|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 6
Jaargang 22
28 november 2024 Nummer 7 verschijnt op 19 december 2024 | |
|
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Eindexamen* |
Arie de Jong |
|
|
In 1970 deed ik eindexamen HBS-B aan het Rembrandtlyceum in Leiden. Dat lyceum had bij mijn weten drie richtingen. Je kon behalve HBS-B ook HBS-A doen en de MMS. Voor wie die tijd niet heeft meegemaakt is enige uitleg noodzakelijk. We gaan terug naar de 19de eeuw.
HBS en MMS
Er bestond al het gymnasium dat een voorbereiding was op een universitaire studie. De HBS, wat stond voor Hogere Burgerschool en ingesteld op basis van een wet die in 1863 van kracht werd, was bedoeld om jonge mensen, aanvankelijk jongens, op te leiden voor functies in het handelsverkeer of middelbare functies van meer administratieve soort. Overigens werd al snel (in 1871) het eerste meisje ingeschreven op een HBS. In de wet van 1863 werd tegelijk de MMS ingesteld, een middelbare school voor meisjes, althans: die schoolvorm werd mogelijk gemaakt. Het oprichten van een MMS werd namelijk overgelaten aan particulier initiatief. De eerste MMS werd in 1867 in Haarlem opgericht. Rond 1970 werden HBS en MMS ingewisseld voor gelijksoortige schooltypes op grond van de Mammoetwet (een bijnaam van een nieuwe wet op het middelbaar onderwijs). De HBS werd Atheneum en de MMS ging op in de HAVO.
Mijn eindexamen
Zoals het hedendaagse Atheneum profielen kent, had ook de HBS twee varianten. HBS-A stond voor de variant die meer gericht was op taal en economie, HBS-B voor de variant met nadruk op wiskunde, natuurkunde en scheikunde. In beide varianten werden wel alle vakken gegeven en nagenoeg alle geëxamineerd. Zelf mocht ik schriftelijk examen doen in algebra, goniometrie en analytische meetkunde, stereometrie, natuurkunde, scheikunde, Nederlands, Frans, Engels en Duits, vervolgens mondeling examen in Nederlands, Engels, Frans en biologie. Geen examen was er in lichamelijke oefening, vrij tekenen, lijntekenen en maatschappijleer, het cijfer werd daar gegeven door de docent. In het boek Wij van de HBS van Roelof Bouwman en Henk Steenhuis wordt gemeld dat in het allereerste begin er wel 35 verschillende vakken op de HBS werden gegeven, al was dat uiteraard een opdeling van de basale vakken. Dat boek is alleen al lezenswaard door het vermelden van bekende mensen die allemaal met goed gevolg de HBS hebben gevolgd. Overigens kende de HBS in mijn tijd nog een toelatingsexamen, al deed niet elke HBS daaraan mee. Toen ik vanuit de lagere school in Boskoop naar de HBS in Gouda wilde, moest ik een tweedaags toelatingsexamen doen in Nederlands, Wiskunde, Aardrijkskunde en Geschiedenis. Met vlag en wimpel er doorheen tot mijn opluchting.
Terug naar het examen in 1970. Bij het mondeling Nederlands kreeg ik vlak ervoor een gedicht te lezen en daar moest ik in het examen vragen over beantwoorden. Hoewel ik dat mondeling beloond kreeg met een 8, vrees ik nog lang niet toe geweest te zijn aan het gedicht dat mij werd voorgelegd:
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant, gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen. Een binnenplaats, meesmuilt ge, sintels, schillen, en schimmel die een blinde muur aanrandt, er is geen boom, alleen een grauwe wand. Hij is er, zeg ik, en mijn stem gaat trillen, Ik heb een ceder in mijn tuin geplant, gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen. Ik wijs naar buiten, waar zijn ranke, prille stam in het herfstlicht staat, onaangerand, niet te benaderen voor noodlots grillen, geen macht ter wereld kan het droombeeld drillen. Ik heb een ceder in mijn tuin geplant.
Dit poëem van Han G. Hoekstra, te vinden in elke bundeling van de Nederlandse poëzie, is een klassieker voor de Nederlandse sociaaldemocratie. Dat wist ik toen nog niet, ik had op mijn zestiende nog nooit van dit gedicht gehoord. Laat staan dat ik kon weten dat het van Joop den Uyl, die toen al wel de politiek leider was van de PvdA maar pas enige jaren later minister-president werd, het lievelingsgedicht was. Ik heb het hem later eens horen voordragen en dat deed hij met meer passie en begrip dan ik tijdens mijn mondeling examen kon opbrengen.
Een prachtig gedicht, dat besef ik nu ten volle.
