 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |

archief vorig nr. lopend nr. |
 |
 |
 |

Nummer 13
Jaargang 22
27 maart 2025 Nummer 14 verschijnt op 10 april 2025 |  |
 |
Bezigheden > Lopen |
delen printen
terug
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Waar is de Haagse Beek gebleven? |
Frits Hoorweg |
 |
 |

Wereldsteden ontlenen hun speciale karakter vaak aan grote rivieren. Zo
hebben wij de Haagse Beek. Hij dringt zich niet aan toeristen op, maar
Hagenaars voelen zijn aanwezigheid overal.
Sinds wij hier wonen
‘weet’ ik dat de vijver voor ons huis gevoed wordt door de Haagse Beek.
Ergens vlakbij, is mij ooit verteld, waarschijnlijk door de verkoper van
ons huis, ging de beek ondergronds en komt dan weer boven bij de
Hofvijver. Maar … onderweg snoepten wij dus mee van de parelende
overvloed van deze stroom fris duinwater. Zo stelde ik mij dat voor. Twijfel
begon toe te slaan bij lezing van ‘Haags Groen, Toen en Nu’ van Frans
Beekman *. Als dat boek mij iets heeft duidelijk gemaakt is het wel dat
de geschiedenis van deze stad in belangrijke mate bepaald is door
‘geklooi’ met waterwegen. Ik besloot te proberen een wandeling te maken
langs de Haagse Beek, vanaf de oorsprong.
Daarvoor moest ik naar
wat nu Kijkduin is. Tussen 900 en 1100 ontstond daar (net als elders
langs onze kust) een rij jonge, hoge duinen voor de oude duinen, die dus
meer landinwaarts lagen. Er tussenin ontstond een drassig gebied, dat
men in de 13e eeuw is gaan ontwateren. De afvoer liep aanvankelijk in
zuidwestelijke richting. Daar kwam verandering in toen Floris V water
nodig had voor de vijver bij het Binnenhof en de grachten er omheen. Het
water werd de andere kant op geleid en in eventuele hindernissen tussen
Kijkduin en het Binnenhof werd een doorsteek gemaakt. Al vrij snel
bleek echter dat de watertoevoer via de beek onvoldoende was. In 1345
werd het Spui gegraven, waardoor er water vanuit de Vliet kon worden
aangevoerd. Zijn oorspronkelijke bestaansreden was de beek dus toen al
kwijt.
Afijn, ik volgde de beek, voor wat hij nog waard is, langs
de Machiel Vrijenhoeklaan, de Sportlaan en de Segbroeklaan. Voor
niet-Hagenezen is het misschien goed er even op te wijzen dat dit de
invalsroute is voor verkeer uit het Westland, een drukke verkeersader,
die we min of meer te danken hebben aan de Duitsers die daar een
antitankgracht aanlegden, als onderdeel van de Atlantikwall. Vervolgens
was het een koud kunstje om er een doorgangsweg van te maken. Niet echt
een ideale wandelroute dus, hoewel er langs de Segbroeklaan een
sympathiek plantsoen is aangelegd.
En dan loop je tegen het
Afvoer- of Verversingskanaal (sinds 1886) aan. Vlak voor de Houtrustbrug
staat, rechts van het fietspad, een onooglijk gebouwtje van het
waterschap. Je kunt over het kanaal heen via de Houtrustbrug en het
water van de beek gaat via duikers onder het Afvoerkanaal door, aldus
Wikipedia. Volgens dezelfde bron wordt het waterpeil in de beek ook nog
weleens op niveau gebracht vanuit datzelfde kanaal. Hoe het één zich tot
het ander verhoudt is mij niet duidelijk.
Daarna loopt de Beek
langs de President Kennedylaan en het Congresgebouw en duikt dan via de
tuin van het Catshuis (niet toegankelijk) Park Sorghvliet in. Om de beek
in Sorghvliet te kunnen bewonderen moet je omlopen naar de ingang aan
de Scheveningseweg en bovendien moet je zorgen dat je een bezoekerskaart
hebt. Halverwege de Jacob Catslaan verlaat de beek Sorghvliet en loopt
dan onder een brug door naar het plantsoen tussen de Rustenburgweg en de
Buitenrustweg (Tolweg). Dat plantsoen wordt opgesierd door een mooi
beeld van Jan Toorop, maar voor de rest ziet het er wat haveloos uit.
Het water van de beek is diep ingegraven en snijdt door een restant oud
duin.
