 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |

archief vorig nr. lopend nr. |
 |
 |
 |

Nummer 12
Jaargang 22
13 maart 2025 Nummer 14 verschijnt op 10 april 2025 |  |
 |
Bezigheden > In de tuin |
delen printen
terug
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Lofzang op het longkruid |
Marcia Meerum Terwogt |
 |
 |

 Een eerste hommelkoningin vliegt slaapdronken en hongerig door mijn tuin. De dagen worden duidelijk langer, maar afgezien van wat sneeuwwitte klokjes bloeit er nog weinig. In de magere winterzon oogt de tuin dor en stil. In zichzelf gekeerd, wachtend. Maar dan, tussen het verouderde wintergroen, zie ik kleur. Roze. Het Gevlekte Longkruid (Pulmonaria) heeft haar nekje uitgestoken en is als eerste gaan bloeien. Een twintig centimeter lang lentegroen steeltje, met een trosje bloemknoppen, de eerste twee al open. Roze en paars. Het Gevlekte Longkruid is met stip (of beter gezegd, met vlek) mijn favoriet onder de voorjaarsbloeiers. Ik houd haar altijd scherp in de gaten, want ze wordt snel overschreeuwd door andere planten. In het voorjaar is ze absoluut op haar best en loopt ze op de troepen vooruit. Ze heeft groenblijvende bladeren, met de kenmerkende witgrijze vlekken. Die bladeren heeft ze de hele winter aangehouden. Nu ogen ze verfomfaaid, maar snel zal ze nieuw blad aanmaken en worden de kunstige vlekjes weer goed zichtbaar. De schoonheid van dit plantje zit hem, naast het bijzondere blad, in de kleur van de bloempjes. Trechtervormig, hangen ze in trosjes bovenaan de bloeistengel en openen ze in serie. Ze kleuren eerst rozerood, maar veranderen, naar mate ze langer bloeien, naar paarsblauw. Je ziet daarom tegelijkertijd bloemetjes met verschillende kleuren aan één plantje. Dat, tezamen met het gespikkelde blad, maakt haar tot een feestje. Jammer dat ze maar 25 cm hoog wordt.
Groepsvorming
Ze is zó subtiel dat het verstandig is haar in groepjes te zetten. Anders verdwijnt ze in de massa. Ze vermeerdert zich met wortelstokken en kan zo langzaam zelf een groep vormen, maar dat gaat niet echt snel. Dus overweeg je longkruid aan te schaffen, koop er dan minstens drie en zet ze bij elkaar. Gelukkig zaait ze zich ook uit. Mieren willen de zaadjes nog wel eens een eindje met zich meedragen, dus ze kunnen overal opkomen. Een mooie zoek- en kijkopdracht. Het zijn miniversies van hun ouders. De blaadjes vanaf de geboorte gevlekt, dus goed te herkennen. Ik neem ze liefdevol op en zet ze weer in de buurt van hun moeder.
Hoe subtiel dit plantje ook is, ze heeft een ijzersterk wapen tegen De Slak. Het Longkruid behoort tot de familie van de Ruwbladerige (Boraginaceae). Deze planten hebben haartjes op hun blad en slakken houden, net als wij, niet van haren in hun eten. Heb je veel slakken, dan moet je het in deze familie zoeken. Wat denk je van het prachtige Komkommerkruid (Borago)? Met stervormige, bijzonder-blauwe bloemen. Mooi en ook nog eetbaar. Ze smaken een beetje naar, juist, komkommer. In tegenstelling tot het longkruid is ze éénjarig. Maar ze zaait zichzelf lekker uit en zorgt dus elk jaar voor leuke verrassingen.
