archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Goed zo jongens Julius Pasgeld

2008BS Goed zoIdealisme. Kom er nu eens om. Het enige ideaal bestaat tegenwoordige uit nóg meer geld. En als je dat hebt bereikt, blijk nóg meer geld nog beter. Dat was vroeger wel anders. De jeugd bleek andere idealen te hebben. Idealen die verder reikten dan het eigen belang.

November 1961. Op het kruispunt van de Anna Paulownastraat en de Laan van Meerdervoort is het ’s ochtends omstreeks half negen erg druk. Trams rijden af en aan. Auto’s wringen zich door de flessenhals aldaar. Fietsers begeven zich in dikke rijen naar hun werk.
Plotseling maken zich, als op commando, ruim dertig personen los uit de schaduwen van de omliggende gebouwen en begeven zich, op het moment dat de stoplichten op rood en oranje staan naar het midden van het kruispunt en gaan daar zitten.
Zitten?
Jawel. Zitten, midden op een kruispunt.
De eerste sit-down demonstratie in Nederland.

Ban de bom!

Het verkeer lamleggen, zo meenden wij in die goede oude tijd, was hét middel bij uitstek om je onvrede met het bestaan van, noem maar wat, atoombommen te uiten. ‘Ban de bom’ dus!
Als men maar genoeg op kruispunten ging zitten zouden die atoombommen vanzelf wel weer verdwijnen. Dachten we toen.
En daar zat ik dan. Tussen een dertigtal jongeren waarvan ik me nu alleen nog Roel van Duijn en Johanniek van der Molen kan herinneren.
Tijdens al dat idealisme sloeg de werkelijkheid onbarmhartig toe! Automobilisten drukten hun voorwielen ongeduldig tegen ons aan. Het duurde niet lang of er stonden wel 20 trams aan beide kanten te wachten tot het voorbij was.
Een mevrouw tilde haar fiets op, liep voorzichtig om ons heen en riep: ‘Goedzo, jongens. Doe er wat aan!’. Een vooraf ingelichte fotograaf zat, van boven af, uit een der omringende gebouwen, foto’s te maken.
En ja. Daar had je de politie al. Gebrek aan ervaring maakte, dat ze elke demonstrant heel voorzichtig met vier man optilden, naar de arrestantenbusjes droegen en weer terug gingen om de volgende demonstrant op te halen. Waardoor de zojuist afgevoerde demonstrant weer rustig naar het kruispunt kon lopen om te wachten tot hij opnieuw werd afgevoerd. Hoewel we slechts met z’n dertigen waren, duurde het op deze manier wel 80 demonstranten lang voordat de politie in de gaten kreeg, dat ze iemand bij de busjes moesten posteren.

‘Stille binken’

Met gillende sirenes werden we afgevoerd naar het hoofdbureau van politie aan het Burgemeester de Monchyplein alwaar we, en nu druk ik me echt vriendelijk uit, een weinig zachtzinnig verhoor ondergingen. Onze ondervragers waren marechaussees en ‘stille binken’ van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Ze wilden weten wie de leiding had. Dat zeiden we niet. En of we door Moskou waren gestuurd. Dat waren we niet. Ook niet toen we, één voor één ruw door elkaar werden gerammeld en de beschuldigingen op een wat hoger volume in onze oren werden getetterd.

Snelrecht

Daarna werden we nog diezelfde dag afgevoerd naar het Kantongerecht aan de Prinsegracht. Jawel! Snelrecht! Ook toen al. Op de publieke tribune zag ik mijn vader zitten. Hij had een dagje vrij genomen om de belevenissen van zijn zoon de gehele dag van nabij te volgen.
De uitspraak luidde: 25 gulden boete wegens het hinderen van het verkeer. Hinderen van het verkeer? Het ging toch om atoombommen? In hoger beroep dus.
Dat diende een maand later. Opgeroepen getuigen-deskundigen wisten de rechter van het gevaar van atoombommen en van onze goede bedoelingen te overtuigen.
Uiteindelijk werd het geen 25 maar 15 gulden boete!
Wat een avonturen.
Heus. Spanning en idealisme gaan echt wel samen.
Een halve eeuw geleden nog wel tenminste.

