archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 22
10 april 2025
Nummer 15 verschijnt op
1 mei 2025
Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Op de fiets, en er weer af Arie de Jong

2214BZ Erop eraf 2Pas geleden had ik een ervaring die veel mensen ooit overkomt: je bent machteloos om een val te voorkomen en het gaat onverbiddelijk mis. Dat kan soms slecht aflopen, vooral voor ouderen die niet meer zo vast op hun benen staan. Iemand stapt verkeerd op een trap of een krukje om iets te pakken en dondert naar beneden. In totaal gaan tussen vier en vijfduizend mensen per jaar dood door een val, omdat ze op een stoel gaan staan, uit bed vallen, over een drempel struikelen, van de trap of van een ladder, noem maar op. Opmerkelijk genoeg veel meer vrouwen dan mannen, maar dat komt door de leeftijd. Als iemand van haar of zijn fiets valt telt het trouwens mee bij verkeersongevallen en niet bij de ‘accidentele val’. Naast al die overledenen wordt een veelvoud gewond en moet naar het ziekenhuis.
Als het je eenmaal overkomt (en je het kunt navertellen), dan merk je pas hoe machteloos je bent als je eenmaal aan het vallen bent. Dat met of van mijn fiets vallen had ik al wel vaker meegemaakt, maar deze keer was het werkelijk heel gênant.

Machteloos onderuit

Ik was op de fiets onderweg naar een bijeenkomst. Het was ’s avonds en al donker. De nogal lange veter van mijn rechterschoen raakte in de trapper, draaide rond totdat mijn trapper blokkeerde. Terwijl ik bezig was om te vallen, probeerde ik mijn voet van de trapper te halen om te steunen op het plaveisel. Maar dat kon niet! Mijn voet kon niet meer van het pedaal, omdat de veter daarin was verstrikt geraakt. En zo viel ik met fiets en al keihard op straat. Dat gevoel van machteloosheid, terwijl je valt, zonder zelfs iets te kunnen doen aan het stuiten van je val. Het stuur kwam pittig tegen mijn borstkas, ik had er nog weken last van. Met mijn handen probeerde ik mijn val op te vangen. Dat kwam me op wekenlange pijn in mijn hand te staan. En daar lag ik dan, met mijn voet gekluisterd aan de trapper en de fiets op mij. Met moeite kon ik de veter losmaken, erg ongemakkelijk, want ik kon er slecht bij. Ondertussen fietste soms iemand langs, maar door het ontbreken van hulpgeroep van mijn kant hield niemand in of vroeg hoe het met me was. Bij alle vorige keren dat ik onderuit ging waren er altijd mensen toegesneld om me te helpen, terwijl ik toch nooit om hulp had geroepen. Deze keer niet.
Toen de veter weer los was en ik de veters opnieuw knoopte met een extra knoop er op, fietste ik maar weer verder. Dat had beroerder af kunnen lopen, nu had ik alleen pijn en blauwe plekken.

Er wordt nogal wat gevallen met de fiets

Wat me opvalt de laatste tijd, dat ik wel meer mensen heb gezien die van hun fiets waren gevallen. Een enkele keer moest de ambulance er zelfs bijkomen, om iemand af te voeren die uit zichzelf niet meer verder kon. Om wat voorvallen te noemen. Ik zag een jonge vrouw, huilend tegen de schouder van een toegesnelde oudere man, van wie de fiets een pittige slag in het voorwiel liet zien, onderuitgegaan door toedoen van een te snel langsfietsende fat bike. Een andere keer een knul die buiten bewustzijn op het trottoir lag, de fiets ernaast, omringd door enkele vrienden, en voor wie een ambulance moest komen. Weer een andere keer twee fietsers die tegen elkaar geknald waren en verdwaasd probeerden op te krabbelen (en een ervan was weer een berijder van een fat bike).

Er zijn wat ontwikkelingen die de kans op een ongeval voor fietsers hebben vergroot. Snelheden verschillen nogal, ook door de komst van de fat bike, veelal feitelijk een elektrisch voortgedreven brommer, bereden door jongeren zonder helm of verzekering. Het is verbijsterend hoeveel fietsers menen zonder handen aan het stuur te kunnen rijden. Sommige domoren hebben de handen zelfs in de zakken of kijken niet op de weg maar op hun smartphone. Het gaat overigens nagenoeg alleen om mannen, vooral pubers. Dan zijn er te veel fietsers die zo gewend zijn geraakt aan twee-richtingenverkeer op een deel van de fietspaden, dat ze ook tegen de richting in fietsen waar het niet kan en niet mag. Ook schrik ik nogal eens van fietsers die alvast aan de linkerkant van de weg gaan rijden, zodat je zelf geen ruimte hebt om uit te wijken. Ik ben ook niet blij met de ongeduldige en haastige bakfietsrijders, soms met meer oog voor de kleintjes in de bak of het tegelijkertijd kijken op hun smartphone. Of wat te denken van de talrijke fietsers die geen respect hebben voor overstekende voetgangers op een zebrapad: doorkarren maar.
Misschien moeten we een rijbewijs invoeren van iedereen die op een elektrisch voortbewogen fiets zit?

----------

De auteur heeft de statistiek geleverd.




