|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 3
Jaargang 22
17 oktober 2024 Nummer 4 verschijnt op 31 oktober 2024 | |
|
Beschouwingen > In de polder |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Verkleuring en omvolking* |
Paul Bordewijk |
|
|
Onze maatschappij verkleurt, dames en heren, kent u die uitdrukking? Of er vindt omvolking plaats, zoals sommige mensen zeggen. In beide gevallen gaat het erom dat er in Nederland steeds meer mensen met een getinte huidskleur komen wonen, maar de appreciatie daarvan is heel anders. Wie het heeft over verkleuring beschouwt dat als positief, verkleuring maakt onze samenleving gedifferentieerder en veelzijdiger. Daar hebben we al die buitenlandse restaurants aan te danken. Maar sommigen zagen ook andere kansen, in een nota van de Gemeente Den Bosch van 25 jaar geleden lezen we:
Waar het om gaat, is dat minderheden onze cultuur en onze daarmee samenhangende normen en waarden ter discussie stellen. Dat biedt kans op vernieuwing: de kans om onze cultuur op een nieuw en ander niveau inhoud te geven.
Niet voor niets heb ik dit citaat onthouden: het geeft volgens mij goed aan in welke staat van verwarring de voorstanders van de multiculturele samenleving zijn. Wie het over omvolking heeft kijkt daar heel anders tegenaan. Die hoeft niet naar de Thai of de Surinamer, maar is bang dat de komst van immigranten juist onze cultuur ondermijnt. De term omvolking suggereert ook dat het een van boven gestuurd proces is, zoals de Duitsers voor ogen stond in bezette gebieden. De Duitsers hebben daar gelukkig de kans niet voor gekregen, de term is eerder van toepassing op de delen van Duitsland die na de oorlog over zijn gegaan naar Polen, en waar nu mensen wonen die Pools spreken in steden met Poolse namen.
Dergelijke processen zijn al heel oud: de Romeinen maakten van Gallië een provincie waar een Latijns dialect werd gesproken dat we heden ten dage als Frans aanduiden, het kleine Portugal slaagde erin het Portugees ingang te doen vinden in het gigantische Brazilië, en ook de Verenigde Staten werden omgevolkt. Een interessant voorbeeld uit de twintigste eeuw is hoe de Italianen geprobeerd hebben om in Zuid-Tirol, dat zij na de Eerste Wereldoorlog veroverd hadden op Oostenrijk, de Italiaanse taal en cultuur ingang te doen vinden. Thomas von der Dunk beschrijft dat gedetailleerd in ‘Zuid-Tirol is niet Italië’.
Omvolking nu
Wie het heden ten dage in Nederland of België over omvolking heeft, bedoelt echter net iets anders, het gaat er dan niet om dat ons land veroverd wordt door een buitenlandse mogendheid die probeert zijn eigen taal en gewoonten ingang te doen vinden, maar dat het onze eigen regering zou zijn die buitenlanders als gastarbeiders of asielzoekers naar ons land lokt, om op die manier de bevolkingssamenstelling te veranderen. Dat zou men dan doen in de hoop dat de immigranten op de eigen partij gaan stemmen en zo verkiezingswinst boeken. Het lijkt me een bizarre complottheorie, ook omdat het voor de meeste buitenlanders helemaal niet zo gemakkelijk is om binnen te komen. De discussie gaat er niet om wie we hier heen halen, maar wie we proberen tegen te houden, en waarom. We zien nu een aanzienlijke bevolkingsgroei terwijl geboorte en overlijden elkaar zo ongeveer in evenwicht houden. De bevolkingsgroei komt dus door de vestiging van buitenlanders. Daaraan zit een kwantitatief en een kwalitatief aspect.
Kwantitatief leidt de bevolkingsgroei tot een groter beslag op voorzieningen, zoals huizen, onderwijs en gezondheidszorg. Daar staat tegenover dat nieuwkomers ook kunnen helpen bestaande tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen. In de gezondheidszorg zou dat aardig kunnen lukken, maar in de bouw zullen mensen toch eerst zelf moeten zijn ondergebracht voordat ze één huis hebben kunnen opleveren, en in het onderwijs werken slechts weinig buitenlanders. Alleen het wetenschappelijk onderwijs kent een internationale arbeidsmarkt. Dat betekent dat we kieskeurig moeten zijn wie we in Nederland toelaten, om bestaande tekorten op voorzieningen niet juist te vergroten.
Kwalitatief leidt bevolkingsgroei tot verkleuring van de samenleving. We zien op straat steeds meer gekleurde mensen in verschillende schakeringen, en dat geldt ook voor de televisie, en met name de reclame. Op zichzelf is daar niets op tegen. Maar het wordt anders wanneer de huidskleur gepaard gaat met andere opvattingen hoe je moet leven. Dat geldt met name voor moslims, van wie velen vinden dat mannen meer te zeggen moeten hebben dan vrouwen, dat vrouwen zich niet mogen kleden zoals vrouwen uit andere bevolkingsgroepen dat doen, dat homoseksualiteit door Allah verboden is, en dat moslims meer rechten toekomen dan andere gelovigen.
