 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |

archief vorig nr. lopend nr. |
 |
 |
 |

Nummer 12
Jaargang 22
13 maart 2025 Nummer 13 verschijnt op 27 maart 2025 |  |
 |
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden |
delen printen
terug
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |
'Als we eindstreep halen gaan we naar Lourdes'* |
Jack Luiten |
 |
 |

Het was enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog een hele onderneming: met twee personenauto’s naar Zuid-Frankrijk rijden voor een heuse pelgrimage. Naast de nodige reisspullen en acht volwassen passagiers zaten in beide voertuigen ook nog eens acht (!) kleine kinderen. Een verhaal over hoe oorlog en geloof in Lourdes bij elkaar kwamen.
De families Van der Zon en Kortmann in Zoeterwoude maakten er in 1949 een gezamenlijke onderneming van. Dat spraken ze met elkaar af in de oorlogsjaren. Leidenaar Cas Kortmann (76), het achtste kind van Wybo en Annie Kortmann, vertelt het verhaal met zichtbaar genoegen. Het is geen familiegeheim hoor, verzekert hij: ‘Er wordt in de familie openlijk over gesproken. Het laat zien hoe er toen werd gedacht en hoe ingrijpend het leven in driekwarteeuw is veranderd.’
Zijn vader Wybo was medio vorige eeuw jarenlang huisarts in het dorp en omgeving, net als diens vader. Cas gaat terug in de tijd: ‘Mijn vader en Piet van der Zon waren leeftijdgenoten en goede bekenden van elkaar. Piet had een taxibedrijf en mede vanwege het vervoer van zieke en immobiele mensen troffen ze elkaar regelmatig.’ De vriendschap tussen de twee groeide in de oorlogsjaren, want ze zaten allebei ook in het verzet.
Onderduikers
Leo van der Zon (86), zoon van Piet, was er toentertijd in Lourdes als jochie zélf bij. In zijn woning in Boskoop vertelt hij over de oorlogsjaren in Zoeterwoude. ‘Het toenmalige Patronaatsgebouw was toen het centrum van het plaatselijke verzet. Ik weet nog dat er daar een razzia was. In dat gebouw zaten toen 21 onderduikers onder de vloer. Ik zie nog voor me, hoe m’n moeder hard op de vloer bonkte ten teken dat ze zich koest moesten houden. Het liep gelukkig goed af’, aldus Leo. Bij dezelfde razzia, het was op 19 maart 1945, liep het elders in het dorp nóg eens goed af. Ook de villa ’Oud Raadwijk’ van de familie Kortmann kwam toen aan de beurt. Het was de feestdag van Sint Jozef. Joost (77), de broer van Cas: ‘Mijn moeder riep die heilige toen aan in de overtuiging dat deze bescherming zou bieden. En zo geschiedde. Mijn vader zat samen met ene Jan de Jong in het schuilhok boven de WC. Dit bleek een prima schuilplek.’
Verzetskleding
Op enig moment kreeg Piet van der Zon het verzoek van de bezetter om de Duitse gecommitteerde Hermann Malmus te vervoeren. Daar voelde hij niks voor. Mensen in zijn omgeving wisten hem echter op andere gedachten te brengen, omdat zo’n speciale rijvergunning immers ook voordelen bood. Leo: ‘Het verzet heeft veelvuldig van die vergunning gebruikgemaakt, denk aan het vervoer van wapens, personen en voedsel. Toen mijn vader vlak na de capitulatie die Hermann nog eens vervoerde, had hij z’n verzetskleding aangetrokken. Compleet met oranje armband. Die vent  is zich toen te barsten geschrokken.’ Terug naar de reis naar Lourdes, waarvan het doel volgens Cas tweeledig was: ‘Mijn ouders waren dankbaar dat ze de oorlog hadden overleefd. Gedurende de oorlog had mijn vader ooit tegen Piet van der Zon gezegd: ‘Als we de eindstreep halen, gaan we met onze gezinnen naar Lourdes.’ Piet had ingestemd en vier jaar later was het zover.
