archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 20
Jaargang 21
5 september 2024
Nummer 1 verschijnt op
19 september 2024
Bezigheden > Recht en onrecht delen printen terug
750 jaar vagevuur Arie de Jong

2119BZ VagevuurDit jaar is het precies 750 jaar geleden dat het vagevuur werd aanvaard als een leerstuk. In de stortvloed van herdenkingen elk jaar (dit jaar bijvoorbeeld 450 jaar geleden dat Leidens Ontzet was en dat precies 300 jaar geleden de Johannes Passie van Johann Sebastian Bach voor het eerst werd uitgevoerd) zou het gedenken van dit fenomeen gemakkelijk op de achtergrond kunnen geraken. Ten onrechte, want weinig bedenksels hebben zo’n invloed gehad, althans op de westerse samenleving.

We verplaatsen ons naar het Tweede Concilie van Lyon dat werd gehouden van 7 mei tot 12 juli 1274. Een belangrijke reden tot het bijeenroepen van dit concilie was de poging om de gescheiden kerken van Rome en Byzantium (Schisma van 1054) te herenigen. Er stond bij dit concilie veel meer op het programma. Bijvoorbeeld spelregels voor het conclaaf, de verkiezing van een nieuwe paus door de kardinalen na het overlijden van een paus. De noodzaak van spelregels was gebleken toen het tussen 1268 en 1271 niet lukte een nieuwe paus aan te wijzen door onenigheid tussen de kardinalen. De uitkomst was om ze voortaan bij een pausverkiezing op te sluiten en op water en brood te zetten totdat er witte rook kon worden geblazen. Er volgde overigens in de eeuwen erna nog een hoop onrust bij de aanwijzing van pausen, met tegenpausen en meer ongerief.

Smeulende kwestie

Er werden bij het concilie plannen gemaakt voor een nieuwe kruistocht. En er werd het leerstuk van het vagevuur vastgesteld, een kwestie die al langer smeulde onder theologen. Overigens hielp het voor de hereniging van de kerken niet om dat leerstuk over het vagevuur vast te stellen. In de Grieks orthodoxe kerk zag men er niets in, zoals men ook het celibaat niet wilde overnemen. Nu waren dit kwesties, waarbij de delegaties konden afspreken ermee te leven dat dit verschillend bleef. Wat het grote breekpunt was, zodat het niet kwam tot hereniging, was dat men er in de Grieks orthodoxe kerk niet voor voelde om de bisschop van Rome, de paus, als hoofd van de kerk te beschouwen. Maar terug naar het leerstuk van het vagevuur, ook wel: het purgatorium.

Perspectief voor pekelzondaars

Hoewel de Bijbel vaak houvast bood bij allerlei onderwerpen, was dat niet het geval over het bestaan van een vagevuur. Er werd wel een hiernamaals geboden aan de gelovigen: de hemel voor wie recht in het geloof was geweest, de hel voor de zondaars. Maar wat moest je met de velen die er tussenin zitten? Zijn we op zijn tijd niet allen zondig, al was het maar in gedachten? Zo vreemd was het idee niet dat de zonden eerst moesten worden weggenomen, voordat de zielen van overledenen terecht konden in de hemel. Het geloof in een hiernamaals, na het aardse leven, was nu eenmaal een belangrijk onderdeel van het christelijk geloof en veel mensen hadden een rotsvast geloof in het bestaan van dat hiernamaals, met uitzicht op het paradijs waar je de Schepper weer zou ontmoeten. Maar de aantrekkelijkheid werd natuurlijk wel bevorderd als deze zaligheid niet aan een enkeling was voorbehouden. Helaas gaf de Bijbel geen uitsluitsel over het perspectief van de alledaagse pekelzondaars, zodat er een risico bestond dat al met geringe zonden een eeuwig verblijf in de hel de ongewenste toekomst was. Weinigen konden uitverkoren zijn, en was ook door Jezus al niet verteld dat nog eerder een kameel door het oog van een naald zou kruipen dan dat een rijke in de hemel kon komen?

Het vagevuur als verdienmodel


Het afkondigen van het vagevuur bleek een briljante gedachte. Het gaf een ongekende basis onder het verdienmodel van de katholieke kerk en was een geruststellende gedachte voor de gelovigen: het was het instrument van een barmhartige God.