Slungelige pubers
En de ‘gewone’ Smeerwortel (Symphytum officinale). Ook ruwbladig. In de winter zijn ze compleet verdwenen. Onvoorspelbaar wáár precies, komen ze in de lente tevoorschijn. Met hun lange stekelige bladeren en hoekige stengels, geven ze mijn tuin een ruige look. Als ze blij zijn worden ze een meter hoog. Pas in augustus vallen ze stil en laten ze het hoofd hangen, zwaar van de paarse bloemen. Ook de Smeerwortel heeft trechtervormige bloemen, maar groter dan die van het Longkruid. De nectar zit diep in de bloem verstopt. Speciaal gemaakt voor insecten met een lange tong. Bijen met een kortere tong, zoals de metselbij, hebben daar wat op gevonden. Ze knagen gewoon een gaatje aan de onderkant van de bloembuis. Net zo makkelijk. Je ziet het als kleine bruine vlekjes nabij de bloembodem. Voor de Smeerwortel minder fijn, want bestuiven is er zo niet bij (haha).
Aan het eind van de zomer hangen de Smeerwortels lusteloos tegen elkaar aan, als slungelige, ongekamde pubers. Hun te lange stelen gebogen en geknakt. Het is ze vergeven, want ook al zijn ze wat ongeorganiseerd, ze zijn ook fantastisch voor mijn tuin. De lange wortels maken de compacte kleigrond los en halen mineralen uit de diepte omhoog. De bladeren geven deze voedingstoffen weer af als ze afsterven, en werken daarbij als slakken-barrière. Dus ik leg het overtollige smeerwortelblad overal tussen de andere planten. Je kan er ook gier van maken. Blad met water een paar dagen in een emmer laten staan, zeven, en je hebt gratis Pokon. De naam van de plant komt trouwens van alle smeersels, die men er vroeger van maakte, tegen botbreuken en kneuzingen. De plant heeft een sterke pijnstillende en ontstekingsremmende werking. Je begrijpt: men smeerde wat af.
Ik zou nog wel even door kunnen gaan met de ruwbladigen. Ik heb nog lage Smeerwortel (Symphytum grandiflora) staan, Ossentong (Anchusa), Slangenkruid (Echium). En natuurlijk het onvergetelijke vergeet-me-nietje. Blijkt ook familie. Dat wist ik dan weer niet. Zo bloeien het hele jaar door de Boraginaceae in mijn tuin. Je móet er wel van houden, als je tenminste geen slak bent.
----------
De illustraties zijn geleverd door de auteur.

|
 |
 |
|
 |
 |
 |
 |
Bezigheden > In de tuin |
Lofzang op het longkruid |
Marcia Meerum Terwogt |
 Een eerste hommelkoningin vliegt slaapdronken en hongerig door mijn tuin. De dagen worden duidelijk langer, maar afgezien van wat sneeuwwitte klokjes bloeit er nog weinig. In de magere winterzon oogt de tuin dor en stil. In zichzelf gekeerd, wachtend. Maar dan, tussen het verouderde wintergroen, zie ik kleur. Roze. Het Gevlekte Longkruid (Pulmonaria) heeft haar nekje uitgestoken en is als eerste gaan bloeien. Een twintig centimeter lang lentegroen steeltje, met een trosje bloemknoppen, de eerste twee al open. Roze en paars. Het Gevlekte Longkruid is met stip (of beter gezegd, met vlek) mijn favoriet onder de voorjaarsbloeiers. Ik houd haar altijd scherp in de gaten, want ze wordt snel overschreeuwd door andere planten. In het voorjaar is ze absoluut op haar best en loopt ze op de troepen vooruit. Ze heeft groenblijvende bladeren, met de kenmerkende witgrijze vlekken. Die bladeren heeft ze de hele winter aangehouden. Nu ogen ze verfomfaaid, maar snel zal ze nieuw blad aanmaken en worden de kunstige vlekjes weer goed zichtbaar. De schoonheid van dit plantje zit hem, naast het bijzondere blad, in de kleur van de bloempjes. Trechtervormig, hangen ze in trosjes bovenaan de bloeistengel en openen ze in serie. Ze kleuren eerst rozerood, maar veranderen, naar mate ze langer bloeien, naar paarsblauw. Je ziet daarom tegelijkertijd bloemetjes met verschillende kleuren aan één plantje. Dat, tezamen met het gespikkelde blad, maakt haar tot een feestje. Jammer dat ze maar 25 cm hoog wordt.
