archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Lopen | ||||
Leunstoelwandelaar in dromenland | Peter Schröder | |||
De vrije natuur in Onder de Leunstoelschrijvers vinden we veel wandelaars. Laten we zeggen: krasse knarren die, meestal in groepsverband, een eindje gaan wandelen (lopen, niet hollen!) in de buitenlucht. Vaak in de ‘vrije natuur’. Soms planmatig, bepaalde gemarkeerde trajecten volgend, soms meer improviserend de ‘vrije natuur’ in. De vrije natuur, daar wil ik het eens over hebben. We weten allemaal dat er in Nederland helemaal geen ‘vrije natuur’ bestaat. In de loop van de geschiedenis zijn de grote zoogdieren uitgeroeid of gedomesticeerd en is de fysieke omgeving tot landbouw- of parkgebied omgevormd (ook gezelschapsgebied in de vorm van kleine tuintjes bij huizen). De wandelaars gaan graag op stap in gebieden die minder bebouwd zijn en dat noemden we (in de wandeling) tot voor kort ‘natuur’. Wat is het aantrekkelijke van het niet nuttig benutte landschap voor de wandelaars? Laten we zeggen: het ziet er heel anders uit dan wat we in de rest van de (werk)week gewend zijn. ‘Er eens even uit’. Hè hè, eindelijk lucht. Het is er ook rustiger, er rijden minder auto’s (brommers, scooters etc.), er is minder menselijk lawaai, er is een mooie variatie aan aardige planten en dieren. Met de flora en fauna komen we op een afgeleide wandelbezigheid: het bestuderen van planten en dieren. Soms gaan de wandelaars vooral op stap voor het zien van uitzonderlijke bloemetjes en vogels. En niet te vergeten: al wandelend is het ook mogelijk ongebonden en onbekommerd na te denken over Het Leven en De Wereld. Voorheen en thans Nu leven we in een zeer verstedelijkt land en de terreinen die zich lenen voor wandelen in de hierboven omschreven zin worden steeds schaarser. Steeds meer asfalt en disco’s, steeds minder weiland en bos. Uit belevingsonderzoek blijkt overduidelijk dat de ‘statistische Nederlander’ voor zijn vrije tijd een grote voorkeur heeft voor weiland en bos, liefst doorsneden met bochtige, kabbelende watertjes. Geen wonder dat er verenigingen opstonden en ministers beleid gingen maken, om de resten weiland met bos en stroompjes (inclusief fauna en flora) te beschermen. En waar mogelijk ‘Heugafelt’ weilanden en maïsakkers om te ploegen tot weilandjes en bos met kronkelende stroompjes. Mooi. Bescherming en herstel van ‘mooie’ natuur vraagt organisaties en geld. Organisaties met ambtenaren en deskundigen die het geld van leden en belastingbetalers besteden aan de verfraaiing van het land. Er wordt behoorlijk wat geld vertimmerd en dat vereist: planning, targets en accountability. Die verantwoording vraagt om meer dan esthetische ‘argumenten’. Dromenland Zo is er door goed georganiseerde belangenbehartigers een indrukwekkend corpus aan ‘natuurverhalen’ (sprookjes) ontwikkeld, waarin plaats is voor economische, biologische, infrastructurele, recreatieve en milieutechnische argumenten. Uit dat Groot Verhalenboek komen de meest ingenieuze redeneringen tevoorschijn. Wist u dat een mooi verzorgde landschappelijke omgeving noodzakelijk is voor een gunstig ‘vestigingsklimaat’? Daarin werken immers hoogopgeleide hoofdarbeiders aan niet vervuilende, maar goed betalende diensten! En denkt u dat die hoogopgeleide mensen willen werken in een land zonder mooi landschap? Natuurlijk niet, dan zaten ze al lang in Dubai of Singapore! Hier scoren meetbare ‘natuurwaarden’ goed. Plausibiliteit hoog, maar bij enig doordenken gaat het de statistische Nederlander en zeker de wandelaar met hun organisaties natuurlijk om Mooi, om Sentiment. Ook Mooi kent een structuur en daarmee betreden we al gauw het terrein van de Romantiek. Was vroeger ons landschap niet veel genietbaarder en bewandelbaarder? We dromen van wel. En menen ons te herinneren dat die vermaledijde ruilverkaveling, verwoester van veel aardig weiland met watertjes, nog tot kort geleden grond geschikt maakte voor