archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Mode delen printen terug
Visioenen van oude dames Cass Kamp

0212 Mode
Sinds Julia Roberts een Vintage Valentino naar de Oscars droeg een paar jaar geleden, is vintage helemaal hot. En ook op de modepagina’s van veel bladen zijn er iedere keer wel kleren te vinden die afkomstig zijn uit tweedehands winkels zoals Laura Dols en Episode. En omdat mijn vriendinnen en ik niet willen achterlopen, en het ook wel gehad hadden met de H&M en de Zara, besloten wij ons ook vintage te wagen. En aangezien wij ergens wonen waar de enige vintagewinkel het kringloopcentrum is, pakten wij de trein naar Amsterdam. Lang leve de OV-kaart.

Eerst met de tram richting Jordaan, waar het heerlijk rustig was. Weg van alle mensen en toeristen in de Kalverstraat. Uiteraard hebben we nog even als een stelletje provincialen rondgelopen voor de we ‘de negen straatjes’ in een belendende buurt vonden. Natuurlijk bleek dat we er al drie keer voorbij gelopen waren toen we ons door een Amsterdammer moesten laten vertellen waar de straatjes waren.
Voor de mensen die het niet weten: ‘de negen straatjes’ zijn tegenwoordig om te winkelen absoluut de place-to-be in onze hoofdstad. Nou ja, volgens de bladen en andere hippe mensen dan. Je kunt je uiteraard afvragen hoe hip het nog is als het in alle bladen staat, maar dat even terzijde.

Vol goede moed stapten we één van de twee filialen van Laura Dols binnen. Voor ons stond een gigantisch rek met bontjassen. Bontjassen zijn wel erg stylish (nou ja, afgelopen winter dan, toen onze shoppingtrip plaatsvond), maar door de wetenschap dat ze tweedehands waren, kreeg ik toch wel een beeld voor ogen van een oud vrouwtje dat elke dag in haar bontjas boodschappen ging doen. Ze droeg ook pareloorbellen, te donkere rouge en huidskleurige pantykousjes.Toen ze doodging, in mijn fantasie had ze uiteraard geen familie of vrienden, wist de buurvrouw (De buurvrouw was de enige persoon die wel eens contact had met de oude mevrouw. De oude mevrouw was namelijk een beetje hardhorend en zette de televisie vaak zo hard dat de buurvrouw af en toe ging vragen of die wat zachter mocht. Ze had nu al een tijdje de televisie niet meer gehoord en ging daarom eens kijken of alles wel goed was. Niet dus, want ze vond de oude mevrouw dood in een stoel met een glas whisky in haar hand…) niet wat ze met de bontjas moest en bracht ze hem maar naar de tweedehandswinkel. Ik zweer het u, ik rook het oude vrouwtje zelfs nog. Ze had namelijk ook een schaaltje potpourri op haar tafel staan (inderdaad, ik heb een bijzonder levendige fantasie).
Maar goed, het oude-mevrouwtjes-visioen was reden genoeg om me niet aan een bontjas te wagen. En dan heb ik het er nog niet eens over gehad dat de gedachte dat je een dood dier om je hebt hangen.

Tja, wat hadden ze er verder nog? Bontmutsen, leren handschoenen etc. Bij deze accessoires kreeg ik idem visioenen over de vorige eigenaren. De precieze inhoud daarvan zal ik u besparen, want als ik eenmaal op dreef ben, kan het nog wel even duren. In ieder geval reden genoeg om niets te kopen.

Dus stoken wij de straat over naar het andere Laura Dols-filiaal. Hier was de collectie toch wel wat interessanter. Er waren veel ongelooflijk foute kledingstukken die zo fout waren dat ze weer leuk werden. En dan vooral gouden dingen, zoals tasjes, schoenen, riemen en met gouden pailletjes bezaaide kledingstukken. En aangezien ik afgelopen winter een soort van goud-obsessie had, dacht ik even dat ik in de hemel beland was. Maar ik kwam gauw weer terug op aarde, toen ik eenmaal de prijskaartjes had gezien. De meeste dingen waren zo duur dat we voor dat geld net zo goed in de Kalverstraat terecht konden, en dan nog niet eens bij de H&M of de Zara.

