|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 6
Jaargang 22
28 november 2024 Nummer 7 verschijnt op 19 december 2024 | |
|
Bezigheden > Ergernissen |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
De omgekeerde wereld |
Arie de Jong |
|
|
Al jaren geleden had Youp van ’t Hek een prachtig onderdeel in zijn programma. Hij vertelde dat hij werd gebeld door iemand van een Rotary-afdeling. Die vertelde dat men een geweldig idee had. Men wilde geld inzamelen voor het een of andere goede doel, en meende dat dit kon door een avond te organiseren waarop de deelnemers die daarvoor een behoorlijk bedrag zouden betalen eerst een diner zouden hebben en daarna een voorstelling van Youp van ’t Hek. Toen hij vroeg welk honorarium hij dan kon verwachten, zei de enthousiaste man dat het de bedoeling was dat Youp van ’t Hek belangeloos zou optreden, want het was immers voor het goede doel. Van ’t Hek liet weten dat hij wel wat verbaasd was, maar dat hij akkoord kon gaan als alle deelnemers aan het evenement 1% van hun jaarinkomen zouden betalen. Dat snapte de man dan weer niet. Welnu, zo zei Van ’t Hek, ik moet leven van ongeveer 100 optredens per jaar. U vraagt mij af te zien van 1% van mijn inkomen en dan eet u goed en krijgt mijn show er gratis bij. De man had er nu geen oren meer naar.
Kunst
Youp van ’t Hek had raak getroffen hoe de meeste mensen aankijken tegen kunst en de mensen die daar hun brood mee moeten verdienen, al geldt het soms ook voor de kunstenaars zelf. Welnu, zult u zeggen, dat voorbeeld van Youp van ’t Hek is wat bijzonder, zo gaat het toch niet echt? Dan geef ik een voorbeeld waar ik zelf tegenaan liep.
Met een paar anderen hadden we een prachtig historisch fotoboek gemaakt. Om het uitgegeven te krijgen, waren subsidies nodig om de verkoop betaalbaar te houden. Zo klopten we aan bij verschillende fondsen. Het wekte wel verbazing dat er een fonds bij zat dat alleen een toekenning zou doen als de makers van het product op geen enkele manier een honorering ontvingen. Uiteraard was er geen probleem met de omzet van de uitgever, fotorechten of de marge van de boekhandel, maar de makers van het eigenlijke product moesten het om niet doen. Dat deden we gelukkig al, dus kon de subsidie worden binnengehaald.
Het kan nog gekker. Bij het publiceren van wetenschappelijke artikelen in tijdschriften en onlinepublicaties dienen de auteurs geld toe te geven om geplaatst te worden. De uitgever vraagt uiteraard ook geld van de lezers, maar ziet het zelf als een vanzelfsprekend verdienmodel. De maker van waar het om gaat moet toebetalen!
Verdienen
Het is lastig dat veel kunst en cultuur zichzelf niet commercieel kan bedruipen. Kunstenaars moeten hun kunst erbij doen en hun inkomen halen uit een docentschap, het geven van workshops en cursussen of het teren op een verdienende partner. Schrijvers zwoegen jarenlang op romans, of erger nog: gedichten, maar de oplage van hun boeken en bundels is zo beperkt dat ze er geen droog brood mee kunnen verdienen. Zo’n zelfde verhaal kun je ophangen over dansers, toneelspelers en muzikanten.
Het is dan noodzakelijk dat de overheid bijspringt. Er zijn ook wel particulieren die kunstenaars steunen, maar dat is een druppel op een gloeiende plaat. Of de overheid daar trek in heeft, is helaas nogal afhankelijk van de politieke wind. Vooral ‘rechtse’ partijen zien er weinig in, hetzij omdat ze al dat kunstenaarsvolk uitvreters vinden, hetzij omdat ze geloven in de markt: als het niet verkoopt dan is het blijkbaar geen nuttig product.
Wat mij tegen de borst stuit is allereerst het dedain waarmee tegen kunst en kunstenaars wordt aangekeken. Maar uiteraard ook de gevolgen van deze houding. Helaas beperkt zulk dedain zich niet tot hoe velen tegen kunst en kunstenaars aankijken. Het is niet zo veel anders met de natuur, het landschap, het milieu, mensen die niet tot jouw identiteit worden gerekend, en ga zo maar door. Mensen zijn geen fijne wezens.
