
De Friese beroepsvereniging van Beeldend Kunstenaars FRIA bestaat 40 jaar en viert dat jubileum een jaar lang met tentoonstellingen. De belangrijkste is de grote expositie in Museum Martena in Franeker met bijna de helft van de ruim zeventig leden.
Inspiratie
Ter inleiding van de tentoonstelling ligt er een tekstmap waarin de deelnemers aangeven waarom ze meedoen aan de tentoonstelling en wat hun speciale inspiratie is. Acht keer zijn dat de speciale inwoners van de stad Anna Maria Schurman en Eise Eisinga. Anna Maria was de eerste vrouwelijke studente van Nederland die later met veel belangrijke geleerden van haar tijd correspondeerde en waarvan een portret hangt in de Italiaanse academie van de Wetenschappen en in het koninklijke paleis in Stockholm. Later in haar leven woonde ze drie jaar in Franeker. Eise Eisinga is natuurlijk wereldberoemd nu zijn planetarium tot werelderfgoed is benoemd.
Ook veel genoemd is de stinzenflora die te vinden is in de oorspronkelijk door Roodbaard aangelegde tuin van het museum. De combinatie van Anna Maria en de stinzenplanten heeft mooie kunst opgeleverd van Joke Stapensea.
De stad Franeker als oude stad of als geboorteplaats scoort het beste op de inspiratie-toets. Het duidelijkste voorbeeld is een grappig ‘om de hoek’-schilderij van Erik Pater: twee paneeltjes die in een rechte hoek op elkaar aansluiten en de komende ontmoeting van twee wandelaars aankondigen.
Het is een fraaie tentoonstelling  met zeer uiteenlopend werk dat recht doet aan het vakmanschap van de Friese kunstenaars.
Buitenbeentjes
Het Martenamuseum zelf is het afgelopen jaar gedeeltelijk vernieuwd en daarbij zijn, vind ik, twee opvallende verbeteringen aangebracht. De eerste is dat de bordjes met verklarende teksten in de gangen van het hoofdgebouw veel groter zijn geworden: grote schilderijen van de vorige bewoners met een heldere en duidelijke tekst eronder die je van dezelfde afstand kunt lezen als je het schilderij kunt bewonderen.
De tweede, nog mooiere vondst is de inrichting van de zolder, die traditioneel gevuld is met een aantal nogal uiteenlopende museumstukken zoals een kermis op klein formaat of een verzameling die toevallig in Franeker is beland. Dit alles is nu samengebracht in een verdieping gewijd aan de Buitenbeentjes, tien doodgewone mensen die toch net wat anders waren, bij voorbeeld omdat ze goed konden acteren, mechanieken bouwen of sokken breien. Het klinkt misschien niet zo aantrekkelijk maar het is erg goed gedaan en het komt goed over. Jan Stapert was bij voorbeeld onderwijzer in Franeker en besteedde jaren van zijn leven aan het verplegen van een welgestelde achternicht. Hij erft haar kapitaal en vertrekt naar Brussel en bouwt een grote verzameling porselein en zilver op. Hij laat de collectie na aan de stad Franeker. Niemand weet waarom.
----------
De foto's zijn van de auteur.

|