Maar mijn vriendinnen en ik zijn wat winkelen betreft bikkels, dus besloten we nog een vintage poging te wagen, en wel op het Waterlooplein. Hier was de teleurstelling zo mogelijk nog groter. Uiteindelijk waren er maar een paar kraampjes waar ze ook daadwerkelijk tweedehands kleren verkochten. Het overgrote deel was nieuw en bijzonder lelijk ook nog eens. Maar die tweedehandskraampjes zagen er zo weinig uitnodigend uit dat we ook daar niet echt zin hadden om de rekken door de gaan spitten. Bovendien was het erg koud en als klap op de vuurpijl begon het ook nog eens te sneeuwen. En ja, we zijn niet alleen bikkels maar ook vreselijke tutten en onze schoenen zijn niet echt gemaakt voor sneeuw.

Dus u ziet het waarschijnlijk al aankomen: na deze ervaringen gingen wij toch maar richting Kalverstraat. Die was ten minste sneeuwvrij en door de enorme mensenmassa was de koude wind ook minder te voelen. Door de vermoeiende zoektocht eerder, was onze shopzin eigenlijk vergaan. En dat gebeurt ons doorgaans niet zo snel hoor. Uiteindelijk keerden we weer huiswaarts met niet meer dan een paar oorbellen en een hemdje, die we uiteraard ook ergens dichterbij hadden kunnen kopen zonder daar twee uur voor in de trein te zitten.
Toen ik thuis kwam, kreeg mijn vader bijna een hartverzakking van verbazing. Het komt zelden voor dat ik met zulke lege handen thuis kom na een middagje winkelen.

Maar de moraal van het verhaal is toch wel dat ik tot de ontdekking ben gekomen dat ik niet voor vintage gemaakt ben. Okee, oude kleren van mijn moeder of zelfs mijn oma, durf ik nog wel aan. Maar oude kleding van vreemden, nee, daar heb ik toch te veel fantasie voor geloof ik.
Sinds Julia Roberts een Vintage Valentino naar de Oscars droeg een paar jaar geleden, is vintage helemaal hot. En ook op de modepagina’s van veel bladen zijn er iedere keer wel kleren te vinden die afkomstig zijn uit tweedehands winkels zoals Laura Dols en Episode. En omdat mijn vriendinnen en ik niet willen achterlopen, en het ook wel gehad hadden met de H&M en de Zara, besloten wij ons ook vintage te wagen. En aangezien wij ergens wonen waar de enige vintagewinkel het kringloopcentrum is, pakten wij de trein naar Amsterdam. Lang leve de OV-kaart.

Eerst met de tram richting Jordaan, waar het heerlijk rustig was. Weg van alle mensen en toeristen in de Kalverstraat. Uiteraard hebben we nog even als een stelletje provincialen rondgelopen voor de we ‘de negen straatjes’ in een belendende buurt vonden. Natuurlijk bleek dat we er al drie keer voorbij gelopen waren toen we ons door een Amsterdammer moesten laten vertellen waar de straatjes waren.
Voor de mensen die het niet weten: ‘de negen straatjes’ zijn tegenwoordig om te winkelen absoluut de place-to-be in onze hoofdstad. Nou ja, volgens de bladen en andere hippe mensen dan. Je kunt je uiteraard afvragen hoe hip het nog is als het in alle bladen staat, maar dat even terzijde.

