archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Vooruitgang betekent vaak teruggaan Frits Hoorweg

1014BZ Vooruitgang
Hieronder volgt een deel van een verhaal dat eerder gepubliceerd is in ‘De Zoeterwoudse boerenkaasmakers’, een boekje met beschouwingen en interviews. U kunt het per post thuis laten bezorgen voor € 12,50. Stuur uw bestelling via de reageerknop onderaan de pagina. Wie voor 1 juni bestelt hoeft maar € 10,- te betalen.

Wat er over is van De Zwiete slingert zich door het terrein van de firma Heineken. Op de kaart is te zien dat hij verderop de Weipoortse Vliet gaat heten. Daar wonen en werken drie (1,2 en 3) van de negen zelfkazende boeren die Zoeterwoude nog rijk is. (Ooit waren het er wel 60!) Het is landschappelijk een fraai gebied, met wijde uitzichten in alle richtingen. Bij de gemeente willen ze dat graag zo houden, hoewel er natuurlijk rekening moet worden gehouden met allerlei belangen, niet in het minst die van de boeren. Daarom wordt er gewerkt met ‘richtlijnen voor de beeldkwaliteit’, die ‘leidend zijn bij het al of niet verlenen van vergunningen en bij het toekennen van subsidies’. Als je dat voor het eerst leest denk je allicht: ‘ambtenarenpraat’, maar als wandelaar begrijp je al snel wat er bedoeld wordt. Bij dit landschap hoort dat je over het erf in de verte kunt kijken, dus moet het niet volgebouwd worden met een ‘muur’ van stallen en bijgebouwen.

De bordjes langs de weg geven aan dat ik op de Weipoortse Weg loop, maar volgens mijn vrij recente kaart is het Weipoortsche, met ‘sch’. In een oud boek staat weer een kaart met de ‘moderne’ spelling. Vooruitgang betekent vaak teruggaan. Twee aantrekkelijke mogelijkheden om de Westbroekpolder door te steken laat ik rechts liggen: het Lange Kerkpad en het Korte Kerkpad. Een vergelijkbare mogelijkheid links: het Gelderswoudse Kerkpad, laat ik ook onbenut.

Op een gegeven moment gaat de weg Uiterdijk heten en houdt dan op. Via een klein, handmatig te bedienen ophaalbruggetje bereik ik een slingerweggetje dat Noord-AA heet, net als het water dat ernaast ligt en dat de Weipoortse Vliet voedt. Dit weggetje loopt dood op het erf van een boerderij (4) waar ook kaas wordt gemaakt, hoewel dat minder duidelijk wordt uitgevent. Het ziet er hier heel anders uit dan in het gebied dat ik net achter mij heb gelaten. De wijde uitzichten ontbreken, in plaats daarvan is een rommelige knusheid gekomen, die in bepaalde weersomstandigheden ook wel iets sinisters heeft. Gelukkig houdt de hond die op het erf rondloopt zich koest. Het lijkt mij de ideale setting voor zo’n broeierige Engelse detectiveserie. In weerwil van deze associatie ben ik zo brutaal even de stal binnen te lopen. Aan het einde van de lange stal, waarin aan weerskanten koeien staan, staat een vrouw op een kar. Haar silhouet steekt fraai af tegen het via de achteringang van de stal binnenvallende licht.

Even overweeg ik haar te vragen mij toe te staan over het erf door te steken naar het grillige stukje land dat1014BZ Kaartje volgens mijn kaart hier De Plas deels afdamt. Het zou mogelijk moeten zijn om zo door te steken naar de Geerpolder, waar nog twee Zoeterwoudse zelfkazers (5,6) te vinden zijn. Maar ik zie daarvan af, ik voel mij toch al een indringer. Terug naar het Korte Kerkpad dan maar, om de Westbroekpolder door te steken. Aan het eind daarvan ga ik linksaf naar de Geerpolder, of officieel de Drooggemaakte Geer- en Kleine Blankaardpolder. Om in die polder te komen moet je tegenwoordig over een fietsbrug die zo hoog is dat je er zelfs als wandelaar pijn in je kuiten van krijgt. De onvermijdelijk bij dit landschap horende kinderen op de fiets leren hier niet alleen goed tegen de wind in rijden, maar ook klimmen als de besten. Daar gaan we nog plezier van beleven!