De aflatenhandel als verdienmodel

Al vanaf de zevende eeuw kende men de aflaat, een soort vergeving voor begane zonden. Overigens zouden doodzonden niet vergeven kunnen worden, en later werd ook vastgesteld dat bij een doodzonde het niet mogelijk was die in het vagevuur weg te nemen. Gaandeweg ontwikkelde de aflaat zich tot een volwaardig instrument. Met het vaststellen van het vagevuur kon de aflaat geconcretiseerd worden. Door aflaten te verkopen, of als beloning voor te spiegelen (deelname aan een kruistocht bijvoorbeeld), kon men de tijd in het vagevuur bekorten. Helemaal geweldig was uiteraard de volle aflaat, zodat de dode ziel rechtstreeks het paradijs kon betreden. Een mooie aanvulling derhalve op de biecht, waarbij iemand na haar of zijn zonden aan een bevoegde functionaris te hebben beleden van hem vergeving kon ontvangen, veelal met een geringe straf als het tot vervelens toe opzeggen van het Onze Vader of Weesgegroetjes tot aan de opdracht een bedevaart te ondernemen.

De aflatenhandel als splijtzwam

De aflatenhandel liep gaandeweg uit de hand en had een grote stimulans op het ontluikende protestantisme. Maarten Luther gruwelde van de aflatenhandel en verwerkte de nodige weerzin in zijn beroemde 95 stellingen waarmee hij afstand tot de katholieke kerk nam (1517; en die stellingen werden niet op een kerkdeur gespijkerd, een broodje aap verhaal). Ook Johannes Calvijn hekelde een en ander en beschouwde het leerstuk van het vagevuur als onzin, een belediging van Christus.
De katholieken lieten zich het vagevuur niet afnemen, daarvoor was het te succesvol. Men speelde immers al vaak genoeg met vuur, bijvoorbeeld om ketters en heksen te roosteren.

Vagevuur op laag pitje

Heden ten dage leven de ideeën over het vagevuur niet erg meer. Zelfs de paus laat zich er niet meer enthousiast over uit. Ik heb al eens ergens gelezen dat een vorige paus er afstand van nam, schetste dat de hemel in het verschiet was voor wie gelooft en dat een ongelovige al in het heden zich bevindt in de hel, maar dat het vagevuur niet meer zo nodig is om de zonden af te wassen.

Toch lijkt het me mooi om dit jaar te gedenken dat het vagevuur 750 jaar bestaat. Het zou geweldig zijn geweest als er ter gelegenheid van dit gedenken een film was gemaakt over het deel van de Goddelijke Komedie van Dante Alighieri, dat gaat over het verblijf in het vagevuur. Ik kijk uit naar een gedenkteken, bijvoorbeeld een eeuwig brandend vuur op het plein voor de Sint Pieter in Rome.

----------

De RK polonaise is van Han Busstra.


© 2024 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Recht en onrecht" -
Bezigheden > Recht en onrecht
750 jaar vagevuur Arie de Jong
2119BZ VagevuurDit jaar is het precies 750 jaar geleden dat het vagevuur werd aanvaard als een leerstuk. In de stortvloed van herdenkingen elk jaar (dit jaar bijvoorbeeld 450 jaar geleden dat Leidens Ontzet was en dat precies 300 jaar geleden de Johannes Passie van Johann Sebastian Bach voor het eerst werd uitgevoerd) zou het gedenken van dit fenomeen gemakkelijk op de achtergrond kunnen geraken. Ten onrechte, want weinig bedenksels hebben zo’n invloed gehad, althans op de westerse samenleving.

We verplaatsen ons naar het Tweede Concilie van Lyon dat werd gehouden van 7 mei tot 12 juli 1274. Een belangrijke reden tot het bijeenroepen van dit concilie was de poging om de gescheiden kerken van Rome en Byzantium (Schisma van 1054) te herenigen. Er stond bij dit concilie veel meer op het programma. Bijvoorbeeld spelregels voor het conclaaf, de verkiezing van een nieuwe paus door de kardinalen na het overlijden van een paus. De noodzaak van spelregels was gebleken toen het tussen 1268 en 1271 niet lukte een nieuwe paus aan te wijzen door onenigheid tussen de kardinalen. De uitkomst was om ze voortaan bij een pausverkiezing op te sluiten en op water en brood te zetten totdat er witte rook kon worden geblazen. Er volgde overigens in de eeuwen erna nog een hoop onrust bij de aanwijzing van pausen, met tegenpausen en meer ongerief.

Smeulende kwestie

Er werden bij het concilie plannen gemaakt voor een nieuwe kruistocht. En er werd het leerstuk van het vagevuur vastgesteld, een kwestie die al langer smeulde onder theologen. Overigens hielp het voor de hereniging van de kerken niet om dat leerstuk over het vagevuur vast te stellen. In de Grieks orthodoxe kerk zag men er niets in, zoals men ook het celibaat niet wilde overnemen. Nu waren dit kwesties, waarbij de delegaties konden afspreken ermee te leven dat dit verschillend bleef. Wat het grote breekpunt was, zodat het niet kwam tot hereniging, was dat men er in de Grieks orthodoxe kerk niet voor voelde om de bisschop van Rome, de paus, als hoofd van de kerk te beschouwen. Maar terug naar het leerstuk van het vagevuur, ook wel: het purgatorium.