Meer
Naarmate de groep groter wordt, neemt ook de drang op andere groepen zich daaraan te conformeren toe. In elke school wordt een gebedsruimte geëist. Voor Hamas en Hezbollah is de vernietiging van Israël nog slechts het begin van de stichting van een wereldomvattend kalifaat, en je schrikt van de weerklank die dat krijgt. Het zijn vaak juist geseculariseerde moslims die onze aandacht vragen voor dit soort verschijnselen, en bij voorbeeld Koranscholen als gevaar zien voor de open maatschappij. Dat roept ook de vraag op wat we nu eigenlijk bedoelen met de multiculturele samenleving. In 1948 werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vastgesteld. Dat impliceerde dus dat er bepaalde kernwaarden zijn die door burgers van alle landen onderschreven zouden moeten worden. Dat betekent een monoculturele wereld. De werkelijkheid wijkt daar echter ver vanaf. Vooral in Islamitische landen erkent men de Universele Verklaring niet. Daarmee hebben we feitelijk een multiculturele wereld. Maar de Universele Verklaring blijft wel een ideaal, en daarmee een monoculturele wereld. Dat ideaal kunnen we wel realiseren op een lager niveau, dat van één land. Daarmee vermijden we interculturele conflicten tussen moslims en anderen die steeds meer in Europa opduiken. Er heerst overigens grote verwarring hierover: veel voorstanders van de Universele Verklaring zijn juist voor een multiculturele samenleving
In Nederland is een poging ondernomen ervoor te zorgen dat wie zich hier vestigt onze basiswaarden onderschrijft, middels de participatieverklaring die elke nieuwe Nederlander moet onderschrijven. Daarin worden onze basiswaarden beschreven, en geëist dat men daarvan kennis neemt en verklaart ze te respecteren. Wat niet wordt gevraagd is ze te onderschrijven. Daarmee is het een betrekkelijk krachteloos instrument geworden, onder druk van degenen die vinden dat een staat niet mag voorschrijven hoe zijn onderdanen denken. Voorschrijven dat mensen democratische waarden onderschrijven, hoe ondemocratisch kun je het hebben! Ik zou ervoor willen pleiten dat geëist wordt dat men die waarden onderschrijft, en dat niet alleen van immigranten uit Moslim landen, maar ook van Orban aanhangers. Het zal tot een pandemonium van de columnisten van Trouw, NRC en de Volkskrant leiden, maar dat moet dan maar.
----------
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > In de polder |
Verkleuring en omvolking* |
Paul Bordewijk |
Onze maatschappij verkleurt, dames en heren, kent u die uitdrukking? Of er vindt omvolking plaats, zoals sommige mensen zeggen. In beide gevallen gaat het erom dat er in Nederland steeds meer mensen met een getinte huidskleur komen wonen, maar de appreciatie daarvan is heel anders. Wie het heeft over verkleuring beschouwt dat als positief, verkleuring maakt onze samenleving gedifferentieerder en veelzijdiger. Daar hebben we al die buitenlandse restaurants aan te danken. Maar sommigen zagen ook andere kansen, in een nota van de Gemeente Den Bosch van 25 jaar geleden lezen we:
Waar het om gaat, is dat minderheden onze cultuur en onze daarmee samenhangende normen en waarden ter discussie stellen. Dat biedt kans op vernieuwing: de kans om onze cultuur op een nieuw en ander niveau inhoud te geven.
Niet voor niets heb ik dit citaat onthouden: het geeft volgens mij goed aan in welke staat van verwarring de voorstanders van de multiculturele samenleving zijn. Wie het over omvolking heeft kijkt daar heel anders tegenaan. Die hoeft niet naar de Thai of de Surinamer, maar is bang dat de komst van immigranten juist onze cultuur ondermijnt. De term omvolking suggereert ook dat het een van boven gestuurd proces is, zoals de Duitsers voor ogen stond in bezette gebieden. De Duitsers hebben daar gelukkig de kans niet voor gekregen, de term is eerder van toepassing op de delen van Duitsland die na de oorlog over zijn gegaan naar Polen, en waar nu mensen wonen die Pools spreken in steden met Poolse namen.
Dergelijke processen zijn al heel oud: de Romeinen maakten van Gallië een provincie waar een Latijns dialect werd gesproken dat we heden ten dage als Frans aanduiden, het kleine Portugal slaagde erin het Portugees ingang te doen vinden in het gigantische Brazilië, en ook de Verenigde Staten werden omgevolkt. Een interessant voorbeeld uit de twintigste eeuw is hoe de Italianen geprobeerd hebben om in Zuid-Tirol, dat zij na de Eerste Wereldoorlog veroverd hadden op Oostenrijk, de Italiaanse taal en cultuur ingang te doen vinden. Thomas von der Dunk beschrijft dat gedetailleerd in ‘Zuid-Tirol is niet Italië’.