Van daar gaat het water onder de Carnegielaan door naar de
tuin van het Vredespaleis. De fontein van een monumentje, schuin
tegenover het Vredespaleis, dat figureert in het boek van Frans Beekman,
wordt ermee gevoed. Vanaf het Vredespaleis gaat de hoofdstroom
ondergronds, via de Zeestraat en het Noordeinde, naar de Hofvijver, waar
deze aan de korte kant, mooi met een watervalletje, in uitstroomt. Let
op het gedicht in het Latijn aldaar. Het is overigens gewoon duinwater
van Dunea dat vanaf het Vredespaleis door de beek loopt. Het
watertje langs de Patijnlaan en de vijver bij ons voor worden gevoed via
oude zijtakken van de beek, die dateren uit de tijd (18e eeuw) dat hier
tuinbouw op ‘afgezande oude duinen’ (geestgrond) werd uitgeoefend. Daar
zal dus nu ook wel gewoon water van Dunea doorheen lopen.
---------- *
‘Haags
Groen, Toen en Nu‘ is een bundel van 25 stukken die eerder
verschenen in Haagwinde, het kwartaalblad van de AVN Den Haag. Ze werden
in boekvorm uitgegeven ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum van de
vereniging. In die stukken vergeleek de schrijver de situatie van een
stukje natuur nu met die van ongeveer een eeuw geleden. Z’n uitgangspunt
was telkens een oude ansicht waar dan een actuele foto, gemaakt vanuit
hetzelfde standpunt, naast werd gezet. Dat beeldmateriaal leidde
vervolgens tot een beschouwing over wat er in de tussentijd was gebeurd.
Frans
Beekman was ooit Rustig Mens in De Leunstoel en hij was zo vriendelijk
de eerste versie van dit stuk van commentaar te voorzien; waarvoor dank.
Hij attendeerde mij op het boek: ‘De Haagse Beek’ (1992) van M. van
Doorn en J. Mennema, dat verscheen ter gelegenheid van de gelijknamige
tentoonstelling in het Haags Historisch Museum in 1992. Lezing daarvan
heeft mij geleerd dat de hier door mij bedreven geschiedschrijving
hopeloos oppervlakkig is. De loop van de beek is grilliger geweest dan
nu en verder is de doorstroming steeds een bron van zorg geweest, omdat
het verval zo gering is. Er is vaak sprake geweest van boze aanwonenden
die last hadden van stank.
------- De foto is van de schrijver

|
 |
 |
|
 |
 |
 |
 |
Bezigheden > Lopen |
Waar is de Haagse Beek gebleven? |
Frits Hoorweg |
Wereldsteden ontlenen hun speciale karakter vaak aan grote rivieren. Zo
hebben wij de Haagse Beek. Hij dringt zich niet aan toeristen op, maar
Hagenaars voelen zijn aanwezigheid overal.
Sinds wij hier wonen
‘weet’ ik dat de vijver voor ons huis gevoed wordt door de Haagse Beek.
Ergens vlakbij, is mij ooit verteld, waarschijnlijk door de verkoper van
ons huis, ging de beek ondergronds en komt dan weer boven bij de
Hofvijver. Maar … onderweg snoepten wij dus mee van de parelende
overvloed van deze stroom fris duinwater. Zo stelde ik mij dat voor. Twijfel
begon toe te slaan bij lezing van ‘Haags Groen, Toen en Nu’ van Frans
Beekman *. Als dat boek mij iets heeft duidelijk gemaakt is het wel dat
de geschiedenis van deze stad in belangrijke mate bepaald is door
‘geklooi’ met waterwegen. Ik besloot te proberen een wandeling te maken
langs de Haagse Beek, vanaf de oorsprong.
Daarvoor moest ik naar
wat nu Kijkduin is. Tussen 900 en 1100 ontstond daar (net als elders
langs onze kust) een rij jonge, hoge duinen voor de oude duinen, die dus
meer landinwaarts lagen. Er tussenin ontstond een drassig gebied, dat
men in de 13e eeuw is gaan ontwateren. De afvoer liep aanvankelijk in
zuidwestelijke richting. Daar kwam verandering in toen Floris V water
nodig had voor de vijver bij het Binnenhof en de grachten er omheen. Het
water werd de andere kant op geleid en in eventuele hindernissen tussen
Kijkduin en het Binnenhof werd een doorsteek gemaakt. Al vrij snel
bleek echter dat de watertoevoer via de beek onvoldoende was. In 1345
werd het Spui gegraven, waardoor er water vanuit de Vliet kon worden
aangevoerd. Zijn oorspronkelijke bestaansreden was de beek dus toen al
kwijt.
