|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024 Nummer 13 verschijnt op 4 april 2024 | |
|
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
In de ban van Volendam |
Maeve van der Steen |
|
|
Acteren en zingen zijn heerlijke bezigheden en ik zou het liefst niet anders doen. Maar
de showbizz is niet makkelijk, er zijn velen die er ook graag deel van
uitmaken dus de spoeling is dun. Daarom ben ik dankbaar dat het
voorlezen van boeken op mijn pad is gekomen. Lezen is fijn, en als
je voorleest doe je iets dat je graag doet terwijl anderen er ook nog
wat aan hebben, de visueel gehandicapten bijvoorbeeld – blinden en
slechtzienden zeiden we vroeger. Of dyslectici, voor wie lezen een zware
opgave is.
Jammer is dat er zo ongelofelijk veel
ondermaatse, saaie en domweg slechte boeken worden geschreven. Die ook
voorgelezen moeten worden helaas. Er zijn tegenwoordig ‘schrijvers’ die
hun boek in eigen beheer uitbrengen, dus nu is helemaal het hek van de
dam. Boeken die ook gewoon bij bol.com te koop zijn, en die zo vol
fouten zitten dat ze nauwelijks fatsoenlijk voor te lezen zijn.
Onbegrijpelijk.
Trouwens, ook veel boeken die door
een gerenommeerde uitgever zijn uitgebracht en dus netjes geredigeerd
zijn – zou je denken – zitten de laatste tijd vol kleine foutjes, twee
keer ‘een’ achter elkaar, namen die ineens verwisseld zijn. Duidelijk
een nieuw verschijnsel. Is er geen geld meer voor redacteuren? Heel
irritant, vooral voor een voorlezer, misschien dat een ‘gewone’ lezer er
minder last van heeft en er gewoon overheen leest.
Een bijzonder boek
Ook in eigen
beheer uitgegeven, en vol kleine foutjes is Oud en Nieuw, van de hemel
naar de hel en terug van Gary Veerman. Een heel bijzonder boek dat ik
beslist wil aanraden.
De schrijfster was een van de jonge
mensen die in café De Hemel in Volendam was toen de brand uitbrak in de
nieuwjaarsnacht van 2000 op 2001, waarbij 14 doden en 200 ernstig
gewonden vielen. De kerstversiering vatte vlam door een bundel
sterretjes.
Gary was veertien jaar oud en raakte
zwaargewond. Hoe zij deze avond beschrijft, van de voorbereidingen vóór
het feestje met make-up en gegiechel en geflirt, tot en met de
steekvlam, de brand, de pijn, de chaos en paniek, is grandioos. Het
kostte me moeite om door te lezen zonder in tranen uit te barsten.
Daarna begint de ellende pas echt: vier dagen in een ziekenhuis waar uit
onwetendheid de brandwonden niet goed worden behandeld, de berichten
over vriendjes en vriendinnetjes die er nog slechter aan toe zijn dan
zijzelf, Angel. Zo noemt Gary zich in het boek terwijl het verhaal
duidelijk puur autobiografisch is. (Ik heb Angel op zijn Engels
uitgesproken maar denk achteraf dat dat niet moest…)
Lichamelijk
komt zij erbovenop maar geestelijk niet wat na tien jaar pas blijkt. Zij
gaat in therapie, en wel in groepstherapie. En nu verandert het boek
van toon, het wordt bijna satirisch, waartoe dat soort groepssessies
natuurlijk wel uitnodigt. Grappig beschreven allemaal. Maar een redacteur had misschien kunnen helpen een en ander meer in evenwicht te brengen.
Een stukje historische roman
We krijgen ook nog een deel dat we een historische roman zouden moeten noemen. Fictie,
want ze noemt de dame Grietje, terwijl ze in werkelijkheid Hille
heette, en ze maakt er haar betovergrootmoeder van. Wat ze helemaal niet
was.
Die Hille Butter (1891 – 1968) alleen al
was interessant genoeg om een fijne kostuumfilm over te maken. Met
uiteraard allerlei veronderstellingen erin, deed zij het echt met Prins
Hendrik? De overspelige prins ging wel degelijk bij haar op bezoek, er
zijn getuigen van.
Hille was serveerster bij
het befaamde hotel-restaurant Spaander en werd een geliefd model voor
vele schilders. Altijd in klederdracht. Zij was een zeer eigenzinnige
vrouw, die scheidde van haar man, een unicum in die tijd. Ze was dol op lezen over verre landen. Op straat sprak ze wel eens buitenlanders
aan – Volendam was toen al toeristisch – om nog meer te weten te komen
over de wijde wereld.
Onze hoofdpersoon Angel gaat nu verder
met fictie door de achterkleinzoon van Grietje (gebaseerd op Hille) te
zoeken in Amerika en ze vindt hem. Met deze uiteraard beeldige jongen
gaat ze op stap in Volendam, waardoor we nu ineens in een soort reisgids
terecht zijn gekomen. Zo aanstekelijk beschreven, dat ik binnenkort
zelf weer eens ga kijken op de Dijk en in de haven. Op een maandag, wie
weet zijn er dan niet al te veel toeristen.
