archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Lopen | ||||
Wat is een leuk stukje? | Frits Hoorweg | |||
Na een koud voorjaar leek het op 19 juni ineens hoogzomer. Het was 29° en ik zat op de loggia van ons huis na te denken over de vraag hoe ik een leuk stukje over lopen zou kunnen schrijven zonder het feitelijk te doen.
Wat is eigenlijk een leuk stukje over lopen? Vreemd is het wel dat ik mij die vraag nooit eerder heb gesteld. Meestal loop ik gewoon een eind en onderweg zie ik wat of er valt me iets in, of allebei. Mijn wandelingen dienen misschien wel vooral om de geheugenmachine op gang te brengen. Het verslag van een en ander laat ik beoordelen door mijn vrouw en als zij zegt dat het ermee door kan publiceer ik het. Onbewust zal ik vast bepaalde voorbeelden volgen. Zo ben ik nogal gecharmeerd van de wandelstukjes van John Jansen van Galen. Vooral de bundel Geboortegrond (Balans 1998) sprak mij indertijd erg aan. Hij beschreef daarin wandelingen in de buurt van Arnhem en Velp en mijmerde ondertussen over zijn jeugd die hij in die contreien heeft doorgebracht.
Ieder zal zo zijn eigen voorkeuren hebben en juist daarom (het mag paradoxaal klinken) dient een leuk stukje niet door een ‘commissie’ of ‘een redactieraad’ te worden geschreven, of ingrijpend geredigeerd. Het moet een puur persoonlijke impressie zijn van hoe één wandelaar een tocht ondergaat. Zijn impressie kan je meer of minder bevallen, maar alles is beter dan een verhaal waarin gepoogd wordt elk wat wils te geven. Helaas wordt tegen die regel vaak gezondigd. Kijk maar in bladen als Op Pad, Op lemen voeten en Grasduinen. Vol met nuttige informatie maar het lukt je niet je gedachten bij de artikelen te houden en ze van a tot z te lezen. Alles dat enigszins de moeite waard zou kunnen zijn wordt vermeld. Wat ook alras begint tegen te staan is de opgewekte toon. De schrijvers zijn allemaal blije mensen die de natuur ingaan of een stadje inlopen en daar allerlei moois en interessants zien. Slechts een enkele keer wordt er geklaagd, maar dan altijd over iets dat de schuld is van de ‘overheid’. Nog erger vind ik de wandelstukjes in de glossy magazines van waterschappen, het Zuid Hollands landschap, Natuurmonumenten en noem ze maar op. Of de stukken nu zo zeperig worden door actief ingrijpen van de redactie of dat er sprake is van zelfcensuur weet ik niet. Helaas moet ik hier vermelden dat de door mij bewonderde John Jansen van Galen zich ooit ook heeft bezondigd aan stukjes voor het blad van Natuurmonumenten. Ze zijn gebundeld in Tochtjes (Vereniging Natuurmonumenten) en, hoewel uit alles blijkt dat er een professional aan het werk is, zijn ze toch minder leuk dan zijn andere stukjes.
Nu is het wel zo dat ik die bladen als de kans zich voordoet toch altijd even doorkijk. Niet om een leuk stukje te lezen, maar om ideeën op te doen voor tochten die ik ooit zou kunnen gaan maken. Ik vermoed dat veel lezers alleen om die reden in dergelijke stukken geïnteresseerd zijn. De logische stap zou zijn om ze veel korter te houden en te beperken tot de hoogst noodzakelijke aanwijzingen en er veel foto’s bij af te drukken. In Grasduinen doet men beide dingen. In een aparte bijlage vindt men een plattegrond en een beknopte beschrijving en daarnaast staan er in het blad uitgebreide beschrijvingen van het soort dat ik net heb afgekraakt. Onderzoek heeft misschien wel aangetoond dat de lezers smullen van die verhalen, maar niet alle onderzoek dient serieus te worden genomen.
Dat zijn dus voorbeelden waar ik mij beter niet aan kan spiegelen. Heel andere koek is het werk van Herman Vuijsje. Die doet eigenlijk sociologisch onderzoek vanuit het perspectief van de wandelaar. Zijn laatste mij bekende boek is De prijs van het paradijs (Immerc 2004). De ondertitel luidt: ‘een voettocht over het nieuwe Europese platteland’, waarmee gedoeld wordt op de buitengewesten van landen als: Tsjechië, Slowakije, Slovenië en Polen. Een beetje misleidend is de ondertitel wel want wat hij doet is reizen en af en toe een wandeling maken. Maar goed, dat doet er niet zoveel toe. In het bedaagde tempo van de wandelaar observeert hij, luistert, interviewt en ….. ruikt. Een van de aardigste hoofdstukken gaat over de luchtjes die kenmerkend zijn voor midden Europa. Ik ben niet zo bereisd als de schrijver maar ik herkende er onmiddellijk twee die me bij bezoeken aan Tsjechië en Slowakije ook waren opgevallen: bruinkool en vet eten. De lucht van bruinkool waait je overal tegemoet en bij het betreden van een overdekte ruimte word je direct getroffen door de lucht van vet eten en niet alleen de lucht van het eten van vandaag, maar ook dat van gisteren en van vorige week.
Zijn centrale boodschap is, als ik het goed heb, dat het platteland daar lijkt op ons eigen platte land, maar dan van 50 jaar geleden. Voordat het landbouwbeleid van de EU, met zijn dwang tot schaalvergroting, het onherstelbaar heeft veranderd. Allemaal de schuld van onze eigen Mansholt. Het navrante is dat het door dezelfde EU nu daar ook allemaal aan het veranderen is. Een mooie reportage, maar niet een leuk, luchtig en toch informatief stukje over een wandeling. Ook daar kan ik geen voorbeeld aan nemen. Misschien kan ik het beste blijven doen wat ik al deed: een eindje lopen en opschrijven wat mij invalt. Dan moet ik dus wel mijn stoel uit en dat lukt nu even niet; volgende keer misschien weer wel.
|
||||
© 2005 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |