|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 6
Jaargang 22
28 november 2024 Nummer 7 verschijnt op 19 december 2024 | |
|
Beschouwingen > In de polder |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Hoe lang zit het kabinet Schoof? |
Arie de Jong |
|
|
Voor veel mensen kan het nog maar net aangetreden kabinet Schoof niet snel genoeg optiefen. Tegelijk zijn er heel wat mensen die in blijde verwachting zijn over wat het kabinet tot stand zal brengen, of ze verwachten er niet veel van maar hebben liever niet dat ‘links’ weer deelneemt aan de macht. En, zo vermoed ik, de meeste mensen zal het worst zijn.
In de media wordt vaak gespeculeerd hoe lang het kabinet het zal uithouden. Dat gebeurde bij alle vorige kabinetten overigens ook wel, hoewel ik vermoed dat dit tot aan de jaren zestig niet echt een gezelschapsspel was. Terwijl ook toen nogal eens een kabinet onderuit ging.
Onderuit
Tot op de dag van vandaag is ‘de nacht van Schmelzer’ een begrip en voor wie het niet meer weet: in 1966 trad het kabinet af nadat de KVP-fractie, coalitiepartner, een motie bij de Algemene Beschouwingen had ingediend om een ondergeschikte belastingmaatregel een jaartje te verlengen. Het kabinet zag dat als een motie van wantrouwen, ook al kreeg KVP-fractievoorzitter Schmelzer dat niet over zijn lippen. Dat kabinet Cals was al zonder verkiezingen aangetreden, nadat het kabinet Marijnen in 1965 was gevallen over de omroepkwestie. Zo werd dat althans genoemd, al bleef wat onhelder hoe de vork in de steel zat. Toen de Tweede Kamer met het kabinet wilde bespreken waarom men niet uit de vraagstukken rond de omroep kwam, zweeg de minister-president.
Sindsdien zijn er heel wat kabinetten onderuit gegaan (Biesheuvel in 1972, Den Uyl in 1977, Van Agt in 1982, Lubbers in 1989, Kok in 2002, Balkenende in 2002, Balkenende in 2006, Balkenende in 2010, Rutte in 2012, Rutte in 2021, Rutte in 2023) en dan praten we niet eens over de gelijmde crisissituaties. Dus vreemd als het kabinet Schoof ermee moet kappen is het niet.
Niet zo snel
Hoe onvoorspelbaar het ook is, ik denk dat het kabinet Schoof niet zo snel zal verdwijnen. Dat ligt niet aan de briljante rol van de minister-president, want die heeft zo ongeveer de rol van mediator. Dat ligt ook niet aan de aanwezigheid van voldoende explosiegevaar, integendeel: kansen genoeg om in een conflict te geraken. Dat het volgens mij niet snel zal gebeuren heeft alles te maken met de bereidheid van de deelnemende partijen om de coalitie voort te zetten.
Neem de VVD. Na tien zetels verlies bij de verkiezingen van november 2023 kan men nu dubbel zoveel klaarmaken van wat de VVD op prijs stelt. Aan de ene kant komt dit door de onervarenheid van elk van de drie andere coalitiepartners, aan de andere kant omdat de politieke discussies en incidenten buiten de agenda van de VVD blijven. Daar komt nog bij dat voor de VVD nieuwe verkiezingen geen straf zijn, als ze op enig moment nodig zijn. Het zit er dik in dat de VVD zich dan krachtig herstelt en moeiteloos de grootste partij wordt.
Dan de BBB. De piek van de BBB is achter ons en het is volmaakt onwaarschijnlijk dat de BBB nog een belangrijke factor zal zijn in de toekomst. Nu kan men nog drijven op de rol in de Eerste Kamer, maar als er nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn, moet men er rekening mee houden een splinterpartij te worden en helemaal niets meer te kunnen doen voor de agrarische sector.
Komen we bij de PVV. Dat die partij niet klaar was om te besturen wordt aanhoudend bewezen, maar gevreesd moet worden dat die partij er nooit klaar voor zal zijn. Tegelijk is men in die kring heel content eindelijk op het pluche te zitten. Men moet er rekening mee houden dat dit eenmalig is, tenzij de kiezers in nog overweldigender mate een stem op die partij uitbrengen. Mogelijk wil Geert Wilders zelfs ooit minister-president worden, en dan kan hij het niet hebben om te breken met het kabinet Schoof.
Resteert het NSC, gehandicapt omdat de grote leider Pieter Omtzigt buiten beeld is, maar als hij wel deelneemt een Einzelgänger en geen teamspeler is. In die onsamenhangende partij is men zo bang voor nieuwe verkiezingen dat men alles over zich heen laat komen. Bij nieuwe verkiezingen zal het onvermijdelijk een splinterpartij worden, dus speelt men liever de rol van burgemeester in oorlogstijd.
En zo modderen we voort.
