Zo langzamerhand lijkt het erop dat mijn bijdragen over muziek aan De
Leunstoel vrijwel geheel uit necrologieën bestaan. Dat ligt op zich voor de
hand. Ik ben net de vijfenzestig gepasseerd, dus als mijn muzikale ‘jeugdhelden’
gemiddeld zo’n twintig jaar ouder zijn, dan verwisselen die in deze periode het
tijdelijke voor het eeuwige. De
afgelopen weken overleden er bijvoorbeeld weer twee leden van het eerste uur
van Het Willem Breuker Kollektief: saxofonist Maarten van Norden en trombonist
Willem van Manen.
Toch is er allerminst reden voor pessimisme. Sommige
muziekhelden lijken niet te verslijten. Terrie Hessels viert binnenkort zijn
zeventigste verjaardag, maar hij toert weer als een jonge hond van zaal naar
zaal met ‘The Ex’; Han Bennink viert al jaren zijn tachtigste verjaardag op
allerlei podia; de toetsenman van Zappa’s ‘Mothers of Invention’, Don Preston,
toert op zijn 92e nog door de wereld. Hij deed ook Nederland aan.
Hij speelde op woensdag 2 oktober in ‘De Bosuil’ in Weert. Helaas is dat ver
buiten mijn doordeweekse actieradius, dus dat moest ik aan mijn neus voorbij laten gaan. Marshal Allen leidt op zijn honderdste
nog steeds het Sun Ra Arkestra, dus dat is een goed voorbeeld.
Vrije muziek
Belangrijker is natuurlijk dat ook jeugdigere types de vrije
muziek in leven houden. Die zijn er gelukkig in overvloed. In mijn stukje in de
vorige Leunstoel over de laatste Zomer Jazzfietstour legde ik de nadruk op onverslijtbare
edoch enigszins bejaarde monumenten als Alexander von Schlippenbach, Aki Takase
en Han Bennink, maar er waren uiteraard ook veel jongere muzikanten te
bewonderen. Ik had mij vooral verheugd op een optreden van de relatief jonge superster
Christian Kühn, die met zijn band ‘Kuhn Fu’ het slotoptreden in Garnwerd zou
verzorgen.
Ik volg deze Kühn, ik heb geen idee of hij gerelateerd is
aan die andere Duitse Jazz-giganten van die naam: Rolf en Joachim, al een aantal jaren, maar
ik had hem nog nooit live op zien treden. Dat geldt niet voor het merendeel van
zijn bandleden. Hoewel geen van hen zijn wiegje in Nederland heeft staan, zijn saxofonist
John Dikeman, basklarinettist Ziv Taubenfeld, bassist Esat Ekincuoglu en drummer
George Hadow allemaal musici die al vele jaren (al dan niet tijdelijk) in
Nederland gevestigd zijn en die in tal van combinaties opduiken.
Kuhn Fu
Kuhn Fu is in Groningen ontstaan, waar Joachim, Ziv, Esat en
Lav Kovac, de oorspronkelijke drummer van deze band, op het Prins Clausconservatorium studeerden. Ook oude rotten als de saxofonisten Frank
Gratkowski en Tobias Delius behoren tot de pool waaruit Joachim kan putten. Zij
ontbraken tijdens het optreden op de ZJFT in Garnwerd. Hier zag ik wel voor het
eerst de Argentijnse baritonsaxofoniste Sofia Salvo optreden. Samen met de
pompende basklarinet van Ziv Taubenfeld en de scheurende tenorsax van John
Dikeman vormde ze een geweldige blazerssectie.
Gitarist, zanger en spreekstalmeester Kühn leidt zijn band
als een echte entertainer. Hij sleept het publiek mee in een opzwepende
potpourri van geïmproviseerde klanken en strakke rock. In Garnwerd startte het
concert met de tophit ‘Nosferatu’. Daarna kondigde Kühn de avonturen van ‘Bruno
the architect’ aan van hun laatste album ‘Jazz is Expensive’. Met pijn in het
hart heb ik het concert echter verlaten. We waren kapot van een dag ‘jazzfietsen’,
moesten onze fietsen nog inleveren in Winsum en daarna nog terug langs de pikdonkere
Groningse weggetjes naar ons slaapadres in de buurt van Wierhuizen. Jammer,
jammer, jammer. ‘Jazz is expensive’, is waarschijnlijk het allerbeste album wat
Kuhn Fu tot nu toe heeft uitgebracht. Ik vind echter dat geen van hun albums,
te beginnen met hun live optreden in het Groningse Atelier ‘Il sole in cantina’
uit 2014, in een serieuze muziekverzameling mag ontbreken.
Piggelmee
Op ‘Jazz is expensive’ actualiseert Kühn het sprookje ‘Vom
Fischer und seiner Frau’, dat in Nederland bekend is als ‘het tovervisje’
van kabouter Piggelmee.
‘Mantje Mantje timpe te
Buttje Buttje in de See
Meine Frau, die Ilsebill.com
Will nicht so, wie ich wohl will.’
Dit stichtelijke sprookje, uiteindelijk zitten visser Marcel
the Champignon en zijn vrouw Ilsebil.com weer, net als God, in hun armzalige vissershutje,
is de basis voor een extatisch muziekfeest. Het verhaal van het vissertje en zijn vrouw op 'Jazz is expensive' heeft wel wat weg van Zappa's 'Billy the Mountain'. Het is een vrolijke muzikale potpourri van stijlen. Een nummer is zelfs een traditionele Beierse 'Schuhplattler'. Ik hoop snel zo'n feest wel tot het einde toe mee te mogen maken. Tot dan doe ik het maar met de albums.
Om in de stemming te komen staat er een
filmpje op Youtube. ‘Nosferatu’ in Garnwerd vind je hier >>> De albums van Kuhn Fu zijn hier verkrijgbaar >>> ---------- De foto's zijn van de schrijver.
|