Vol goede moed stapten we één van de twee filialen van Laura Dols binnen. Voor ons stond een gigantisch rek met bontjassen. Bontjassen zijn wel erg stylish (nou ja, afgelopen winter dan, toen onze shoppingtrip plaatsvond), maar door de wetenschap dat ze tweedehands waren, kreeg ik toch wel een beeld voor ogen van een oud vrouwtje dat elke dag in haar bontjas boodschappen ging doen. Ze droeg ook pareloorbellen, te donkere rouge en huidskleurige pantykousjes.Toen ze doodging, in mijn fantasie had ze uiteraard geen familie of vrienden, wist de buurvrouw (De buurvrouw was de enige persoon die wel eens contact had met de oude mevrouw. De oude mevrouw was namelijk een beetje hardhorend en zette de televisie vaak zo hard dat de buurvrouw af en toe ging vragen of die wat zachter mocht. Ze had nu al een tijdje de televisie niet meer gehoord en ging daarom eens kijken of alles wel goed was. Niet dus, want ze vond de oude mevrouw dood in een stoel met een glas whisky in haar hand…) niet wat ze met de bontjas moest en bracht ze hem maar naar de tweedehandswinkel. Ik zweer het u, ik rook het oude vrouwtje zelfs nog. Ze had namelijk ook een schaaltje potpourri op haar tafel staan (inderdaad, ik heb een bijzonder levendige fantasie).
Maar goed, het oude-mevrouwtjes-visioen was reden genoeg om me niet aan een bontjas te wagen. En dan heb ik het er nog niet eens over gehad dat de gedachte dat je een dood dier om je hebt hangen.

Tja, wat hadden ze er verder nog? Bontmutsen, leren handschoenen etc. Bij deze accessoires kreeg ik idem visioenen over de vorige eigenaren. De precieze inhoud daarvan zal ik u besparen, want als ik eenmaal op dreef ben, kan het nog wel even duren. In ieder geval reden genoeg om niets te kopen.

Dus stoken wij de straat over naar het andere Laura Dols-filiaal. Hier was de collectie toch wel wat interessanter. Er waren veel ongelooflijk foute kledingstukken die zo fout waren dat ze weer leuk werden. En dan vooral gouden dingen, zoals tasjes, schoenen, riemen en met gouden pailletjes bezaaide kledingstukken. En aangezien ik afgelopen winter een soort van goud-obsessie had, dacht ik even dat ik in de hemel beland was. Maar ik kwam gauw weer terug op aarde, toen ik eenmaal de prijskaartjes had gezien. De meeste dingen waren zo duur dat we voor dat geld net zo goed in de Kalverstraat terecht konden, en dan nog niet eens bij de H&M of de Zara.

Maar mijn vriendinnen en ikj zijn wat winkelen betreft bikkels, dus besloten we nog een vintage poging te wagen, en wel op het Waterlooplein. Hier was de teleurstelling zo mogelijk nog groter. Uiteindelijk waren er maar een paar kraampjes waar ze ook daadwerkelijk tweedehands kleren verkochten. Het overgrote deel was nieuw en bijzonder lelijk ook nog eens. Maar die tweedehandskraampjes zagen er zo weinig uitnodigend uit dat we ook daar niet echt zin hadden om de rekken door de gaan spitten. Bovendien was het erg koud en als klap op de vuurpijl begon het ook nog eens te sneeuwen. En ja, we zijn niet alleen bikkels maar ook vreselijke tutten en onze schoenen zijn niet echt gemaakt voor sneeuw.

Dus u ziet het waarschijnlijk al aankomen: na deze ervaringen gingen wij toch maar richting Kalverstraat. Die was ten minste sneeuwvrij en door de enorme mensenmassa was de koude wind ook minder te voelen. Door de vermoeiende zoektocht eerder, was onze shopzin eigenlijk vergaan. En dat gebeurt ons doorgaans niet zo snel hoor. Uiteindelijk keerden we weer huiswaarts met niet meer dan een paar oorbellen en een hemdje, die we uiteraard ook ergens dichterbij hadden kunnen kopen zonder daar twee uur voor in de trein te zitten.
Toen ik thuis kwam, kreeg mijn vader bijna een hartverzakking van verbazing. Het gebeurt zelden dat ik met zulke lege handen thuis kom na een middagje winkelen.

Maar de moraal van het verhaal is toch wel dat ik tot de ontdekking ben gekomen dat ik niet voor vintage gemaakt ben. Okee, oude kleren van mijn moeder of zelfs mijn oma, durf ik nog wel aan. Maar oude kleding van vreemden, nee, daar heb ik toch te veel fantasie voor geloof ik.


