|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 2
Jaargang 22
3 oktober 2024 Nummer 3 verschijnt op 17 oktober 2024 | |
|
Bezigheden > Ergernissen |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
De rookmelder |
Arie de Jong |
|
|
Eindelijk was het zover. Al bijna een jaar lag het doosje klaar met twee rookmelders. Al die tijd ben ik in overtreding geweest. Want op 1 juli 2022 werd het verplicht in elk huis minstens een rookmelder te hebben. Ik neem aan dat in de wetgeving zelfs wordt gesproken over een functionerende rookmelder. Dat ik wel een rookmelder in huis had, zelfs twee, maar dat die twee nog in een doosje zaten, zou natuurlijk niet geteld hebben voor de inspecteur rookmelders als die was langs gekomen. Ik werd me pas bewust van de verplichting rookmelders te hebben, toen het al bijna te laat was, een paar weken voor de fatale datum van 1 juli 2022. Gelukkig hadden ze bij de bouwmarkt op mij gerekend: van allerlei soorten rookmelders waren er nog een heleboel.
Toch stelde ik het telkens uit om ze te bevestigen, ook al was het wettelijk verplicht ze te hebben. Soms had ik helemaal geen zin, en na verloop van tijd was ik het vergeten. De urgentie was natuurlijk ook niet groot. Niemand rookt bij mij in huis, we hebben geen open haard, je hebt fantasie nodig om iets te bedenken waardoor de rookmelder een doordringend signaal kan geven. En doordringend kan het zijn! Ik was eens op vakantie, in een gehuurd huisje in de buurt van Oxford. Zoals altijd, een zelf uitgevonden traditie, zou ik op de eerste avond pannenkoeken bakken. De eerste lag nog maar nauwelijks in de pan of de rookmelder had de rook opgesnoven en begon akelig te blèren. We kregen dat kreng alleen stil door de ramen op elkaar open te zetten, zodat een voortdurende tocht voorkwam dat de rookmelder opnieuw iets van mijn pannenkoeken kon opvangen. Belangrijke les: bevestig geen rookmelders boven het fornuis!
Ophangen
Het aanbrengen van de beide rookmelders stond mij voortdurend tegen. Want voor een onbetekenend karwei moet je behoorlijk wat doen. Om te beginnen het doosje openen en de gebruiksaanwijzing doorgronden. Onderdeel van de instructie was dat je voortaan elke week moest controleren of de rookmelders het nog wel deden. Dan zou ik voortaan elke week op een trapje moeten klimmen, teneinde op het midden van de rookmelder te drukken en zodoende deze te verleiden tot drie maal toe een gillend signaal af te geven. Dat gaat niet gebeuren. Zoals ik er ook geen trek in had te moeten boren in het plafond, de beste plek voor de rookmelders. Hoog op de wand moest volstaan. Op de plaats waar ik beide rookmelders wilde aanbrengen, in de gang en op de overloop, moest ik spullen opzij zetten. Dan een trapje gepakt, de klopboor, het koffertje met boortjes en andere hulpmiddelen uit de schuur gehaald, een verlengsnoer opgeduikeld, de stofzuiger gepakt om na het aanbrengen van de minuscule boorgaatjes het witte stof op te vegen. Het boren van de vier gaatjes was een fluitje van een cent. Na het bevestigen van de rookmelders, het afvoeren van alle verpakkingsmateriaal en het wegzuigen van de stof, resteerde mij nog de taak om alles weer op te bergen. En om eenmaal te proberen of de rookmelder het doordringende signaal afgaf. De rookmelders hangen nu. Ik voldoe aan de wettelijke voorschriften. Ik voel mij een oppassende burger. Ik ben benieuwd wat ze nog verder gaan bedenken om mij van de straat te houden.
Nog zo iets
Ook andere instanties doen mee aan zulke zaken. De wijk waar ik in woon was recent aan de beurt voor de aanleg van het glasvezelkabelnet. Nadat er eerst bij de ingang van de wijk een opwekkend reclamebord had gestaan (eerder had ik het al fietsend gezien in dorpen rondom Leiden) begon het werk. Straten werden opgebroken, trottoirs doorploegd, men probeerde voorzichtig te zijn in de voortuintjes. Eerst verschenen er draadjes vlak bij je huis, net boven het maaiveld, later kwam er een ploegje werkers om die draadjes weer door te trekken naar een aansluiting in huis. Die kwam bij mij in de meterkast. Pas toen kwam het bericht dat uiterlijk over twee jaar je aangesloten moet zijn op dit nieuwe netwerk, want het oude zal worden afgesloten. Dus moest ik die aansluiting op mijn beurt aansluiten op mijn router. Het meegeleverde kabeltje was tekort en eerlijk gezegd zag ik het niet zitten. Gelukkig kon je gratis een medewerker laten komen, die bekeek alles en meldde me dat hij niets kon aansluiten als er niet een stopcontact in de meterkast zat. Die mocht hij niet aanleggen, dat moest een bevoegde elektricien doen. Ik heb daarna maar zelf een kabeltje getrokken om een stopcontact aan te leggen. Weer een hoop boren en op een ladder staan. Vervolgens heb ik zelf, met een na-geleverde lange aansluitkabel, alles opgelost. Het verschil in ontvangst bij televisie, telefoon en computers kan ik niet merken, ik was al tevreden, maar we zijn nu op de toekomst voorbereid!