Via de Ondermeerweg loop ik naar Stompwijk en daarna over het fietspad langs de Stompwijkse Vaart richting Zoeterwoude. Ergens halverwege gaat weer zo’n leuk paadje naar links dat je op de Westeindse Weg brengt. De aandachtige beschouwer ziet, vooral de stafkaart van het gebied maakt het duidelijk, dat de percelen hier Noordwest-Zuidoost liggen, terwijl die in de Westbroekpolder van het Westen naar het Oosten liggen. Dat heeft natuurlijk met de ontwikkelingsgeschiedenis te maken. Vanaf 1200 zo ongeveer is men het land hier gaan ontginnen, wat in deze streken vooral ontwateren betekende. Logischerwijs ging men daarbij uit van de belangrijkste waterwegen en dat waren vooral de Weipoortse Vliet in het Oosten en de Vliet in het Noordwesten. En de Rijn natuurlijk, maar de sporen daarvan zie je in de verkaveling eigenlijk alleen in de buurt van Hoge Rijndijk terug.

Het waren ‘vrijgevochten’ lieden die deze ontginningen realiseerden. Voor zover afkomstig uit Friesland hadden ze toch al geen boodschap aan het feodale stelsel en anderen ontworstelden zich daaraan. Zij legden de basis voor wat wij nog wel liefdevol het poldermodel noemen. Karl Wittfogel, een socioloog van enige faam, heeft erop gewezen hoe uitzonderlijk dat was. Hij constateerde dat waar in de wereld ook een samenleving ontstond die op de beheersing van water was gebaseerd (bv. Egypte, China), dat resulteerde in afzichtelijke vormen van despotisme; overal, behalve in Nederland!

Aan de Westeindse weg wonen en werken nog drie zelfkazende boeren (7,8,9). Je bent hier ineens heel dicht bij de A-4. Voor wie een hekel heeft aan auto’s, heeft dat veel geroemde wijde uitzicht ook nadelen. Laten we dan maar naar die prachtige oude molen kijken die daar ook staat en die nieuwe reuzen verderop proberen te negeren. Ach, het is allemaal voor het goede doel, moeten we maar denken.

De eerste tekening is gemaakt door Renée van den Kerkhof. Aad Wagner maakte het kaartje. Hij is oud-medewerker van De Leunstoel en nu ‘toevallig’ werkzaam bij ‘Balyon grafische vormgeving’, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor: ontwerp, lay-out en Dtp van het boekje.


© 2013 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Vooruitgang betekent vaak teruggaan Frits Hoorweg
1014BZ Vooruitgang
Hieronder volgt een deel van een verhaal dat eerder gepubliceerd is in ‘De Zoeterwoudse boerenkaasmakers’, een boekje met beschouwingen en interviews. U kunt het per post thuis laten bezorgen voor € 12,50. Stuur uw bestelling via de reageerknop onderaan de pagina. Wie voor 1 juni bestelt hoeft maar € 10,- te betalen.

Wat er over is van De Zwiete slingert zich door het terrein van de firma Heineken. Op de kaart is te zien dat hij verderop de Weipoortse Vliet gaat heten. Daar wonen en werken drie (1,2 en 3) van de negen zelfkazende boeren die Zoeterwoude nog rijk is. (Ooit waren het er wel 60!) Het is landschappelijk een fraai gebied, met wijde uitzichten in alle richtingen. Bij de gemeente willen ze dat graag zo houden, hoewel er natuurlijk rekening moet worden gehouden met allerlei belangen, niet in het minst die van de boeren. Daarom wordt er gewerkt met ‘richtlijnen voor de beeldkwaliteit’, die ‘leidend zijn bij het al of niet verlenen van vergunningen en bij het toekennen van subsidies’. Als je dat voor het eerst leest denk je allicht: ‘ambtenarenpraat’, maar als wandelaar begrijp je al snel wat er bedoeld wordt. Bij dit landschap hoort dat je over het erf in de verte kunt kijken, dus moet het niet volgebouwd worden met een ‘muur’ van stallen en bijgebouwen.