© 2005 Cass Kamp meer Cass Kamp - meer "Mode"
Bezigheden > Mode
Visioenen van oude dames Cass Kamp
0212 Mode
Sinds Julia Roberts een Vintage Valentino naar de Oscars droeg een paar jaar geleden, is vintage helemaal hot. En ook op de modepagina’s van veel bladen zijn er iedere keer wel kleren te vinden die afkomstig zijn uit tweedehands winkels zoals Laura Dols en Episode. En omdat mijn vriendinnen en ik niet willen achterlopen, en het ook wel gehad hadden met de H&M en de Zara, besloten wij ons ook vintage te wagen. En aangezien wij ergens wonen waar de enige vintagewinkel het kringloopcentrum is, pakten wij de trein naar Amsterdam. Lang leve de OV-kaart.

Eerst met de tram richting Jordaan, waar het heerlijk rustig was. Weg van alle mensen en toeristen in de Kalverstraat. Uiteraard hebben we nog even als een stelletje provincialen rondgelopen voor de we ‘de negen straatjes’ in een belendende buurt vonden. Natuurlijk bleek dat we er al drie keer voorbij gelopen waren toen we ons door een Amsterdammer moesten laten vertellen waar de straatjes waren.
Voor de mensen die het niet weten: ‘de negen straatjes’ zijn tegenwoordig om te winkelen absoluut de place-to-be in onze hoofdstad. Nou ja, volgens de bladen en andere hippe mensen dan. Je kunt je uiteraard afvragen hoe hip het nog is als het in alle bladen staat, maar dat even terzijde.

Vol goede moed stapten we één van de twee filialen van Laura Dols binnen. Voor ons stond een gigantisch rek met bontjassen. Bontjassen zijn wel erg stylish (nou ja, afgelopen winter dan, toen onze shoppingtrip plaatsvond), maar door de wetenschap dat ze tweedehands waren, kreeg ik toch wel een beeld voor ogen van een oud vrouwtje dat elke dag in haar bontjas boodschappen ging doen. Ze droeg ook pareloorbellen, te donkere rouge en huidskleurige pantykousjes.Toen ze doodging, in mijn fantasie had ze uiteraard geen familie of vrienden, wist de buurvrouw (De buurvrouw was de enige persoon die wel eens contact had met de oude mevrouw. De oude mevrouw was namelijk een beetje hardhorend en zette de televisie vaak zo hard dat de buurvrouw af en toe ging vragen of die wat zachter mocht. Ze had nu al een tijdje de televisie niet meer gehoord en ging daarom eens kijken of alles wel goed was. Niet dus, want ze vond de oude mevrouw dood in een stoel met een glas whisky in haar hand…) niet wat ze met de bontjas moest en bracht ze hem maar naar de tweedehandswinkel. Ik zweer het u, ik rook het oude vrouwtje zelfs nog. Ze had namelijk ook een schaaltje potpourri op haar tafel staan (inderdaad, ik heb een bijzonder levendige fantasie).
Maar goed, het oude-mevrouwtjes-visioen was reden genoeg om me niet aan een bontjas te wagen. En dan heb ik het er nog niet eens over gehad dat de gedachte dat je een dood dier om je hebt hangen.

Tja, wat hadden ze er verder nog? Bontmutsen, leren handschoenen etc. Bij deze accessoires kreeg ik idem visioenen over de vorige eigenaren. De precieze inhoud daarvan zal ik u besparen, want als ik eenmaal op dreef ben, kan het nog wel even duren. In ieder geval reden genoeg om niets te kopen.

Dus stoken wij de straat over naar het andere Laura Dols-filiaal. Hier was de collectie toch wel wat interessanter. Er waren veel ongelooflijk foute kledingstukken die zo fout waren dat ze weer leuk werden. En dan vooral gouden dingen, zoals tasjes, schoenen, riemen en met gouden pailletjes bezaaide kledingstukken. En aangezien ik afgelopen winter een soort van goud-obsessie had, dacht ik even dat ik in de hemel beland was. Maar ik kwam gauw weer terug op aarde, toen ik eenmaal de prijskaartjes had gezien. De meeste dingen waren zo duur dat we voor dat geld net zo goed in de Kalverstraat terecht konden, en dan nog niet eens bij de H&M of de Zara.