----------

De tekening is van Coc van Duijn.
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/



© 2023 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Goed zo jongens Julius Pasgeld
2008BS Goed zoIdealisme. Kom er nu eens om. Het enige ideaal bestaat tegenwoordige uit nóg meer geld. En als je dat hebt bereikt, blijk nóg meer geld nog beter. Dat was vroeger wel anders. De jeugd bleek andere idealen te hebben. Idealen die verder reikten dan het eigen belang.

November 1961. Op het kruispunt van de Anna Paulownastraat en de Laan van Meerdervoort is het ’s ochtends omstreeks half negen erg druk. Trams rijden af en aan. Auto’s wringen zich door de flessenhals aldaar. Fietsers begeven zich in dikke rijen naar hun werk.
Plotseling maken zich, als op commando, ruim dertig personen los uit de schaduwen van de omliggende gebouwen en begeven zich, op het moment dat de stoplichten op rood en oranje staan naar het midden van het kruispunt en gaan daar zitten.
Zitten?
Jawel. Zitten, midden op een kruispunt.
De eerste sit-down demonstratie in Nederland.

Ban de bom!

Het verkeer lamleggen, zo meenden wij in die goede oude tijd, was hét middel bij uitstek om je onvrede met het bestaan van, noem maar wat, atoombommen te uiten. ‘Ban de bom’ dus!
Als men maar genoeg op kruispunten ging zitten zouden die atoombommen vanzelf wel weer verdwijnen. Dachten we toen.
En daar zat ik dan. Tussen een dertigtal jongeren waarvan ik me nu alleen nog Roel van Duijn en Johanniek van der Molen kan herinneren.
Tijdens al dat idealisme sloeg de werkelijkheid onbarmhartig toe! Automobilisten drukten hun voorwielen ongeduldig tegen ons aan. Het duurde niet lang of er stonden wel 20 trams aan beide kanten te wachten tot het voorbij was.
Een mevrouw tilde haar fiets op, liep voorzichtig om ons heen en riep: ‘Goedzo, jongens. Doe er wat aan!’. Een vooraf ingelichte fotograaf zat, van boven af, uit een der omringende gebouwen, foto’s te maken.
En ja. Daar had je de politie al. Gebrek aan ervaring maakte, dat ze elke demonstrant heel voorzichtig met vier man optilden, naar de arrestantenbusjes droegen en weer terug gingen om de volgende demonstrant op te halen. Waardoor de zojuist afgevoerde demonstrant weer rustig naar het kruispunt kon lopen om te wachten tot hij opnieuw werd afgevoerd. Hoewel we slechts met z’n dertigen waren, duurde het op deze manier wel 80 demonstranten lang voordat de politie in de gaten kreeg, dat ze iemand bij de busjes moesten posteren.

‘Stille binken’

Met gillende sirenes werden we afgevoerd naar het hoofdbureau van politie aan het Burgemeester de Monchyplein alwaar we, en nu druk ik me echt vriendelijk uit, een weinig zachtzinnig verhoor ondergingen. Onze ondervragers waren marechaussees en ‘stille binken’ van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Ze wilden weten wie de leiding had. Dat zeiden we niet. En of we door Moskou waren gestuurd. Dat waren we niet. Ook niet toen we, één voor één ruw door elkaar werden gerammeld en de beschuldigingen op een wat hoger volume in onze oren werden getetterd.

Snelrecht

Daarna werden we nog diezelfde dag afgevoerd naar het Kantongerecht aan de Prinsegracht. Jawel! Snelrecht! Ook toen al. Op de publieke tribune zag ik mijn vader zitten. Hij had een dagje vrij genomen om de belevenissen van zijn zoon de gehele dag van nabij te volgen.
De uitspraak luidde: 25 gulden boete wegens het hinderen van het verkeer. Hinderen van het verkeer? Het ging toch om atoombommen? In hoger beroep dus.
Dat diende een maand later. Opgeroepen getuigen-deskundigen wisten de rechter van het gevaar van atoombommen en van onze goede bedoelingen te overtuigen.
Uiteindelijk werd het geen 25 maar 15 gulden boete!
Wat een avonturen.
Heus. Spanning en idealisme gaan echt wel samen.
Een halve eeuw geleden nog wel tenminste.

----------

De tekening is van Coc van Duijn.
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/

© 2023 Julius Pasgeld
powered by CJ2