-----------
De tekening is van Henk Klaren (hij staat niet op zijn kop).
|
|
|
|
|
|
|
|
Bezigheden > Ergernissen |
De omgekeerde wereld |
Arie de Jong |
Al jaren geleden had Youp van ’t Hek een prachtig onderdeel in zijn programma. Hij vertelde dat hij werd gebeld door iemand van een Rotary-afdeling. Die vertelde dat men een geweldig idee had. Men wilde geld inzamelen voor het een of andere goede doel, en meende dat dit kon door een avond te organiseren waarop de deelnemers die daarvoor een behoorlijk bedrag zouden betalen eerst een diner zouden hebben en daarna een voorstelling van Youp van ’t Hek. Toen hij vroeg welk honorarium hij dan kon verwachten, zei de enthousiaste man dat het de bedoeling was dat Youp van ’t Hek belangeloos zou optreden, want het was immers voor het goede doel. Van ’t Hek liet weten dat hij wel wat verbaasd was, maar dat hij akkoord kon gaan als alle deelnemers aan het evenement 1% van hun jaarinkomen zouden betalen. Dat snapte de man dan weer niet. Welnu, zo zei Van ’t Hek, ik moet leven van ongeveer 100 optredens per jaar. U vraagt mij af te zien van 1% van mijn inkomen en dan eet u goed en krijgt mijn show er gratis bij. De man had er nu geen oren meer naar.
Kunst
Youp van ’t Hek had raak getroffen hoe de meeste mensen aankijken tegen kunst en de mensen die daar hun brood mee moeten verdienen, al geldt het soms ook voor de kunstenaars zelf. Welnu, zult u zeggen, dat voorbeeld van Youp van ’t Hek is wat bijzonder, zo gaat het toch niet echt? Dan geef ik een voorbeeld waar ik zelf tegenaan liep.
Met een paar anderen hadden we een prachtig historisch fotoboek gemaakt. Om het uitgegeven te krijgen, waren subsidies nodig om de verkoop betaalbaar te houden. Zo klopten we aan bij verschillende fondsen. Het wekte wel verbazing dat er een fonds bij zat dat alleen een toekenning zou doen als de makers van het product op geen enkele manier een honorering ontvingen. Uiteraard was er geen probleem met de omzet van de uitgever, fotorechten of de marge van de boekhandel, maar de makers van het eigenlijke product moesten het om niet doen. Dat deden we gelukkig al, dus kon de subsidie worden binnengehaald.
Het kan nog gekker. Bij het publiceren van wetenschappelijke artikelen in tijdschriften en onlinepublicaties dienen de auteurs geld toe te geven om geplaatst te worden. De uitgever vraagt uiteraard ook geld van de lezers, maar ziet het zelf als een vanzelfsprekend verdienmodel. De maker van waar het om gaat moet toebetalen!
Verdienen
Het is lastig dat veel kunst en cultuur zichzelf niet commercieel kan bedruipen. Kunstenaars moeten hun kunst erbij doen en hun inkomen halen uit een docentschap, het geven van workshops en cursussen of het teren op een verdienende partner. Schrijvers zwoegen jarenlang op romans, of erger nog: gedichten, maar de oplage van hun boeken en bundels is zo beperkt dat ze er geen droog brood mee kunnen verdienen. Zo’n zelfde verhaal kun je ophangen over dansers, toneelspelers en muzikanten.
Het is dan noodzakelijk dat de overheid bijspringt. Er zijn ook wel particulieren die kunstenaars steunen, maar dat is een druppel op een gloeiende plaat. Of de overheid daar trek in heeft, is helaas nogal afhankelijk van de politieke wind. Vooral ‘rechtse’ partijen zien er weinig in, hetzij omdat ze al dat kunstenaarsvolk uitvreters vinden, hetzij omdat ze geloven in de markt: als het niet verkoopt dan is het blijkbaar geen nuttig product.
Wat mij tegen de borst stuit is allereerst het dedain waarmee tegen kunst en kunstenaars wordt aangekeken. Maar uiteraard ook de gevolgen van deze houding. Helaas beperkt zulk dedain zich niet tot hoe velen tegen kunst en kunstenaars aankijken. Het is niet zo veel anders met de natuur, het landschap, het milieu, mensen die niet tot jouw identiteit worden gerekend, en ga zo maar door. Mensen zijn geen fijne wezens.
-----------
De tekening is van Henk Klaren (hij staat niet op zijn kop).
|
© 2024 Arie de Jong |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|