
 Ik keek er naar uit. Ik zou voor de tweede keer meegaan met
een NBA-reis van een subgroep van de
Zwetende Heeren. Dankzij de ‘duurzame inzetbaarheidsuren’ kan ik, als
hogeschooldocent van gevorderde leeftijd, sinds een paar jaar ook buiten de
schoolvakanties op pad. Twee jaar geleden ging ik mee naar Florida, waar we in
Orlando en Miami basketbalwedstrijden bezochten en tussendoor de Everglades bestudeerden. Dit jaar waren Washington en New York de bestemming. In
Washington hadden we kaartjes voor de Wizards tegen Miami Heat. ‘The Heat’ had
ik twee jaar eerder al zien spelen. Sindsdien basketbal ik zelf in een shirt
van Tyler Herro. In New York zouden we in Madison Square Garden The Knicks tegen
de Philadelphia 76ers bezoeken en tot slot in Brooklyn de Nets tegen de Timberwolves
uit Minnesota.
Ik keek er tegenop. Twee jaar geleden ging ik naar de VS van
Joe Biden. Deze keer kwamen we in de VS van Donald Trump. Ik moest een nieuwe
ESTA aanvragen (Electronic System for Travel Authorization). Een van de
onderdelen van die aanvraag is dat je de adressen van je sociale media opgeeft.
De berichten op mijn sociale media ademen niet bepaald veel liefde voor de
huidige president uit, dus ik maakte me een beetje zorgen.
Gelukkig behoren Washington en New York tot de liberale streken
van de VS. Ik voelde me er onmiddellijk thuis. Net als in Massachusetts, waar
mijn dochter en haar gezin een paar jaar woonden, waren de meeste kerken
gedecoreerd met regenboogvlaggen en ‘Black Lives Matter’- posters. Maar het meest
opmerkelijke: ik zag werkelijk nergens mensen met MAGA-petjes. Niet dat de
MAGA-petjes helemaal ontbraken. Ik zag ze soms liggen in souvenirwinkels. Een
beetje beschroomd in een hoekje weggestopt.
Toen we van Washington naar New York reden maakten we een
tussenstop in Philadelphia. We bezochten de plek waar de ‘Declaration of
Independence’ was ondertekend. We zagen de Liberty Bell. Naast de Liberty Bell
hadden kinderen opgeschreven welke vrouwen ze als inspiratiebron zien. Naast ‘my
mom’ waren dat Harriet Tubman, Rosa Park, Angela Davis en Kamala Harris.
Het belang van de grondwet werd er flink ingehamerd. Tot ‘the
great essentials’ van James Madison behoort dat ‘just government does not depend
on the whims of human leaders’. Een bordje op de straat herinnerde de voorbijganger
aan de eerste ‘march for lesbian and gay rights’ die hier in 1979 gehouden
werd.
Ook in New York beperkte de MAGA-aanwezigheid zich tot de souvenirwinkels.
Daar lagen ook T-shirts met opwekkende teksten als ‘Fuck You You Fucking Fuck’.
Ik vermoed dat de doelgroep ongeveer identiek is, al heb ik ook niemand
daadwerkelijk dat T-shirt zien dragen. Één uitbater was het daar blijkbaar mee
eens want hij had dit ‘fuck’-shirt naast een T-shirt met de kop van Donald Trump
opgehangen. Er tussenin hing nog een shirt met het woord ‘Cock’ in Coca
Cola-letters (Enjoy my cock, it’s the real thing). ‘The Don’ (Never Surrender!) hing daar dus zeer
op zijn plaats.
Ik had me wel zorgen gemaakt over het basketbalpubliek. Nederlandse
‘supporters’ zijn niet altijd van die frisse jongens, dus ik was bang dat we in
de stadions tussen de ‘USA, USA’ scanderende MAGA-proleten terecht zouden
komen. Onze laatste wedstrijd in Brooklyn werd geafficheerd als ‘Pride Night’.
We vermoedden dat ze ergens trots op waren, maar niet dat het over homoseksualiteit
of gendergelijkheid of zoiets zou gaan. Het tegendeel was het geval. Tussen al
het spektakel door kreeg Jason Collins, een basketbalheld die uit de kast was
gekomen, een ‘LGBT Award’. Het hele
Barclays Center, het stadion van de Brooklyn Nets, begon te juichen. Geen enkel
boegeroep.
Ook opmerkelijk was dat alle Uber-chauffeurs spontaan over 'that crazy guy' begonnen te spreken. Dat was twee jaar geleden in Florida wel anders geweest. Misschien lag dat ook aan de afkomst van de chauffeurs. In Florida waren dat allemaal Cubanen. In New York en Washington werden we voornamelijk rondgereden door Ethiopiërs, al troffen we ook een Oeigoer die aan de verschrikkingen in China was ontsnapt en een Senegalees met warme herinneringen aan Koninginnedag in Nederland.
Is er dan niks aan de hand? Nee, er is wel degelijk veel aan
de hand, maar er is hoop dat het gezonde verstand zal overwinnen. Ik zei tegen
een New Yorker waarmee ik in gesprek raakte dat ik ‘a little anxious’ was geweest om
naar de VS te gaan. Hij vertelde me dat hij ook ‘a little anxious’ was. In New York viel het nog wel mee, maar ik moest
maar niet naar New Orleans of Memphis gaan. ‘That’s a whole other story’.
Desalniettemin een week om nooit te vergeten. ---------- De foto's komen van de schrijver

|