----------
De tekening is van Henk Klaren
|
|
|
|
|
|
|
|
Bezigheden > Ergernissen |
De rookmelder |
Arie de Jong |
Eindelijk was het zover. Al bijna een jaar lag het doosje klaar met twee rookmelders. Al die tijd ben ik in overtreding geweest. Want op 1 juli 2022 werd het verplicht in elk huis minstens een rookmelder te hebben. Ik neem aan dat in de wetgeving zelfs wordt gesproken over een functionerende rookmelder. Dat ik wel een rookmelder in huis had, zelfs twee, maar dat die twee nog in een doosje zaten, zou natuurlijk niet geteld hebben voor de inspecteur rookmelders als die was langs gekomen. Ik werd me pas bewust van de verplichting rookmelders te hebben, toen het al bijna te laat was, een paar weken voor de fatale datum van 1 juli 2022. Gelukkig hadden ze bij de bouwmarkt op mij gerekend: van allerlei soorten rookmelders waren er nog een heleboel.
Toch stelde ik het telkens uit om ze te bevestigen, ook al was het wettelijk verplicht ze te hebben. Soms had ik helemaal geen zin, en na verloop van tijd was ik het vergeten. De urgentie was natuurlijk ook niet groot. Niemand rookt bij mij in huis, we hebben geen open haard, je hebt fantasie nodig om iets te bedenken waardoor de rookmelder een doordringend signaal kan geven. En doordringend kan het zijn! Ik was eens op vakantie, in een gehuurd huisje in de buurt van Oxford. Zoals altijd, een zelf uitgevonden traditie, zou ik op de eerste avond pannenkoeken bakken. De eerste lag nog maar nauwelijks in de pan of de rookmelder had de rook opgesnoven en begon akelig te blèren. We kregen dat kreng alleen stil door de ramen op elkaar open te zetten, zodat een voortdurende tocht voorkwam dat de rookmelder opnieuw iets van mijn pannenkoeken kon opvangen. Belangrijke les: bevestig geen rookmelders boven het fornuis!
Ophangen
Het aanbrengen van de beide rookmelders stond mij voortdurend tegen. Want voor een onbetekenend karwei moet je behoorlijk wat doen. Om te beginnen het doosje openen en de gebruiksaanwijzing doorgronden. Onderdeel van de instructie was dat je voortaan elke week moest controleren of de rookmelders het nog wel deden. Dan zou ik voortaan elke week op een trapje moeten klimmen, teneinde op het midden van de rookmelder te drukken en zodoende deze te verleiden tot drie maal toe een gillend signaal af te geven. Dat gaat niet gebeuren. Zoals ik er ook geen trek in had te moeten boren in het plafond, de beste plek voor de rookmelders. Hoog op de wand moest volstaan. Op de plaats waar ik beide rookmelders wilde aanbrengen, in de gang en op de overloop, moest ik spullen opzij zetten. Dan een trapje gepakt, de klopboor, het koffertje met boortjes en andere hulpmiddelen uit de schuur gehaald, een verlengsnoer opgeduikeld, de stofzuiger gepakt om na het aanbrengen van de minuscule boorgaatjes het witte stof op te vegen. Het boren van de vier gaatjes was een fluitje van een cent. Na het bevestigen van de rookmelders, het afvoeren van alle verpakkingsmateriaal en het wegzuigen van de stof, resteerde mij nog de taak om alles weer op te bergen. En om eenmaal te proberen of de rookmelder het doordringende signaal afgaf. De rookmelders hangen nu. Ik voldoe aan de wettelijke voorschriften. Ik voel mij een oppassende burger. Ik ben benieuwd wat ze nog verder gaan bedenken om mij van de straat te houden.
Nog zo iets
Ook andere instanties doen mee aan zulke zaken. De wijk waar ik in woon was recent aan de beurt voor de aanleg van het glasvezelkabelnet. Nadat er eerst bij de ingang van de wijk een opwekkend reclamebord had gestaan (eerder had ik het al fietsend gezien in dorpen rondom Leiden) begon het werk. Straten werden opgebroken, trottoirs doorploegd, men probeerde voorzichtig te zijn in de voortuintjes. Eerst verschenen er draadjes vlak bij je huis, net boven het maaiveld, later kwam er een ploegje werkers om die draadjes weer door te trekken naar een aansluiting in huis. Die kwam bij mij in de meterkast. Pas toen kwam het bericht dat uiterlijk over twee jaar je aangesloten moet zijn op dit nieuwe netwerk, want het oude zal worden afgesloten. Dus moest ik die aansluiting op mijn beurt aansluiten op mijn router. Het meegeleverde kabeltje was tekort en eerlijk gezegd zag ik het niet zitten. Gelukkig kon je gratis een medewerker laten komen, die bekeek alles en meldde me dat hij niets kon aansluiten als er niet een stopcontact in de meterkast zat. Die mocht hij niet aanleggen, dat moest een bevoegde elektricien doen. Ik heb daarna maar zelf een kabeltje getrokken om een stopcontact aan te leggen. Weer een hoop boren en op een ladder staan. Vervolgens heb ik zelf, met een na-geleverde lange aansluitkabel, alles opgelost. Het verschil in ontvangst bij televisie, telefoon en computers kan ik niet merken, ik was al tevreden, maar we zijn nu op de toekomst voorbereid!
----------
De tekening is van Henk Klaren
|
© 2023 Arie de Jong |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|