Nu ik dit schrijf moeten de Europese verkiezingen nog komen, maar als u dit leest is de uitslag bekend. Hoewel? Er is per land bekend hoe er gestemd is. Maar daarmee is de samenstelling van het parlement nog niet volledig bekend. Dat komt omdat het nog niet altijd vaststaat welke delegaties van de landelijke partijen samen een fractie vormen.
Zo maakte de delegatie van de VVD tot nu toe deel uit van de Renew Europe fractie, maar zijn er binnen de huidige fractie bezwaren omdat de VVD bezig is een kabinet te vormen waar ook de PVV deel van uitmaakt. Wie op de VVD stemde weet dus niet zeker of hij daarmee de Renew fractie gesteund heeft of een groep geïsoleerde VVD-parlementariërs die op zoek moet naar een ander verband. Dat vind ik niet erg beleefd tegenover de kiezer.
Maar dit staat niet op zichzelf. Het is ook nog niet duidelijk of het NSC en BBB zal lukken zich bij de EVP-fractie aan te sluiten, waar nu naast het CDA alleen de ChristenUnie deel van uitmaakt. En bij radicaal rechts is het al helemaal niet duidelijk welke fracties er gevormd gaan worden. Anders is het bij de delegatie van GroenLinks-PvdA, waarvan wel duidelijk is dat de leden zich zullen verdelen over de S&D fractie en De Groenen, en in welke verhouding, maar waarbij de kiezer er juist weer niets over te zeggen heeft hoeveel van de parlementariërs deel gaan uitmaken van welke fractie. Dat was geen reden af te zien van een gemeenschappelijke lijst: zo belangrijk is Europa nu ook weer niet.
Een verrassend groot deel van de kiezers weet dus nog niet welke fractie in het Europees Parlement hem of haar de komende vijf jaar in Brussel en Straatsburg gaat vertegenwoordigen. Veel partijen vonden het kennelijk niet nodig daar vooraf duidelijkheid over te geven, of lukte dat gewoon niet. Je kunt in ieder geval constateren dat de urgentie daarbij niet zo groot was. Laat ons dat nu maar regelen, de kiezer stemt toch voor een nationale partij en niet voor een Europese.
Politieke Arena
Is dit alles niet erg beleefd tegenover de kiezer, het is ook strijdig met het streven om van het Europees parlement een Europese politieke arena te maken. De fracties zijn immers niet gebaseerd op Europese partijen die over heel Europa geprobeerd hebben stemmen te vergaren, maar op nationale partijen die na de verkiezingen allianties zijn aangegaan. Voor zover er debatten georganiseerd worden zijn het vooral landelijke kopstukken die daaraan deelnemen en worden ze verslagen in nationale media. Waar anders, er zijn immers geen Europese media van betekenis. De Financial Times misschien, maar die wordt gepubliceerd buiten de Europese Unie.
De rommelige manier waarop fracties in het Europees Parlement tot stand komen is een gevolg van een veel dieper probleem: omdat er geen Europese media zijn is er ook geen Europese publieke opinie. Er is geen Europees demos. En zonder demos geen democratie. Dat is een probleem waar al die mensen die pleiten voor het Europese project en een ever closer European Union het liefst aan voorbijgaan. Ze zullen ook opgelucht adem halen als definitief bekend is uit welke fracties het Europees parlement bestaat, en het parlement weer zijn eigen koers kan varen zonder rekening te moeten houden met kiezers. Dat leidt alleen maar tot populisme.
Nederland
Intussen blijkt in Nederland dat beleidsopvattingen van de meerderheid van de kiezers over vraagstukken als immigratie en veeteelt nauwelijks te realiseren zijn, omdat ze stuiten op Europese regelgeving. Weldenkend Nederland vindt dat wel een rustig idee. Maar er zijn in Nederland toch ook nog steeds aanhangers van de democratie. Die zit dat niet lekker. In theorie zou democratische besluitvorming op Europees niveau een alternatief moeten zijn, maar dat functioneert dus niet bij gebrek aan een Europees demos, maar ook door de ondoorzichtige verdeling van bevoegdheden.
Mij lijkt dit vooral een argument terughoudend te zijn met nieuwe Europese bevoegdheden. Elke overdracht betekent verlies van democratie, en dat zou een internationale gemeenschap die democratie tot zijn kernwaarden rekent niet moeten willen. Dat betekent niet alleen terughoudendheid bij nieuwe bevoegdheden, maar ook een strikte toetsing van bestaande bevoegdheden aan het subsidiariteitsbeginsel. Wanneer elk land zijn eigen belastingpercentage vaststelt voor bedrijven leidt dat tot schadelijke belastingconcurrentie, dus dat moet je niet willen. Maar ik zie niet waarom niet elk land zijn eigen Natura-2000 beleid zou kunnen voeren. Dat Nederland nu dan misschien wel andere keuzes zou maken dan in het verleden is geen democratisch argument.
----------
Het geinige plaatje is van Coc van Duijn.
|