Afijn, ik volgde de beek, voor wat hij nog waard is, langs
de Machiel Vrijenhoeklaan, de Sportlaan en de Segbroeklaan. Voor
niet-Hagenezen is het misschien goed er even op te wijzen dat dit de
invalsroute is voor verkeer uit het Westland, een drukke verkeersader,
die we min of meer te danken hebben aan de Duitsers die daar een
antitankgracht aanlegden, als onderdeel van de Atlantikwall. Vervolgens
was het een koud kunstje om er een doorgangsweg van te maken. Niet echt
een ideale wandelroute dus, hoewel er langs de Segbroeklaan een
sympathiek plantsoen is aangelegd.
En dan loop je tegen het
Afvoer- of Verversingskanaal (sinds 1886) aan. Vlak voor de Houtrustbrug
staat, rechts van het fietspad, een onooglijk gebouwtje van het
waterschap. Je kunt over het kanaal heen via de Houtrustbrug en het
water van de beek gaat via duikers onder het Afvoerkanaal door, aldus
Wikipedia. Volgens dezelfde bron wordt het waterpeil in de beek ook nog
weleens op niveau gebracht vanuit datzelfde kanaal. Hoe het één zich tot
het ander verhoudt is mij niet duidelijk.
Daarna loopt de Beek
langs de President Kennedylaan en het Congresgebouw en duikt dan via de
tuin van het Catshuis (niet toegankelijk) Park Sorghvliet in. Om de beek
in Sorghvliet te kunnen bewonderen moet je omlopen naar de ingang aan
de Scheveningseweg en bovendien moet je zorgen dat je een bezoekerskaart
hebt. Halverwege de Jacob Catslaan verlaat de beek Sorghvliet en loopt
dan onder een brug door naar het plantsoen tussen de Rustenburgweg en de
Buitenrustweg (Tolweg). Dat plantsoen wordt opgesierd door een mooi
beeld van Jan Toorop, maar voor de rest ziet het er wat haveloos uit.
Het water van de beek is diep ingegraven en snijdt door een restant oud
duin.
Van daar gaat het water onder de Carnegielaan door naar de
tuin van het Vredespaleis. De fontein van een monumentje, schuin
tegenover het Vredespaleis, dat figureert in het boek van Frans Beekman,
wordt ermee gevoed. Vanaf het Vredespaleis gaat de hoofdstroom
ondergronds, via de Zeestraat en het Noordeinde, naar de Hofvijver, waar
deze aan de korte kant, mooi met een watervalletje, in uitstroomt. Let
op het gedicht in het Latijn aldaar. Het is overigens gewoon duinwater
van Dunea dat vanaf het Vredespaleis door de beek loopt. Het
watertje langs de Patijnlaan en de vijver bij ons voor worden gevoed via
oude zijtakken van de beek, die dateren uit de tijd (18e eeuw) dat hier
tuinbouw op ‘afgezande oude duinen’ (geestgrond) werd uitgeoefend. Daar
zal dus nu ook wel gewoon water van Dunea doorheen lopen.
---------- *
‘Haags
Groen, Toen en Nu‘ is een bundel van 25 stukken die eerder
verschenen in Haagwinde, het kwartaalblad van de AVN Den Haag. Ze werden
in boekvorm uitgegeven ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum van de
vereniging. In die stukken vergeleek de schrijver de situatie van een
stukje natuur nu met die van ongeveer een eeuw geleden. Z’n uitgangspunt
was telkens een oude ansicht waar dan een actuele foto, gemaakt vanuit
hetzelfde standpunt, naast werd gezet. Dat beeldmateriaal leidde
vervolgens tot een beschouwing over wat er in de tussentijd was gebeurd.
Frans
Beekman was ooit Rustig Mens in De Leunstoel en hij was zo vriendelijk
de eerste versie van dit stuk van commentaar te voorzien; waarvoor dank.
Hij attendeerde mij op het boek: ‘De Haagse Beek’ (1992) van M. van
Doorn en J. Mennema, dat verscheen ter gelegenheid van de gelijknamige
tentoonstelling in het Haags Historisch Museum in 1992. Lezing daarvan
heeft mij geleerd dat de hier door mij bedreven geschiedschrijving
hopeloos oppervlakkig is. De loop van de beek is grilliger geweest dan
nu en verder is de doorstroming steeds een bron van zorg geweest, omdat
het verval zo gering is. Er is vaak sprake geweest van boze aanwonenden
die last hadden van stank.
------- De foto is van de schrijver
|
© 2017 Frits Hoorweg |
 |
 |
 |
 |
powered by CJ2 |
|