Maar mijn vriendinnen en ik zijn wat winkelen betreft bikkels, dus besloten we nog een vintage poging te wagen, en wel op het Waterlooplein. Hier was de teleurstelling zo mogelijk nog groter. Uiteindelijk waren er maar een paar kraampjes waar ze ook daadwerkelijk tweedehands kleren verkochten. Het overgrote deel was nieuw en bijzonder lelijk ook nog eens. Maar die tweedehandskraampjes zagen er zo weinig uitnodigend uit dat we ook daar niet echt zin hadden om de rekken door de gaan spitten. Bovendien was het erg koud en als klap op de vuurpijl begon het ook nog eens te sneeuwen. En ja, we zijn niet alleen bikkels maar ook vreselijke tutten en onze schoenen zijn niet echt gemaakt voor sneeuw.

Dus u ziet het waarschijnlijk al aankomen: na deze ervaringen gingen wij toch maar richting Kalverstraat. Die was ten minste sneeuwvrij en door de enorme mensenmassa was de koude wind ook minder te voelen. Door de vermoeiende zoektocht eerder, was onze shopzin eigenlijk vergaan. En dat gebeurt ons doorgaans niet zo snel hoor. Uiteindelijk keerden we weer huiswaarts met niet meer dan een paar oorbellen en een hemdje, die we uiteraard ook ergens dichterbij hadden kunnen kopen zonder daar twee uur voor in de trein te zitten.
Toen ik thuis kwam, kreeg mijn vader bijna een hartverzakking van verbazing. Het komt zelden voor dat ik met zulke lege handen thuis kom na een middagje winkelen.

Maar de moraal van het verhaal is toch wel dat ik tot de ontdekking ben gekomen dat ik niet voor vintage gemaakt ben. Okee, oude kleren van mijn moeder of zelfs mijn oma, durf ik nog wel aan. Maar oude kleding van vreemden, nee, daar heb ik toch te veel fantasie voor geloof ik.
Sinds Julia Roberts een Vintage Valentino naar de Oscars droeg een paar jaar geleden, is vintage helemaal hot. En ook op de modepagina’s van veel bladen zijn er iedere keer wel kleren te vinden die afkomstig zijn uit tweedehands winkels zoals Laura Dols en Episode. En omdat mijn vriendinnen en ik niet willen achterlopen, en het ook wel gehad hadden met de H&M en de Zara, besloten wij ons ook vintage te wagen. En aangezien wij ergens wonen waar de enige vintagewinkel het kringloopcentrum is, pakten wij de trein naar Amsterdam. Lang leve de OV-kaart.

Eerst met de tram richting Jordaan, waar het heerlijk rustig was. Weg van alle mensen en toeristen in de Kalverstraat. Uiteraard hebben we nog even als een stelletje provincialen rondgelopen voor de we ‘de negen straatjes’ in een belendende buurt vonden. Natuurlijk bleek dat we er al drie keer voorbij gelopen waren toen we ons door een Amsterdammer moesten laten vertellen waar de straatjes waren.
Voor de mensen die het niet weten: ‘de negen straatjes’ zijn tegenwoordig om te winkelen absoluut de place-to-be in onze hoofdstad. Nou ja, volgens de bladen en andere hippe mensen dan. Je kunt je uiteraard afvragen hoe hip het nog is als het in alle bladen staat, maar dat even terzijde.

