archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Duinwater Frits Hoorweg

0211 Duinwater
Na onze verhuizing in 1950 naar Den Haag spraken mijn vader en moeder vaak waarderend over het drinkwater. Vooral als we pas op bezoek waren geweest bij de in Rotterdam achtergebleven familie werd het drinken van een kop thee steevast onderbroken door: ‘Goh, wat is de thee hier toch lekker’. Als de een dat had gezegd, liefst op behaaglijke toon en vergezeld van blaasgeluiden, werd de ander geacht iets te zeggen als: ‘Ja, je proeft het verschil echt.’ Bij een verjaardag, als de familie over de vloer was, werd uitgebreid stilgestaan bij de verdiensten van ons water. Ik heb bijgevolg een tijdje gedacht dat volwassen worden in belangrijke mate samenhing met verstandige dingen leren zeggen over water.

Van het echte, pure duinwater hebben we overigens maar een jaar of vijf kunnen genieten. De vraag naar water was zo groot dat de duinen dreigden uit te drogen. In 1955 werd besloten daaraan een halt toe te roepen door er op grote schaal rivierwater in te pompen. Vanwege onze Rotterdamse achtergrond werd deze operatie met argusogen gevolgd. Na verloop van tijd kon opgelucht geconstateerd worden dat de gevolgen meevielen. Het water was nog steeds stukken beter dan aan de Maas, al was het wel ‘ietsje minder’ geworden.

Voor de wandelaar is het een zegen geweest. Laatst zag ik foto’s van de duinen in die tijd en ze lagen er treurig bij. Sindsdien hebben zich op allerlei plekken meertjes gevormd en het algehele niveau van de vegetatie is er sterk op vooruit gegaan. Althans dat is mijn mening, maar je kunt daar ook anders tegenaan kijken. Dat bleek mij bij een lezing die ik een paar maanden geleden bijwoonde. De directeur van het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland verdedigde zijn beleid daar ten overstaan van een zaal vol met natuurvrienden. Dat ging hem goed af. Hij wees erop dat zijn bedrijf met verschillende belangen tegelijk rekening moet houden. De watervoorziening om te beginnen natuurlijk, maar ook de kustverdediging, de recreatie en het natuurbeheer. Vanuit het laatste belang geredeneerd zou het misschien interessant zijn om hier en daar verdroogde gebieden met stuifduinen terug te brengen. Dat heeft men ook geprobeerd, maar toen kreeg men ruzie met recreanten. Die zagen gebieden met leuke begroeiing verdwijnen en kregen daarvoor windhoeken terug. De toezegging dat ze in de nabije toekomst op de knieën gezeten allerlei zeldzame planten zouden kunnen bewonderen maakte geen indruk.

‘We zullen onze ambities op dat gebied moeten temperen,’ zei de heer Jonker en er was eigenlijk niemand die daar iets tegenin kon brengen. Vooral niet omdat hij de verzamelde natuurliefhebbers kon voorhouden dat het zonder zijn Duinwaterbedrijf misschien wel veel erger was geweest. Dan had ‘de politiek’ zich namelijk allang vergrepen aan de duinen om er chique woningen neer te zetten. Regelmatig is er een stokje gestoken voor plannen in die richting omdat ze een bedreiging zouden zijn voor de waterkwaliteit. ‘Natuur en recreatie’ hebben daar wel bij gevaren.

Bij de lezing werd een boekje uitgereikt met de beschrijving van een wandeling door Meijendel en het aangrenzende deel van Wassenaar. Het inspireerde mij tot een wandeling die ik al talloze malen maakte. Ik liep Den Haag uit langs de Frederik-kazerne. Daarin heb ik een groot deel van mijn diensttijd mogen doorbrengen. Vervolgens passeerde ik de vestiging van TNO die half in het duingebied ligt. In dienst had ik nogal wat collega’s die daar werkten. Als ik vroeg wat ze deden kreeg ik voor mij onduidelijke verhandelingen te horen over magnetische velden en kogelbanen. Wat mijn werk inhield kon ik heel goed uitleggen. Ik zat op een bureautje dat onderzoek deed naar het welbevinden van militairen. Ze waren bijna allemaal ontevreden bleek ons telkens weer, wat aanleiding was tot de vraag wat het nut was van ons onderzoek. Daar had ik niet zo’n duidelijk antwoord op.

Achter TNO ligt de Waalsdorpervlakte met die reusachtige klok, welbekend van de dodenherdenking op 4 mei. Dan is het er een drukte van belang, maar op een doordeweekse dag kom je er alleen trimmers tegen, die je kreunend en puffend tegemoet waggelen. Voor een groet hebben ze geen energie over. Ze hebben alleen aandacht voor hun horloge, om te zien of ze op ‘een betere tijd’ afgaan dan de vorige keer. Aan de andere kant van de Waalsdorpervlakte begint Meijendel. Door de roodwitte tekens van het Visserspad te volgen kwam ik via kronkelpaadjes bij de uitspanning terecht die de naam van het gebied draagt. Na een kop koffie gedronken te hebben besloot ik mijn conditie verder te testen door naar het centrum van Wassenaar te lopen.

Aan de Groot Haesebroekseweg was het een drukte van belang. In de bermen stonden dure auto’s geparkeerd. Aan een van de chauffeurs (je moet je plaats kennen) vroeg ik wat er aan de hand was. In moeizaam Engels maakte hij me duidelijk dat er een ontvangst was in de ambtswoning van de Ierse ambassadeur; het was St. Patricks Day! De Ieren kennende zal bij die ontvangst ons heerlijke duinwater gebruikt zijn om de whisky aan te lengen; ook een goed doel natuurlijk.