---------
De illustratie is van Petra Busstra.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden |
Eindexamen* |
Arie de Jong |
In 1970 deed ik eindexamen HBS-B aan het Rembrandtlyceum in Leiden. Dat lyceum had bij mijn weten drie richtingen. Je kon behalve HBS-B ook HBS-A doen en de MMS. Voor wie die tijd niet heeft meegemaakt is enige uitleg noodzakelijk. We gaan terug naar de 19de eeuw.
HBS en MMS
Er bestond al het gymnasium dat een voorbereiding was op een universitaire studie. De HBS, wat stond voor Hogere Burgerschool en ingesteld op basis van een wet die in 1863 van kracht werd, was bedoeld om jonge mensen, aanvankelijk jongens, op te leiden voor functies in het handelsverkeer of middelbare functies van meer administratieve soort. Overigens werd al snel (in 1871) het eerste meisje ingeschreven op een HBS. In de wet van 1863 werd tegelijk de MMS ingesteld, een middelbare school voor meisjes, althans: die schoolvorm werd mogelijk gemaakt. Het oprichten van een MMS werd namelijk overgelaten aan particulier initiatief. De eerste MMS werd in 1867 in Haarlem opgericht. Rond 1970 werden HBS en MMS ingewisseld voor gelijksoortige schooltypes op grond van de Mammoetwet (een bijnaam van een nieuwe wet op het middelbaar onderwijs). De HBS werd Atheneum en de MMS ging op in de HAVO.
Mijn eindexamen
Zoals het hedendaagse Atheneum profielen kent, had ook de HBS twee varianten. HBS-A stond voor de variant die meer gericht was op taal en economie, HBS-B voor de variant met nadruk op wiskunde, natuurkunde en scheikunde. In beide varianten werden wel alle vakken gegeven en nagenoeg alle geëxamineerd. Zelf mocht ik schriftelijk examen doen in algebra, goniometrie en analytische meetkunde, stereometrie, natuurkunde, scheikunde, Nederlands, Frans, Engels en Duits, vervolgens mondeling examen in Nederlands, Engels, Frans en biologie. Geen examen was er in lichamelijke oefening, vrij tekenen, lijntekenen en maatschappijleer, het cijfer werd daar gegeven door de docent. In het boek Wij van de HBS van Roelof Bouwman en Henk Steenhuis wordt gemeld dat in het allereerste begin er wel 35 verschillende vakken op de HBS werden gegeven, al was dat uiteraard een opdeling van de basale vakken. Dat boek is alleen al lezenswaard door het vermelden van bekende mensen die allemaal met goed gevolg de HBS hebben gevolgd. Overigens kende de HBS in mijn tijd nog een toelatingsexamen, al deed niet elke HBS daaraan mee. Toen ik vanuit de lagere school in Boskoop naar de HBS in Gouda wilde, moest ik een tweedaags toelatingsexamen doen in Nederlands, Wiskunde, Aardrijkskunde en Geschiedenis. Met vlag en wimpel er doorheen tot mijn opluchting.
Terug naar het examen in 1970. Bij het mondeling Nederlands kreeg ik vlak ervoor een gedicht te lezen en daar moest ik in het examen vragen over beantwoorden. Hoewel ik dat mondeling beloond kreeg met een 8, vrees ik nog lang niet toe geweest te zijn aan het gedicht dat mij werd voorgelegd:
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant, gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen. Een binnenplaats, meesmuilt ge, sintels, schillen, en schimmel die een blinde muur aanrandt, er is geen boom, alleen een grauwe wand. Hij is er, zeg ik, en mijn stem gaat trillen, Ik heb een ceder in mijn tuin geplant, gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen. Ik wijs naar buiten, waar zijn ranke, prille stam in het herfstlicht staat, onaangerand, niet te benaderen voor noodlots grillen, geen macht ter wereld kan het droombeeld drillen. Ik heb een ceder in mijn tuin geplant.
Dit poëem van Han G. Hoekstra, te vinden in elke bundeling van de Nederlandse poëzie, is een klassieker voor de Nederlandse sociaaldemocratie. Dat wist ik toen nog niet, ik had op mijn zestiende nog nooit van dit gedicht gehoord. Laat staan dat ik kon weten dat het van Joop den Uyl, die toen al wel de politiek leider was van de PvdA maar pas enige jaren later minister-president werd, het lievelingsgedicht was. Ik heb het hem later eens horen voordragen en dat deed hij met meer passie en begrip dan ik tijdens mijn mondeling examen kon opbrengen.
Een prachtig gedicht, dat besef ik nu ten volle.
---------
De illustratie is van Petra Busstra.
|
© 2024 Arie de Jong |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|