Weer terug op de kermis
We
komen in het boek ook nog op de jaarlijkse kermis terecht, die vier
dagen duurt en waar voornamelijk gezopen en vreemdgegaan wordt tussen
het reuzenrad en de draaimolens door, ja gekotst wordt er ook. En dan te
bedenken hoe proper en netjes de Volendammers normaal zijn. Als je
een Volendamse wilt kwetsen moet je zeggen dat haar ramen niet schoon
zijn, geschrokken zal ze voor de derde keer die week de ramen gaan
lappen.
Intussen is het thema van het boek natuurlijk de
bevrijding uit het keurslijf van het gelovige dorp Volendam. Hille
(Grietje) ging Gary voor. En de bevrijding uit haar verdrietige jeugd
met een gewelddadige vader. En de bevrijding uit haar trauma van de
gruwelijke brand.
Misschien heb ik de verschillen in inhoud en
stijl van de delen van het boek wat aangedikt, maar feit blijft dat de
constructie van de roman gammel is. Toch moet dit boek onverwijld
vertaald worden naar het Engels, de Amerikanen gaan het vreten en zullen
het als een Hans Brinker of de Zilveren Schaatsen ‘nummer twee’ in hun
hart sluiten. Liever nog maken we er een speelfilm van of een
televisieserie, al zullen er dan duidelijke keuzes gemaakt moeten
worden. Netflix, grijp je kans!
En nog wat eten!
Gaan we intussen nog wat eten? Ja natuurlijk, een toastje gerookte paling, een delicatesse! Daar heb je toch geen recept voor nodig, nou nee maar wel wat aandacht en liefde graag. Ten
eerste is de paling het lekkerst als je vlak voor het serveren het vel
eraf stroopt en de vis van de graat haalt. De vis moet op
kamertemperatuur zijn. Witbrood moet zo dun mogelijk gesneden worden en licht getoost. Dan leggen we de filets op het geroosterde brood. Heerlijk. Natuurlijk
kan je een beetje zure room met mierikswortel mengen en een toefje
daarvan er op doen, of een beetje verse dille erop strooien. Maar puur is lekker genoeg, als de paling maar vers gerookt is, in Volendam bijvoorbeeld.
Gary Veerman, 'Oud en Nieuw – van de hemel in de hel en weer terug', ISBN 9789090354347
----------
De paling is geschapen door Coc van Duijn.
|
|
|
|
|
|
|
|
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept |
In de ban van Volendam |
Maeve van der Steen |
Acteren en zingen zijn heerlijke bezigheden en ik zou het liefst niet anders doen. Maar
de showbizz is niet makkelijk, er zijn velen die er ook graag deel van
uitmaken dus de spoeling is dun. Daarom ben ik dankbaar dat het
voorlezen van boeken op mijn pad is gekomen. Lezen is fijn, en als
je voorleest doe je iets dat je graag doet terwijl anderen er ook nog
wat aan hebben, de visueel gehandicapten bijvoorbeeld – blinden en
slechtzienden zeiden we vroeger. Of dyslectici, voor wie lezen een zware
opgave is.
Jammer is dat er zo ongelofelijk veel
ondermaatse, saaie en domweg slechte boeken worden geschreven. Die ook
voorgelezen moeten worden helaas. Er zijn tegenwoordig ‘schrijvers’ die
hun boek in eigen beheer uitbrengen, dus nu is helemaal het hek van de
dam. Boeken die ook gewoon bij bol.com te koop zijn, en die zo vol
fouten zitten dat ze nauwelijks fatsoenlijk voor te lezen zijn.
Onbegrijpelijk.
Trouwens, ook veel boeken die door
een gerenommeerde uitgever zijn uitgebracht en dus netjes geredigeerd
zijn – zou je denken – zitten de laatste tijd vol kleine foutjes, twee
keer ‘een’ achter elkaar, namen die ineens verwisseld zijn. Duidelijk
een nieuw verschijnsel. Is er geen geld meer voor redacteuren? Heel
irritant, vooral voor een voorlezer, misschien dat een ‘gewone’ lezer er
minder last van heeft en er gewoon overheen leest.
Een bijzonder boek
Ook in eigen
beheer uitgegeven, en vol kleine foutjes is Oud en Nieuw, van de hemel
naar de hel en terug van Gary Veerman. Een heel bijzonder boek dat ik
beslist wil aanraden.
De schrijfster was een van de jonge
mensen die in café De Hemel in Volendam was toen de brand uitbrak in de
nieuwjaarsnacht van 2000 op 2001, waarbij 14 doden en 200 ernstig
gewonden vielen. De kerstversiering vatte vlam door een bundel
sterretjes.
Gary was veertien jaar oud en raakte
zwaargewond. Hoe zij deze avond beschrijft, van de voorbereidingen vóór
het feestje met make-up en gegiechel en geflirt, tot en met de
steekvlam, de brand, de pijn, de chaos en paniek, is grandioos. Het
kostte me moeite om door te lezen zonder in tranen uit te barsten.