Vol goede moed stapten we één van de twee filialen van Laura Dols binnen. Voor ons stond een gigantisch rek met bontjassen. Bontjassen zijn wel erg stylish (nou ja, afgelopen winter dan, toen onze shoppingtrip plaatsvond), maar door de wetenschap dat ze tweedehands waren, kreeg ik toch wel een beeld voor ogen van een oud vrouwtje dat elke dag in haar bontjas boodschappen ging doen. Ze droeg ook pareloorbellen, te donkere rouge en huidskleurige pantykousjes.Toen ze doodging, in mijn fantasie had ze uiteraard geen familie of vrienden, wist de buurvrouw (De buurvrouw was de enige persoon die wel eens contact had met de oude mevrouw. De oude mevrouw was namelijk een beetje hardhorend en zette de televisie vaak zo hard dat de buurvrouw af en toe ging vragen of die wat zachter mocht. Ze had nu al een tijdje de televisie niet meer gehoord en ging daarom eens kijken of alles wel goed was. Niet dus, want ze vond de oude mevrouw dood in een stoel met een glas whisky in haar hand…) niet wat ze met de bontjas moest en bracht ze hem maar naar de tweedehandswinkel. Ik zweer het u, ik rook het oude vrouwtje zelfs nog. Ze had namelijk ook een schaaltje potpourri op haar tafel staan (inderdaad, ik heb een bijzonder levendige fantasie).
Maar goed, het oude-mevrouwtjes-visioen was reden genoeg om me niet aan een bontjas te wagen. En dan heb ik het er nog niet eens over gehad dat de gedachte dat je een dood dier om je hebt hangen.

Tja, wat hadden ze er verder nog? Bontmutsen, leren handschoenen etc. Bij deze accessoires kreeg ik idem visioenen over de vorige eigenaren. De precieze inhoud daarvan zal ik u besparen, want als ik eenmaal op dreef ben, kan het nog wel even duren. In ieder geval reden genoeg om niets te kopen.

Dus stoken wij de straat over naar het andere Laura Dols-filiaal. Hier was de collectie toch wel wat interessanter. Er waren veel ongelooflijk foute kledingstukken die zo fout waren dat ze weer leuk werden. En dan vooral gouden dingen, zoals tasjes, schoenen, riemen en met gouden pailletjes bezaaide kledingstukken. En aangezien ik afgelopen winter een soort van goud-obsessie had, dacht ik even dat ik in de hemel beland was. Maar ik kwam gauw weer terug op aarde, toen ik eenmaal de prijskaartjes had gezien. De meeste dingen waren zo duur dat we voor dat geld net zo goed in de Kalverstraat terecht konden, en dan nog niet eens bij de H&M of de Zara.

Maar mijn vriendinnen en ikj zijn wat winkelen betreft bikkels, dus besloten we nog een vintage poging te wagen, en wel op het Waterlooplein. Hier was de teleurstelling zo mogelijk nog groter. Uiteindelijk waren er maar een paar kraampjes waar ze ook daadwerkelijk tweedehands kleren verkochten. Het overgrote deel was nieuw en bijzonder lelijk ook nog eens. Maar die tweedehandskraampjes zagen er zo weinig uitnodigend uit dat we ook daar niet echt zin hadden om de rekken door de gaan spitten. Bovendien was het erg koud en als klap op de vuurpijl begon het ook nog eens te sneeuwen. En ja, we zijn niet alleen bikkels maar ook vreselijke tutten en onze schoenen zijn niet echt gemaakt voor sneeuw.

Dus u ziet het waarschijnlijk al aankomen: na deze ervaringen gingen wij toch maar richting Kalverstraat. Die was ten minste sneeuwvrij en door de enorme mensenmassa was de koude wind ook minder te voelen. Door de vermoeiende zoektocht eerder, was onze shopzin eigenlijk vergaan. En dat gebeurt ons doorgaans niet zo snel hoor. Uiteindelijk keerden we weer huiswaarts met niet meer dan een paar oorbellen en een hemdje, die we uiteraard ook ergens dichterbij hadden kunnen kopen zonder daar twee uur voor in de trein te zitten.
Toen ik thuis kwam, kreeg mijn vader bijna een hartverzakking van verbazing. Het gebeurt zelden dat ik met zulke lege handen thuis kom na een middagje winkelen.

Maar de moraal van het verhaal is toch wel dat ik tot de ontdekking ben gekomen dat ik niet voor vintage gemaakt ben. Okee, oude kleren van mijn moeder of zelfs mijn oma, durf ik nog wel aan. Maar oude kleding van vreemden, nee, daar heb ik toch te veel fantasie voor geloof ik.
© 2005 Cass Kamp
powered by CJ2