat is in het verleden toch ook gebeurd met de mechanisatie van handarbeid en met de automatisering van de dienstverlening die zich in een volgend stadium heeft voltrokken. Leunstoelredacteuren, vrees niet voor uw toekomst!

Proberen

Goed, mijn interesse gewekt, besloot ik ook maar eens AI te proberen. Het lanceren van de juiste ‘prompt’ is daarbij essentieel, was mij duidelijk geworden. De verwoording van een vraag bepaalt in grote mate de richting en de kwaliteit van het antwoord. Ik koos voor een neutraal gestelde prompt:
‘Wat is je oordeel over het internettijdschrift De Leunstoel?’

Ik kreeg als antwoord:
 ‘De Leunstoel is een Nederlands internettijdschrift dat zich richt op literatuur, cultuur en wetenschap. Het tijdschrift biedt een platform voor essays, recensies, en artikelen over diverse onderwerpen, vaak met een focus op de verbinding tussen literatuur en actuele maatschappelijke thema's. Het staat bekend om zijn kritische en diepgaande benadering van de onderwerpen die het behandelt. De Leunstoel is een plek waar zowel gevestigde als opkomende schrijvers hun werk kunnen publiceren en waar lezers kunnen genieten van kwalitatief hoogstaande inhoud.’

Een opsteker, nietwaar? Het zal niet lang meer duren of de Leunstoelmedewerkers worden in alle fora en talkshows gevraagd en sommigen van ons zullen worden ingevlogen om lezingen te geven aan cultureel geïnteresseerde (en vooral zeer welgestelde) reisgezelschappen die de wereld verkennen onder de hoede van al even cultureel betrokken en daarbij onbaatzuchtige organisatoren.
Helaas: als je de naam van een niet bestaand tijdschrift aan AI aanbiedt, krijg je ongeveer dezelfde tekst.



© 2025 Carlo van Praag meer Carlo van Praag - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Kunstmatige intelligentie Carlo van Praag
2208VG AI

Je hoort de laatste tijd nogal eens over AI, zijnde de afkorting van Artificiële Intelligentie (de afkorting van het minstens zo correcte Kunstmatige Intelligentie is al gereserveerd voor een ander verschijnsel). Mijn enthousiasme voor deze als revolutionair aangeprezen ontwikkeling was niet meteen gewekt, omdat de vruchten die mij ervan bereikten, neerkwamen op stomme chatbots waarmee bedrijven de communicatie met hun klanten uit de weg gaan. Ook voor zoekmachines die een kant en klaar uitgeschreven antwoord geven op een vraag in plaats van links naar documenten over het onderwerp te verschaffen, heb ik weinig geestdrift.

Maar toch, ik merkte dat vertalingen er, ongetwijfeld door AI, enorm op vooruit zijn gegaan. De vertalingen van het Macedonisch in het Farsi die ik even heb geïnspecteerd, leken mij zeer bevredigend. Ik hoefde er nauwelijks nog aan te sleutelen.