Daarna begint de ellende pas echt: vier dagen in een ziekenhuis waar uit
onwetendheid de brandwonden niet goed worden behandeld, de berichten
over vriendjes en vriendinnetjes die er nog slechter aan toe zijn dan
zijzelf, Angel. Zo noemt Gary zich in het boek terwijl het verhaal
duidelijk puur autobiografisch is. (Ik heb Angel op zijn Engels
uitgesproken maar denk achteraf dat dat niet moest…)
Lichamelijk
komt zij erbovenop maar geestelijk niet wat na tien jaar pas blijkt. Zij
gaat in therapie, en wel in groepstherapie. En nu verandert het boek
van toon, het wordt bijna satirisch, waartoe dat soort groepssessies
natuurlijk wel uitnodigt. Grappig beschreven allemaal. Maar een redacteur had misschien kunnen helpen een en ander meer in evenwicht te brengen.
Een stukje historische roman
We krijgen ook nog een deel dat we een historische roman zouden moeten noemen. Fictie,
want ze noemt de dame Grietje, terwijl ze in werkelijkheid Hille
heette, en ze maakt er haar betovergrootmoeder van. Wat ze helemaal niet
was.
Die Hille Butter (1891 – 1968) alleen al
was interessant genoeg om een fijne kostuumfilm over te maken. Met
uiteraard allerlei veronderstellingen erin, deed zij het echt met Prins
Hendrik? De overspelige prins ging wel degelijk bij haar op bezoek, er
zijn getuigen van.
Hille was serveerster bij
het befaamde hotel-restaurant Spaander en werd een geliefd model voor
vele schilders. Altijd in klederdracht. Zij was een zeer eigenzinnige
vrouw, die scheidde van haar man, een unicum in die tijd. Ze was dol op lezen over verre landen. Op straat sprak ze wel eens buitenlanders
aan – Volendam was toen al toeristisch – om nog meer te weten te komen
over de wijde wereld.
Onze hoofdpersoon Angel gaat nu verder
met fictie door de achterkleinzoon van Grietje (gebaseerd op Hille) te
zoeken in Amerika en ze vindt hem. Met deze uiteraard beeldige jongen
gaat ze op stap in Volendam, waardoor we nu ineens in een soort reisgids
terecht zijn gekomen. Zo aanstekelijk beschreven, dat ik binnenkort
zelf weer eens ga kijken op de Dijk en in de haven. Op een maandag, wie
weet zijn er dan niet al te veel toeristen.
Weer terug op de kermis
We
komen in het boek ook nog op de jaarlijkse kermis terecht, die vier
dagen duurt en waar voornamelijk gezopen en vreemdgegaan wordt tussen
het reuzenrad en de draaimolens door, ja gekotst wordt er ook. En dan te
bedenken hoe proper en netjes de Volendammers normaal zijn. Als je
een Volendamse wilt kwetsen moet je zeggen dat haar ramen niet schoon
zijn, geschrokken zal ze voor de derde keer die week de ramen gaan
lappen.
Intussen is het thema van het boek natuurlijk de
bevrijding uit het keurslijf van het gelovige dorp Volendam. Hille
(Grietje) ging Gary voor. En de bevrijding uit haar verdrietige jeugd
met een gewelddadige vader. En de bevrijding uit haar trauma van de
gruwelijke brand.
Misschien heb ik de verschillen in inhoud en
stijl van de delen van het boek wat aangedikt, maar feit blijft dat de
constructie van de roman gammel is. Toch moet dit boek onverwijld
vertaald worden naar het Engels, de Amerikanen gaan het vreten en zullen
het als een Hans Brinker of de Zilveren Schaatsen ‘nummer twee’ in hun
hart sluiten. Liever nog maken we er een speelfilm van of een
televisieserie, al zullen er dan duidelijke keuzes gemaakt moeten
worden. Netflix, grijp je kans!
En nog wat eten!
Gaan we intussen nog wat eten? Ja natuurlijk, een toastje gerookte paling, een delicatesse! Daar heb je toch geen recept voor nodig, nou nee maar wel wat aandacht en liefde graag. Ten
eerste is de paling het lekkerst als je vlak voor het serveren het vel
eraf stroopt en de vis van de graat haalt. De vis moet op
kamertemperatuur zijn. Witbrood moet zo dun mogelijk gesneden worden en licht getoost. Dan leggen we de filets op het geroosterde brood. Heerlijk. Natuurlijk
kan je een beetje zure room met mierikswortel mengen en een toefje
daarvan er op doen, of een beetje verse dille erop strooien. Maar puur is lekker genoeg, als de paling maar vers gerookt is, in Volendam bijvoorbeeld.
Gary Veerman, 'Oud en Nieuw – van de hemel in de hel en weer terug', ISBN 9789090354347
----------
De paling is geschapen door Coc van Duijn.
|
© 2023 Maeve van der Steen |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|