© 2005 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Duinwater Frits Hoorweg
0211 Duinwater
Na onze verhuizing in 1950 naar Den Haag spraken mijn vader en moeder vaak waarderend over het drinkwater. Vooral als we pas op bezoek waren geweest bij de in Rotterdam achtergebleven familie werd het drinken van een kop thee steevast onderbroken door: ‘Goh, wat is de thee hier toch lekker’. Als de een dat had gezegd, liefst op behaaglijke toon en vergezeld van blaasgeluiden, werd de ander geacht iets te zeggen als: ‘Ja, je proeft het verschil echt.’ Bij een verjaardag, als de familie over de vloer was, werd uitgebreid stilgestaan bij de verdiensten van ons water. Ik heb bijgevolg een tijdje gedacht dat volwassen worden in belangrijke mate samenhing met verstandige dingen leren zeggen over water.

Van het echte, pure duinwater hebben we overigens maar een jaar of vijf kunnen genieten. De vraag naar water was zo groot dat de duinen dreigden uit te drogen. In 1955 werd besloten daaraan een halt toe te roepen door er op grote schaal rivierwater in te pompen. Vanwege onze Rotterdamse achtergrond werd deze operatie met argusogen gevolgd. Na verloop van tijd kon opgelucht geconstateerd worden dat de gevolgen meevielen. Het water was nog steeds stukken beter dan aan de Maas, al was het wel ‘ietsje minder’ geworden.

Voor de wandelaar is het een zegen geweest. Laatst zag ik foto’s van de duinen in die tijd en ze lagen er treurig bij. Sindsdien hebben zich op allerlei plekken meertjes gevormd en het algehele niveau van de vegetatie is er sterk op vooruit gegaan. Althans dat is mijn mening, maar je kunt daar ook anders tegenaan kijken. Dat bleek mij bij een lezing die ik een paar maanden geleden bijwoonde. De directeur van het Duinwaterbedrijf Zuid-Holland verdedigde zijn beleid daar ten overstaan van een zaal vol met natuurvrienden. Dat ging hem goed af. Hij wees erop dat zijn bedrijf met verschillende belangen tegelijk rekening moet houden. De watervoorziening om te beginnen natuurlijk, maar ook de kustverdediging, de recreatie en het natuurbeheer. Vanuit het laatste belang geredeneerd zou het misschien interessant zijn om hier en daar verdroogde gebieden met stuifduinen terug te brengen. Dat heeft men ook geprobeerd, maar toen kreeg men ruzie met recreanten. Die zagen gebieden met leuke begroeiing verdwijnen en kregen daarvoor windhoeken terug. De toezegging dat ze in de nabije toekomst op de knieën gezeten allerlei zeldzame planten zouden kunnen bewonderen maakte geen indruk.

‘We zullen onze ambities op dat gebied moeten temperen,’ zei de heer Jonker en er was eigenlijk niemand die daar iets tegenin kon brengen. Vooral niet omdat hij de verzamelde natuurliefhebbers kon voorhouden dat het zonder zijn Duinwaterbedrijf misschien wel veel erger was geweest. Dan had ‘de politiek’ zich namelijk allang vergrepen aan de duinen om er chique woningen neer te zetten. Regelmatig is er een stokje gestoken voor plannen in die richting omdat ze een bedreiging zouden zijn voor de waterkwaliteit. ‘Natuur en recreatie’ hebben daar wel bij gevaren.

Bij de lezing werd een boekje uitgereikt met de beschrijving van een wandeling door Meijendel en het aangrenzende deel van Wassenaar. Het inspireerde mij tot een wandeling die ik al talloze malen maakte. Ik liep Den Haag uit langs de Frederik-kazerne. Daarin heb ik een groot deel van mijn diensttijd mogen doorbrengen. Vervolgens passeerde ik de vestiging van TNO die half in het duingebied ligt. In dienst had ik nogal wat collega’s die daar werkten. Als ik vroeg wat ze deden kreeg ik voor mij onduidelijke verhandelingen te horen over magnetische velden en kogelbanen. Wat mijn werk inhield kon ik heel goed uitleggen. Ik zat op een bureautje dat onderzoek deed naar het welbevinden van militairen. Ze waren bijna allemaal ontevreden bleek ons telkens weer, wat aanleiding was tot de vraag wat het nut was van ons onderzoek. Daar had ik niet zo’n duidelijk antwoord op.

Achter TNO ligt de Waalsdorpervlakte met die reusachtige klok, welbekend van de dodenherdenking op 4 mei. Dan is het er een drukte van belang, maar op een doordeweekse dag kom je er alleen trimmers tegen, die je kreunend en puffend tegemoet waggelen. Voor een groet hebben ze geen energie over. Ze hebben alleen aandacht voor hun horloge, om te zien of ze op ‘een betere tijd’ afgaan dan de vorige keer. Aan de andere kant van de Waalsdorpervlakte begint Meijendel. Door de roodwitte tekens van het Visserspad te volgen kwam ik via kronkelpaadjes bij de uitspanning terecht die de naam van het gebied draagt. Na een kop koffie gedronken te hebben besloot ik mijn conditie verder te testen door naar het centrum van Wassenaar te lopen.

Aan de Groot Haesebroekseweg was het een drukte van belang. In de bermen stonden dure auto’s geparkeerd. Aan een van de chauffeurs (je moet je plaats kennen) vroeg ik wat er aan de hand was. In moeizaam Engels maakte hij me duidelijk dat er een ontvangst was in de ambtswoning van de Ierse ambassadeur; het was St. Patricks Day! De Ieren kennende zal bij die ontvangst ons heerlijke duinwater gebruikt zijn om de whisky aan te lengen; ook een goed doel natuurlijk.
© 2005 Frits Hoorweg
powered by CJ2