‘Zeer recht in de leer’
Doel van de familie Kortmann was óók om bij Maria en Bernadette te bidden en te vragen of hun gezin verblijd zou kunnen worden met de geboorte van een dochter. Cas: ‘We hadden toen thuis zeven jongens en één dochter, Mieke. Ze was de vierde in ons gezin.’ Zijn ouders waren erg rooms, gaat Cas verder. ‘Misschien wel streng katholiek en zeer recht in de leer. Mijn vader was 41 jaar, drie jaar ouder dan mijn moeder. Zij geloofden in bepaalde krachten van het christendom en in het bijzonder die van Maria, die in 1858 in Lourdes achttien keer was verschenen aan het meisje Bernadette Soubirous.’ Lourdes groeide later uit tot de belangrijkste Mariabedevaartplaats ter wereld. ‘Je kunt niet zeggen dat de gebeden van mijn ouders niet zijn verhoord. Hun negende kind was een meisje, dat niet toevallig de naam Bernadette kreeg’, aldus Cas. Zijn broer Joost vult aan: ‘Nadien werd nóg een dochter geboren. Dat was Annetje, vernoemd naar onze eigen moeder Annie en naar de moeder van Maria. Alle kinderen van ons gezin hadden Maria als vierde of vijfde doopnaam.’
Kwaliteit binnenwegen
De verhalen over de reis naar Zuid-Frankrijk kennen de broers vooral uit overlevering. Er waren geen snelwegen. En ze gingen op reis met een heel stel kleine kinderen, voor wie Rust, Reinheid en Regelmaat belangrijk waren. En ook nog eens met veel bagage, gepropt in twee auto’s waar vaak iets aan te repareren viel. Cas: ‘Hun drijfveren waren dankbaarheid en geloof, waar in die jaren heel anders tegenaan gekeken werd dan nu.’ Volgens Joost, toen een kleuter, hebben ze er wel drie of vier dagen over gedaan om in Lourdes terecht te komen. Hij weet nog dat bij zijn moeder voorin, waar ook een kind zat, een gaatje in de vloer van de auto zat. ‘De jongens moesten vaak plassen en zo hoefden we niet telkens te stoppen.’ Hij sluit af met een retorische vraag: ‘Als je nu, driekwart eeuw later, met de kennis en regelgeving van nu terugkijkt, vraag je je af: waar begónnen ze aan’. Maar die oude afspraak zijn ze wel nagekomen.’
----------
Foto 1: Bij de Mariakapel in Lourdes staan in het midden Wybo en Annie
Kortmann (met Cas in haar handen). Rechtsboven Piet van der Zon, op de
voorgrond Joost (tweede van links). Foto 2: De Austin van Kortmann, bij vertrek zwaar beladen. Foto 3: De Chevrolet van Piet van der Zon

|
 |
 |
|
 |
 |
 |
 |
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden |
'Als we eindstreep halen gaan we naar Lourdes'* |
Jack Luiten |
Het was enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog een hele onderneming: met twee personenauto’s naar Zuid-Frankrijk rijden voor een heuse pelgrimage. Naast de nodige reisspullen en acht volwassen passagiers zaten in beide voertuigen ook nog eens acht (!) kleine kinderen. Een verhaal over hoe oorlog en geloof in Lourdes bij elkaar kwamen.
De families Van der Zon en Kortmann in Zoeterwoude maakten er in 1949 een gezamenlijke onderneming van. Dat spraken ze met elkaar af in de oorlogsjaren. Leidenaar Cas Kortmann (76), het achtste kind van Wybo en Annie Kortmann, vertelt het verhaal met zichtbaar genoegen. Het is geen familiegeheim hoor, verzekert hij: ‘Er wordt in de familie openlijk over gesproken. Het laat zien hoe er toen werd gedacht en hoe ingrijpend het leven in driekwarteeuw is veranderd.’
Zijn vader Wybo was medio vorige eeuw jarenlang huisarts in het dorp en omgeving, net als diens vader. Cas gaat terug in de tijd: ‘Mijn vader en Piet van der Zon waren leeftijdgenoten en goede bekenden van elkaar. Piet had een taxibedrijf en mede vanwege het vervoer van zieke en immobiele mensen troffen ze elkaar regelmatig.’ De vriendschap tussen de twee groeide in de oorlogsjaren, want ze zaten allebei ook in het verzet.
Onderduikers
Leo van der Zon (86), zoon van Piet, was er toentertijd in Lourdes als jochie zélf bij. In zijn woning in Boskoop vertelt hij over de oorlogsjaren in Zoeterwoude. ‘Het toenmalige Patronaatsgebouw was toen het centrum van het plaatselijke verzet. Ik weet nog dat er daar een razzia was. In dat gebouw zaten toen 21 onderduikers onder de vloer. Ik zie nog voor me, hoe m’n moeder hard op de vloer bonkte ten teken dat ze zich koest moesten houden. Het liep gelukkig goed af’, aldus Leo. Bij dezelfde razzia, het was op 19 maart 1945, liep het elders in het dorp nóg eens goed af. Ook de villa ’Oud Raadwijk’ van de familie Kortmann kwam toen aan de beurt. Het was de feestdag van Sint Jozef. Joost (77), de broer van Cas: ‘Mijn moeder riep die heilige toen aan in de overtuiging dat deze bescherming zou bieden. En zo geschiedde. Mijn vader zat samen met ene Jan de Jong in het schuilhok boven de WC. Dit bleek een prima schuilplek.’