Perspectief voor pekelzondaars

Hoewel de Bijbel vaak houvast bood bij allerlei onderwerpen, was dat niet het geval over het bestaan van een vagevuur. Er werd wel een hiernamaals geboden aan de gelovigen: de hemel voor wie recht in het geloof was geweest, de hel voor de zondaars. Maar wat moest je met de velen die er tussenin zitten? Zijn we op zijn tijd niet allen zondig, al was het maar in gedachten? Zo vreemd was het idee niet dat de zonden eerst moesten worden weggenomen, voordat de zielen van overledenen terecht konden in de hemel. Het geloof in een hiernamaals, na het aardse leven, was nu eenmaal een belangrijk onderdeel van het christelijk geloof en veel mensen hadden een rotsvast geloof in het bestaan van dat hiernamaals, met uitzicht op het paradijs waar je de Schepper weer zou ontmoeten. Maar de aantrekkelijkheid werd natuurlijk wel bevorderd als deze zaligheid niet aan een enkeling was voorbehouden. Helaas gaf de Bijbel geen uitsluitsel over het perspectief van de alledaagse pekelzondaars, zodat er een risico bestond dat al met geringe zonden een eeuwig verblijf in de hel de ongewenste toekomst was. Weinigen konden uitverkoren zijn, en was ook door Jezus al niet verteld dat nog eerder een kameel door het oog van een naald zou kruipen dan dat een rijke in de hemel kon komen?

Het vagevuur als verdienmodel


Het afkondigen van het vagevuur bleek een briljante gedachte. Het gaf een ongekende basis onder het verdienmodel van de katholieke kerk en was een geruststellende gedachte voor de gelovigen: het was het instrument van een barmhartige God.

De aflatenhandel als verdienmodel

Al vanaf de zevende eeuw kende men de aflaat, een soort vergeving voor begane zonden. Overigens zouden doodzonden niet vergeven kunnen worden, en later werd ook vastgesteld dat bij een doodzonde het niet mogelijk was die in het vagevuur weg te nemen. Gaandeweg ontwikkelde de aflaat zich tot een volwaardig instrument. Met het vaststellen van het vagevuur kon de aflaat geconcretiseerd worden. Door aflaten te verkopen, of als beloning voor te spiegelen (deelname aan een kruistocht bijvoorbeeld), kon men de tijd in het vagevuur bekorten. Helemaal geweldig was uiteraard de volle aflaat, zodat de dode ziel rechtstreeks het paradijs kon betreden. Een mooie aanvulling derhalve op de biecht, waarbij iemand na haar of zijn zonden aan een bevoegde functionaris te hebben beleden van hem vergeving kon ontvangen, veelal met een geringe straf als het tot vervelens toe opzeggen van het Onze Vader of Weesgegroetjes tot aan de opdracht een bedevaart te ondernemen.

De aflatenhandel als splijtzwam

De aflatenhandel liep gaandeweg uit de hand en had een grote stimulans op het ontluikende protestantisme. Maarten Luther gruwelde van de aflatenhandel en verwerkte de nodige weerzin in zijn beroemde 95 stellingen waarmee hij afstand tot de katholieke kerk nam (1517; en die stellingen werden niet op een kerkdeur gespijkerd, een broodje aap verhaal). Ook Johannes Calvijn hekelde een en ander en beschouwde het leerstuk van het vagevuur als onzin, een belediging van Christus.
De katholieken lieten zich het vagevuur niet afnemen, daarvoor was het te succesvol. Men speelde immers al vaak genoeg met vuur, bijvoorbeeld om ketters en heksen te roosteren.

Vagevuur op laag pitje

Heden ten dage leven de ideeën over het vagevuur niet erg meer. Zelfs de paus laat zich er niet meer enthousiast over uit. Ik heb al eens ergens gelezen dat een vorige paus er afstand van nam, schetste dat de hemel in het verschiet was voor wie gelooft en dat een ongelovige al in het heden zich bevindt in de hel, maar dat het vagevuur niet meer zo nodig is om de zonden af te wassen.

Toch lijkt het me mooi om dit jaar te gedenken dat het vagevuur 750 jaar bestaat. Het zou geweldig zijn geweest als er ter gelegenheid van dit gedenken een film was gemaakt over het deel van de Goddelijke Komedie van Dante Alighieri, dat gaat over het verblijf in het vagevuur. Ik kijk uit naar een gedenkteken, bijvoorbeeld een eeuwig brandend vuur op het plein voor de Sint Pieter in Rome.

----------

De RK polonaise is van Han Busstra.
© 2024 Arie de Jong
powered by CJ2