Omvolking nu
Wie het heden ten dage in Nederland of België over omvolking heeft, bedoelt echter net iets anders, het gaat er dan niet om dat ons land veroverd wordt door een buitenlandse mogendheid die probeert zijn eigen taal en gewoonten ingang te doen vinden, maar dat het onze eigen regering zou zijn die buitenlanders als gastarbeiders of asielzoekers naar ons land lokt, om op die manier de bevolkingssamenstelling te veranderen. Dat zou men dan doen in de hoop dat de immigranten op de eigen partij gaan stemmen en zo verkiezingswinst boeken. Het lijkt me een bizarre complottheorie, ook omdat het voor de meeste buitenlanders helemaal niet zo gemakkelijk is om binnen te komen. De discussie gaat er niet om wie we hier heen halen, maar wie we proberen tegen te houden, en waarom. We zien nu een aanzienlijke bevolkingsgroei terwijl geboorte en overlijden elkaar zo ongeveer in evenwicht houden. De bevolkingsgroei komt dus door de vestiging van buitenlanders. Daaraan zit een kwantitatief en een kwalitatief aspect.
Kwantitatief leidt de bevolkingsgroei tot een groter beslag op voorzieningen, zoals huizen, onderwijs en gezondheidszorg. Daar staat tegenover dat nieuwkomers ook kunnen helpen bestaande tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen. In de gezondheidszorg zou dat aardig kunnen lukken, maar in de bouw zullen mensen toch eerst zelf moeten zijn ondergebracht voordat ze één huis hebben kunnen opleveren, en in het onderwijs werken slechts weinig buitenlanders. Alleen het wetenschappelijk onderwijs kent een internationale arbeidsmarkt. Dat betekent dat we kieskeurig moeten zijn wie we in Nederland toelaten, om bestaande tekorten op voorzieningen niet juist te vergroten.
Kwalitatief leidt bevolkingsgroei tot verkleuring van de samenleving. We zien op straat steeds meer gekleurde mensen in verschillende schakeringen, en dat geldt ook voor de televisie, en met name de reclame. Op zichzelf is daar niets op tegen. Maar het wordt anders wanneer de huidskleur gepaard gaat met andere opvattingen hoe je moet leven. Dat geldt met name voor moslims, van wie velen vinden dat mannen meer te zeggen moeten hebben dan vrouwen, dat vrouwen zich niet mogen kleden zoals vrouwen uit andere bevolkingsgroepen dat doen, dat homoseksualiteit door Allah verboden is, en dat moslims meer rechten toekomen dan andere gelovigen.
Meer
Naarmate de groep groter wordt, neemt ook de drang op andere groepen zich daaraan te conformeren toe. In elke school wordt een gebedsruimte geëist. Voor Hamas en Hezbollah is de vernietiging van Israël nog slechts het begin van de stichting van een wereldomvattend kalifaat, en je schrikt van de weerklank die dat krijgt. Het zijn vaak juist geseculariseerde moslims die onze aandacht vragen voor dit soort verschijnselen, en bij voorbeeld Koranscholen als gevaar zien voor de open maatschappij. Dat roept ook de vraag op wat we nu eigenlijk bedoelen met de multiculturele samenleving. In 1948 werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vastgesteld. Dat impliceerde dus dat er bepaalde kernwaarden zijn die door burgers van alle landen onderschreven zouden moeten worden. Dat betekent een monoculturele wereld. De werkelijkheid wijkt daar echter ver vanaf. Vooral in Islamitische landen erkent men de Universele Verklaring niet. Daarmee hebben we feitelijk een multiculturele wereld. Maar de Universele Verklaring blijft wel een ideaal, en daarmee een monoculturele wereld. Dat ideaal kunnen we wel realiseren op een lager niveau, dat van één land. Daarmee vermijden we interculturele conflicten tussen moslims en anderen die steeds meer in Europa opduiken. Er heerst overigens grote verwarring hierover: veel voorstanders van de Universele Verklaring zijn juist voor een multiculturele samenleving
In Nederland is een poging ondernomen ervoor te zorgen dat wie zich hier vestigt onze basiswaarden onderschrijft, middels de participatieverklaring die elke nieuwe Nederlander moet onderschrijven. Daarin worden onze basiswaarden beschreven, en geëist dat men daarvan kennis neemt en verklaart ze te respecteren. Wat niet wordt gevraagd is ze te onderschrijven. Daarmee is het een betrekkelijk krachteloos instrument geworden, onder druk van degenen die vinden dat een staat niet mag voorschrijven hoe zijn onderdanen denken. Voorschrijven dat mensen democratische waarden onderschrijven, hoe ondemocratisch kun je het hebben! Ik zou ervoor willen pleiten dat geëist wordt dat men die waarden onderschrijft, en dat niet alleen van immigranten uit Moslim landen, maar ook van Orban aanhangers. Het zal tot een pandemonium van de columnisten van Trouw, NRC en de Volkskrant leiden, maar dat moet dan maar.
----------
|
© 2024 Paul Bordewijk |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|