Groepsvorming
Ze is zó subtiel dat het verstandig is haar in groepjes te zetten. Anders verdwijnt ze in de massa. Ze vermeerdert zich met wortelstokken en kan zo langzaam zelf een groep vormen, maar dat gaat niet echt snel. Dus overweeg je longkruid aan te schaffen, koop er dan minstens drie en zet ze bij elkaar. Gelukkig zaait ze zich ook uit. Mieren willen de zaadjes nog wel eens een eindje met zich meedragen, dus ze kunnen overal opkomen. Een mooie zoek- en kijkopdracht. Het zijn miniversies van hun ouders. De blaadjes vanaf de geboorte gevlekt, dus goed te herkennen. Ik neem ze liefdevol op en zet ze weer in de buurt van hun moeder.
Hoe subtiel dit plantje ook is, ze heeft een ijzersterk wapen tegen De Slak. Het Longkruid behoort tot de familie van de Ruwbladerige (Boraginaceae). Deze planten hebben haartjes op hun blad en slakken houden, net als wij, niet van haren in hun eten. Heb je veel slakken, dan moet je het in deze familie zoeken. Wat denk je van het prachtige Komkommerkruid (Borago)? Met stervormige, bijzonder-blauwe bloemen. Mooi en ook nog eetbaar. Ze smaken een beetje naar, juist, komkommer. In tegenstelling tot het longkruid is ze éénjarig. Maar ze zaait zichzelf lekker uit en zorgt dus elk jaar voor leuke verrassingen.
Slungelige pubers
En de ‘gewone’ Smeerwortel (Symphytum officinale). Ook ruwbladig. In de winter zijn ze compleet verdwenen. Onvoorspelbaar wáár precies, komen ze in de lente tevoorschijn. Met hun lange stekelige bladeren en hoekige stengels, geven ze mijn tuin een ruige look. Als ze blij zijn worden ze een meter hoog. Pas in augustus vallen ze stil en laten ze het hoofd hangen, zwaar van de paarse bloemen. Ook de Smeerwortel heeft trechtervormige bloemen, maar groter dan die van het Longkruid. De nectar zit diep in de bloem verstopt. Speciaal gemaakt voor insecten met een lange tong. Bijen met een kortere tong, zoals de metselbij, hebben daar wat op gevonden. Ze knagen gewoon een gaatje aan de onderkant van de bloembuis. Net zo makkelijk. Je ziet het als kleine bruine vlekjes nabij de bloembodem. Voor de Smeerwortel minder fijn, want bestuiven is er zo niet bij (haha).
Aan het eind van de zomer hangen de Smeerwortels lusteloos tegen elkaar aan, als slungelige, ongekamde pubers. Hun te lange stelen gebogen en geknakt. Het is ze vergeven, want ook al zijn ze wat ongeorganiseerd, ze zijn ook fantastisch voor mijn tuin. De lange wortels maken de compacte kleigrond los en halen mineralen uit de diepte omhoog. De bladeren geven deze voedingstoffen weer af als ze afsterven, en werken daarbij als slakken-barrière. Dus ik leg het overtollige smeerwortelblad overal tussen de andere planten. Je kan er ook gier van maken. Blad met water een paar dagen in een emmer laten staan, zeven, en je hebt gratis Pokon. De naam van de plant komt trouwens van alle smeersels, die men er vroeger van maakte, tegen botbreuken en kneuzingen. De plant heeft een sterke pijnstillende en ontstekingsremmende werking. Je begrijpt: men smeerde wat af.
Ik zou nog wel even door kunnen gaan met de ruwbladigen. Ik heb nog lage Smeerwortel (Symphytum grandiflora) staan, Ossentong (Anchusa), Slangenkruid (Echium). En natuurlijk het onvergetelijke vergeet-me-nietje. Blijkt ook familie. Dat wist ik dan weer niet. Zo bloeien het hele jaar door de Boraginaceae in mijn tuin. Je móet er wel van houden, als je tenminste geen slak bent.
----------
De illustraties zijn geleverd door de auteur. |
© 2025 Marcia Meerum Terwogt |
 |
 |
 |
 |
powered by CJ2 |
|