te grote boerenbedrijven, die het zelfs met veel Eurosubsidie niet redden. Van natuur tot woestijn En zo gaan de verhalen voor je het weet in de richting van prehistorische uiterwaarden, slikken en schorren of oerbossen. En deze ombouwstroming heeft de wind mee omdat grote delen van het Nederlandse landbouwareaal (niet de varkens- en pluimveeteelt, niet de maïscultuur) vanwege gebrek aan rentabiliteit buiten gebruik worden gesteld. Wandelen leidt ook tot nadenken over de bewandelde omgeving. Frits Hoorweg liep door de Hedwigepolder en het landschap beviel hem niet erg, terwijl hij wel met een warm mededogen dacht aan de tragiek van de boerenbedrijven die daar werden opgedoekt (zoals beschreven in ‘Dit is mijn hof’ van Chris de Stoop). Een sentimentele strijd tussen het schorrenlandschap en de vette landbouwklei. De landschappelijke toekomst van die Hedwigepolder is misschien enigszins ongewis, maar de toekomst van die bedrijven lijkt ook zonder natuurbouw, ondanks de vette klei, geheel perspectiefloos. Muzikaal Intermezzo Authentiek! Luistert u wel eens naar oudere klassieke muziek? Klavierwerken van Bach en D. Scarlatti werden vóór 1950 meestal gespeeld op ‘moderne piano’s’, en fluitmuziek op dwarsfluiten. Terwijl de partijen niet geschreven waren voor piano’s en dwarsfluiten, maar voor klavecimbels en blokfluiten/traverso’s. Rond 1950 gingen de Everhard van Rooyens, de Gustav Leonhards en de Nikolaus Harnoncourts op zoek naar klavecimbels (en ook oude violen en fluiten) en wisten die oude spullen weer zo goed bespeelbaar te maken dat ze met een ‘authentieke uitvoeringspraktijk’ verrassende resultaten boekten. Muziek konden maken die vaak veel mooier klonk dan wat tot dan toe gangbaar was. Verrassend, maar de ‘traditioneel (!?) spelende musici en hun aanhang waren natuurlijk niet allemaal overtuigd en vonden de muziek van de vernieuwers met hun oude instrumenten vals spelende aanstellers en misplaatste conservatieven. Het werd vooral aardig als ze de reeds lang overleden componisten aanriepen ter verdediging van hun smaak: ‘Als Bach/Scarlatti/Händel etc. nu hadden geleefd hadden ze natuurlijk veel liever op een Steinway gespeeld dan op zo’n oude rammelkast!’. Misschien hadden ze nog wel liever gespeeld op een elektrische gitaar of op een synthesizer! Dames en Heren: In de laatste halve eeuw zijn er honderden variaties van de oude klassieke muziekpraktijk gaan bloeien en zijn er prachtuitvoeringen van versies voor elck wat wils verzorgd. Mooie diversiteit: maar de ‘discussie’ over authenticiteit is daarmee niet verdwenen. OerAuthentiek Terug naar het landschap: ook daar zullen de verschillende belangenbehartigers elkaar nog lang met ideologische aardkluiten begooien. Laat ze lekker kleppen, maar neem ze niet serieus en ….. smaken verschillen. Zo erger ik mij aan dat gedoe met die grote grazers in de Oostvaardersplassen: wat een troosteloze negorij! Alles wat aardig was is kapot getrapt! De hoofdbedenker van dit verdriet, Frans Vera wist zijn project goed te verkopen en heeft de statistische Nederlander niet in de buitenlucht, maar in de bioscoopzaal en voor de teevee glansrijk voor zich ingenomen. Een megasucces! Deze Entzauberung van onberoerd drasland door importbeesten gaat door voor een supernatuurlijk proces. Vera heeft plausibele verhalen, maar ze hebben weinig met ‘oorspronkelijk’ oerbos of zoiets te maken. Maar daar heb je het al, je gaat een eind met Frans mee voor je beseft dat je niet graag verblijft in zo’n, al dan niet authentieke, platgetrapte zooi. Een Hedwigepolder onder water, dat kan nog mooi uitpakken (denk aan de successen bij Plan Tureluur op Schouwen) en ja het boerenleven daar was hoe dan ook een aflopende zaak. ------------------------------ De plaatjes komen uit de collectie van Peter Schröder -------------------------------- Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel! |
||||
© 2016 Peter Schröder | ||||
powered by CJ2 |