© 2025 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Op de fiets, en er weer af Arie de Jong
2214BZ Erop eraf 2Pas geleden had ik een ervaring die veel mensen ooit overkomt: je bent machteloos om een val te voorkomen en het gaat onverbiddelijk mis. Dat kan soms slecht aflopen, vooral voor ouderen die niet meer zo vast op hun benen staan. Iemand stapt verkeerd op een trap of een krukje om iets te pakken en dondert naar beneden. In totaal gaan tussen vier en vijfduizend mensen per jaar dood door een val, omdat ze op een stoel gaan staan, uit bed vallen, over een drempel struikelen, van de trap of van een ladder, noem maar op. Opmerkelijk genoeg veel meer vrouwen dan mannen, maar dat komt door de leeftijd. Als iemand van haar of zijn fiets valt telt het trouwens mee bij verkeersongevallen en niet bij de ‘accidentele val’. Naast al die overledenen wordt een veelvoud gewond en moet naar het ziekenhuis.
Als het je eenmaal overkomt (en je het kunt navertellen), dan merk je pas hoe machteloos je bent als je eenmaal aan het vallen bent. Dat met of van mijn fiets vallen had ik al wel vaker meegemaakt, maar deze keer was het werkelijk heel gênant.

Machteloos onderuit

Ik was op de fiets onderweg naar een bijeenkomst. Het was ’s avonds en al donker. De nogal lange veter van mijn rechterschoen raakte in de trapper, draaide rond totdat mijn trapper blokkeerde. Terwijl ik bezig was om te vallen, probeerde ik mijn voet van de trapper te halen om te steunen op het plaveisel. Maar dat kon niet! Mijn voet kon niet meer van het pedaal, omdat de veter daarin was verstrikt geraakt. En zo viel ik met fiets en al keihard op straat. Dat gevoel van machteloosheid, terwijl je valt, zonder zelfs iets te kunnen doen aan het stuiten van je val. Het stuur kwam pittig tegen mijn borstkas, ik had er nog weken last van. Met mijn handen probeerde ik mijn val op te vangen. Dat kwam me op wekenlange pijn in mijn hand te staan. En daar lag ik dan, met mijn voet gekluisterd aan de trapper en de fiets op mij. Met moeite kon ik de veter losmaken, erg ongemakkelijk, want ik kon er slecht bij. Ondertussen fietste soms iemand langs, maar door het ontbreken van hulpgeroep van mijn kant hield niemand in of vroeg hoe het met me was. Bij alle vorige keren dat ik onderuit ging waren er altijd mensen toegesneld om me te helpen, terwijl ik toch nooit om hulp had geroepen. Deze keer niet.
Toen de veter weer los was en ik de veters opnieuw knoopte met een extra knoop er op, fietste ik maar weer verder. Dat had beroerder af kunnen lopen, nu had ik alleen pijn en blauwe plekken.

Er wordt nogal wat gevallen met de fiets

Wat me opvalt de laatste tijd, dat ik wel meer mensen heb gezien die van hun fiets waren gevallen. Een enkele keer moest de ambulance er zelfs bijkomen, om iemand af te voeren die uit zichzelf niet meer verder kon. Om wat voorvallen te noemen. Ik zag een jonge vrouw, huilend tegen de schouder van een toegesnelde oudere man, van wie de fiets een pittige slag in het voorwiel liet zien, onderuitgegaan door toedoen van een te snel langsfietsende fat bike. Een andere keer een knul die buiten bewustzijn op het trottoir lag, de fiets ernaast, omringd door enkele vrienden, en voor wie een ambulance moest komen. Weer een andere keer twee fietsers die tegen elkaar geknald waren en verdwaasd probeerden op te krabbelen (en een ervan was weer een berijder van een fat bike).

Er zijn wat ontwikkelingen die de kans op een ongeval voor fietsers hebben vergroot. Snelheden verschillen nogal, ook door de komst van de fat bike, veelal feitelijk een elektrisch voortgedreven brommer, bereden door jongeren zonder helm of verzekering. Het is verbijsterend hoeveel fietsers menen zonder handen aan het stuur te kunnen rijden. Sommige domoren hebben de handen zelfs in de zakken of kijken niet op de weg maar op hun smartphone. Het gaat overigens nagenoeg alleen om mannen, vooral pubers. Dan zijn er te veel fietsers die zo gewend zijn geraakt aan twee-richtingenverkeer op een deel van de fietspaden, dat ze ook tegen de richting in fietsen waar het niet kan en niet mag. Ook schrik ik nogal eens van fietsers die alvast aan de linkerkant van de weg gaan rijden, zodat je zelf geen ruimte hebt om uit te wijken. Ik ben ook niet blij met de ongeduldige en haastige bakfietsrijders, soms met meer oog voor de kleintjes in de bak of het tegelijkertijd kijken op hun smartphone. Of wat te denken van de talrijke fietsers die geen respect hebben voor overstekende voetgangers op een zebrapad: doorkarren maar.
Misschien moeten we een rijbewijs invoeren van iedereen die op een elektrisch voortbewogen fiets zit?

----------

De auteur heeft de statistiek geleverd.


© 2025 Arie de Jong
powered by CJ2