Mijn belangstelling groeide door het onlangs verschenen boek ‘Nexus’ van Yuval Noah Harari. Hij dicht AI, als zelflerend systeem, zoveel potentie toe dat een nieuw tijdvak in de menselijke geschiedenis gaat aanbreken. De nadruk valt bij hem op de negatieve en zelfs rampzalige macht die AI over de mensheid kan krijgen. Er dreigt een gigantische datawolk boven ons uit te hangen die ons handelen en ons denken bepaalt. De bedrijven die honderden miljarden in AI investeren (op zich al een verwijzing naar het belang van de ontwikkeling) moeten het niet hebben van het menselijk heil, maar van de aandacht van de consument en deze wordt vooral gewekt door sensatie. Hoe meer sensatie, hoe meer clicks, des te meer winst uit advertenties. Geen wonder dat uitingen van haat, verdachtmakingen en complottheorieën dan een streepje voorhebben op genuanceerde informatie. Hoe meer van dit soort uitingen, hoe meer het zichzelf ontwikkelende AI zich tot spreekmeester van agressie, haat en sinistere fantasieën zal maken. Het systeem vindt zijn bron immers in de verzamelde teksten en beelden van de mensheid. Zonder krachtige filters gaat deze ellende steeds meer overheersen en de ontwikkelaars van AI zijn allesbehalve ijverig als het gaat om de plaatsing en het onderhoud van filters. We hoeven alleen maar aan Elon Musk te denken, maar zijn medium is zeker niet het enige dat lak heeft aan het welzijn van de bevolking. Voor de ondergang van de wereld heb je AI niet eens nodig. De huidige sociale media zijn al toereikend. De Roemenen waarvan de helft Tik Tok als voornaamste informatiebron heeft, kiezen een fascist (hier niet bedoeld als scheldwoord maar als precieze aanduiding) tot president (in elk geval als voorlopig resultaat van de verkiezingen).

Andere onderzoekers van AI zijn minder beducht voor de gevaren, hoewel zij deze in de regel wel onderkennen. Zij denken dat AI zich door de mens wel laat dresseren en dan kan fungeren als vervanging of op zijn minst als verrijking van bijna alle vormen van geestelijke arbeid. Vooral in snelheid legt de mens het in dit opzicht af tegen AI en ook in taalkundig opzicht en creativiteit is AI vaak superieur. Het is niet alleen uit luiheid dat leden van de academische wereld en van de ambtenarij hun teksten, en dan vooral de samenvattingen daarvan, door AI laten componeren. Zelfs literaire schrijvers bedienen zich er soms van en zeker niet altijd met noodlottig resultaat. Ethan Mollick beveelt AI dan ook aan als een samenwerkingsproject tussen menselijke en machinale intelligentie met de mens aan het roer (Co-intelligence. Living and working with AI). Het gaat banen kosten, jawel, maar er komen ook banen voor terug. Dat is in het verleden toch ook gebeurd met de mechanisatie van handarbeid en met de automatisering van de dienstverlening die zich in een volgend stadium heeft voltrokken. Leunstoelredacteuren, vrees niet voor uw toekomst!

Proberen

Goed, mijn interesse gewekt, besloot ik ook maar eens AI te proberen. Het lanceren van de juiste ‘prompt’ is daarbij essentieel, was mij duidelijk geworden. De verwoording van een vraag bepaalt in grote mate de richting en de kwaliteit van het antwoord. Ik koos voor een neutraal gestelde prompt:
‘Wat is je oordeel over het internettijdschrift De Leunstoel?’

Ik kreeg als antwoord:
 ‘De Leunstoel is een Nederlands internettijdschrift dat zich richt op literatuur, cultuur en wetenschap. Het tijdschrift biedt een platform voor essays, recensies, en artikelen over diverse onderwerpen, vaak met een focus op de verbinding tussen literatuur en actuele maatschappelijke thema's. Het staat bekend om zijn kritische en diepgaande benadering van de onderwerpen die het behandelt. De Leunstoel is een plek waar zowel gevestigde als opkomende schrijvers hun werk kunnen publiceren en waar lezers kunnen genieten van kwalitatief hoogstaande inhoud.’

Een opsteker, nietwaar? Het zal niet lang meer duren of de Leunstoelmedewerkers worden in alle fora en talkshows gevraagd en sommigen van ons zullen worden ingevlogen om lezingen te geven aan cultureel geïnteresseerde (en vooral zeer welgestelde) reisgezelschappen die de wereld verkennen onder de hoede van al even cultureel betrokken en daarbij onbaatzuchtige organisatoren.
Helaas: als je de naam van een niet bestaand tijdschrift aan AI aanbiedt, krijg je ongeveer dezelfde tekst.

© 2025 Carlo van Praag
powered by CJ2