Verzetskleding
Op enig moment kreeg Piet van der Zon het verzoek van de bezetter om de Duitse gecommitteerde Hermann Malmus te vervoeren. Daar voelde hij niks voor. Mensen in zijn omgeving wisten hem echter op andere gedachten te brengen, omdat zo’n speciale rijvergunning immers ook voordelen bood. Leo: ‘Het verzet heeft veelvuldig van die vergunning gebruikgemaakt, denk aan het vervoer van wapens, personen en voedsel. Toen mijn vader vlak na de capitulatie die Hermann nog eens vervoerde, had hij z’n verzetskleding aangetrokken. Compleet met oranje armband. Die vent  is zich toen te barsten geschrokken.’ Terug naar de reis naar Lourdes, waarvan het doel volgens Cas tweeledig was: ‘Mijn ouders waren dankbaar dat ze de oorlog hadden overleefd. Gedurende de oorlog had mijn vader ooit tegen Piet van der Zon gezegd: ‘Als we de eindstreep halen, gaan we met onze gezinnen naar Lourdes.’ Piet had ingestemd en vier jaar later was het zover.
‘Zeer recht in de leer’
Doel van de familie Kortmann was óók om bij Maria en Bernadette te bidden en te vragen of hun gezin verblijd zou kunnen worden met de geboorte van een dochter. Cas: ‘We hadden toen thuis zeven jongens en één dochter, Mieke. Ze was de vierde in ons gezin.’ Zijn ouders waren erg rooms, gaat Cas verder. ‘Misschien wel streng katholiek en zeer recht in de leer. Mijn vader was 41 jaar, drie jaar ouder dan mijn moeder. Zij geloofden in bepaalde krachten van het christendom en in het bijzonder die van Maria, die in 1858 in Lourdes achttien keer was verschenen aan het meisje Bernadette Soubirous.’ Lourdes groeide later uit tot de belangrijkste Mariabedevaartplaats ter wereld. ‘Je kunt niet zeggen dat de gebeden van mijn ouders niet zijn verhoord. Hun negende kind was een meisje, dat niet toevallig de naam Bernadette kreeg’, aldus Cas. Zijn broer Joost vult aan: ‘Nadien werd nóg een dochter geboren. Dat was Annetje, vernoemd naar onze eigen moeder Annie en naar de moeder van Maria. Alle kinderen van ons gezin hadden Maria als vierde of vijfde doopnaam.’
Kwaliteit binnenwegen
De verhalen over de reis naar Zuid-Frankrijk kennen de broers vooral uit overlevering. Er waren geen snelwegen. En ze gingen op reis met een heel stel kleine kinderen, voor wie Rust, Reinheid en Regelmaat belangrijk waren. En ook nog eens met veel bagage, gepropt in twee auto’s waar vaak iets aan te repareren viel. Cas: ‘Hun drijfveren waren dankbaarheid en geloof, waar in die jaren heel anders tegenaan gekeken werd dan nu.’ Volgens Joost, toen een kleuter, hebben ze er wel drie of vier dagen over gedaan om in Lourdes terecht te komen. Hij weet nog dat bij zijn moeder voorin, waar ook een kind zat, een gaatje in de vloer van de auto zat. ‘De jongens moesten vaak plassen en zo hoefden we niet telkens te stoppen.’ Hij sluit af met een retorische vraag: ‘Als je nu, driekwart eeuw later, met de kennis en regelgeving van nu terugkijkt, vraag je je af: waar begónnen ze aan’. Maar die oude afspraak zijn ze wel nagekomen.’
----------
Foto 1: Bij de Mariakapel in Lourdes staan in het midden Wybo en Annie
Kortmann (met Cas in haar handen). Rechtsboven Piet van der Zon, op de
voorgrond Joost (tweede van links). Foto 2: De Austin van Kortmann, bij vertrek zwaar beladen. Foto 3: De Chevrolet van Piet van der Zon
|
© 2025 Jack Luiten |
 |
 |
 |
 |
powered by CJ2 |
|