----------
De fraaie plaat is van Jille van der Veen.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > In de polder |
Hoe lang zit het kabinet Schoof? |
Arie de Jong |
Voor veel mensen kan het nog maar net aangetreden kabinet Schoof niet snel genoeg optiefen. Tegelijk zijn er heel wat mensen die in blijde verwachting zijn over wat het kabinet tot stand zal brengen, of ze verwachten er niet veel van maar hebben liever niet dat ‘links’ weer deelneemt aan de macht. En, zo vermoed ik, de meeste mensen zal het worst zijn.
In de media wordt vaak gespeculeerd hoe lang het kabinet het zal uithouden. Dat gebeurde bij alle vorige kabinetten overigens ook wel, hoewel ik vermoed dat dit tot aan de jaren zestig niet echt een gezelschapsspel was. Terwijl ook toen nogal eens een kabinet onderuit ging.
Onderuit
Tot op de dag van vandaag is ‘de nacht van Schmelzer’ een begrip en voor wie het niet meer weet: in 1966 trad het kabinet af nadat de KVP-fractie, coalitiepartner, een motie bij de Algemene Beschouwingen had ingediend om een ondergeschikte belastingmaatregel een jaartje te verlengen. Het kabinet zag dat als een motie van wantrouwen, ook al kreeg KVP-fractievoorzitter Schmelzer dat niet over zijn lippen. Dat kabinet Cals was al zonder verkiezingen aangetreden, nadat het kabinet Marijnen in 1965 was gevallen over de omroepkwestie. Zo werd dat althans genoemd, al bleef wat onhelder hoe de vork in de steel zat. Toen de Tweede Kamer met het kabinet wilde bespreken waarom men niet uit de vraagstukken rond de omroep kwam, zweeg de minister-president.
Sindsdien zijn er heel wat kabinetten onderuit gegaan (Biesheuvel in 1972, Den Uyl in 1977, Van Agt in 1982, Lubbers in 1989, Kok in 2002, Balkenende in 2002, Balkenende in 2006, Balkenende in 2010, Rutte in 2012, Rutte in 2021, Rutte in 2023) en dan praten we niet eens over de gelijmde crisissituaties. Dus vreemd als het kabinet Schoof ermee moet kappen is het niet.
Niet zo snel
Hoe onvoorspelbaar het ook is, ik denk dat het kabinet Schoof niet zo snel zal verdwijnen. Dat ligt niet aan de briljante rol van de minister-president, want die heeft zo ongeveer de rol van mediator. Dat ligt ook niet aan de aanwezigheid van voldoende explosiegevaar, integendeel: kansen genoeg om in een conflict te geraken. Dat het volgens mij niet snel zal gebeuren heeft alles te maken met de bereidheid van de deelnemende partijen om de coalitie voort te zetten.
Neem de VVD. Na tien zetels verlies bij de verkiezingen van november 2023 kan men nu dubbel zoveel klaarmaken van wat de VVD op prijs stelt. Aan de ene kant komt dit door de onervarenheid van elk van de drie andere coalitiepartners, aan de andere kant omdat de politieke discussies en incidenten buiten de agenda van de VVD blijven. Daar komt nog bij dat voor de VVD nieuwe verkiezingen geen straf zijn, als ze op enig moment nodig zijn. Het zit er dik in dat de VVD zich dan krachtig herstelt en moeiteloos de grootste partij wordt.
Dan de BBB. De piek van de BBB is achter ons en het is volmaakt onwaarschijnlijk dat de BBB nog een belangrijke factor zal zijn in de toekomst. Nu kan men nog drijven op de rol in de Eerste Kamer, maar als er nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn, moet men er rekening mee houden een splinterpartij te worden en helemaal niets meer te kunnen doen voor de agrarische sector.
Komen we bij de PVV. Dat die partij niet klaar was om te besturen wordt aanhoudend bewezen, maar gevreesd moet worden dat die partij er nooit klaar voor zal zijn. Tegelijk is men in die kring heel content eindelijk op het pluche te zitten. Men moet er rekening mee houden dat dit eenmalig is, tenzij de kiezers in nog overweldigender mate een stem op die partij uitbrengen. Mogelijk wil Geert Wilders zelfs ooit minister-president worden, en dan kan hij het niet hebben om te breken met het kabinet Schoof.
Resteert het NSC, gehandicapt omdat de grote leider Pieter Omtzigt buiten beeld is, maar als hij wel deelneemt een Einzelgänger en geen teamspeler is. In die onsamenhangende partij is men zo bang voor nieuwe verkiezingen dat men alles over zich heen laat komen. Bij nieuwe verkiezingen zal het onvermijdelijk een splinterpartij worden, dus speelt men liever de rol van burgemeester in oorlogstijd.
En zo modderen we voort.
----------
De fraaie plaat is van Jille van der Veen.
|
© 2024 Arie de Jong |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|