De bordjes langs de weg geven aan dat ik op de Weipoortse Weg loop, maar volgens mijn vrij recente kaart is het Weipoortsche, met ‘sch’. In een oud boek staat weer een kaart met de ‘moderne’ spelling. Vooruitgang betekent vaak teruggaan. Twee aantrekkelijke mogelijkheden om de Westbroekpolder door te steken laat ik rechts liggen: het Lange Kerkpad en het Korte Kerkpad. Een vergelijkbare mogelijkheid links: het Gelderswoudse Kerkpad, laat ik ook onbenut.

Op een gegeven moment gaat de weg Uiterdijk heten en houdt dan op. Via een klein, handmatig te bedienen ophaalbruggetje bereik ik een slingerweggetje dat Noord-AA heet, net als het water dat ernaast ligt en dat de Weipoortse Vliet voedt. Dit weggetje loopt dood op het erf van een boerderij (4) waar ook kaas wordt gemaakt, hoewel dat minder duidelijk wordt uitgevent. Het ziet er hier heel anders uit dan in het gebied dat ik net achter mij heb gelaten. De wijde uitzichten ontbreken, in plaats daarvan is een rommelige knusheid gekomen, die in bepaalde weersomstandigheden ook wel iets sinisters heeft. Gelukkig houdt de hond die op het erf rondloopt zich koest. Het lijkt mij de ideale setting voor zo’n broeierige Engelse detectiveserie. In weerwil van deze associatie ben ik zo brutaal even de stal binnen te lopen. Aan het einde van de lange stal, waarin aan weerskanten koeien staan, staat een vrouw op een kar. Haar silhouet steekt fraai af tegen het via de achteringang van de stal binnenvallende licht.

Even overweeg ik haar te vragen mij toe te staan over het erf door te steken naar het grillige stukje land dat1014BZ Kaartje volgens mijn kaart hier De Plas deels afdamt. Het zou mogelijk moeten zijn om zo door te steken naar de Geerpolder, waar nog twee Zoeterwoudse zelfkazers (5,6) te vinden zijn. Maar ik zie daarvan af, ik voel mij toch al een indringer. Terug naar het Korte Kerkpad dan maar, om de Westbroekpolder door te steken. Aan het eind daarvan ga ik linksaf naar de Geerpolder, of officieel de Drooggemaakte Geer- en Kleine Blankaardpolder. Om in die polder te komen moet je tegenwoordig over een fietsbrug die zo hoog is dat je er zelfs als wandelaar pijn in je kuiten van krijgt. De onvermijdelijk bij dit landschap horende kinderen op de fiets leren hier niet alleen goed tegen de wind in rijden, maar ook klimmen als de besten. Daar gaan we nog plezier van beleven!

Via de Ondermeerweg loop ik naar Stompwijk en daarna over het fietspad langs de Stompwijkse Vaart richting Zoeterwoude. Ergens halverwege gaat weer zo’n leuk paadje naar links dat je op de Westeindse Weg brengt. De aandachtige beschouwer ziet, vooral de stafkaart van het gebied maakt het duidelijk, dat de percelen hier Noordwest-Zuidoost liggen, terwijl die in de Westbroekpolder van het Westen naar het Oosten liggen. Dat heeft natuurlijk met de ontwikkelingsgeschiedenis te maken. Vanaf 1200 zo ongeveer is men het land hier gaan ontginnen, wat in deze streken vooral ontwateren betekende. Logischerwijs ging men daarbij uit van de belangrijkste waterwegen en dat waren vooral de Weipoortse Vliet in het Oosten en de Vliet in het Noordwesten. En de Rijn natuurlijk, maar de sporen daarvan zie je in de verkaveling eigenlijk alleen in de buurt van Hoge Rijndijk terug.

Het waren ‘vrijgevochten’ lieden die deze ontginningen realiseerden. Voor zover afkomstig uit Friesland hadden ze toch al geen boodschap aan het feodale stelsel en anderen ontworstelden zich daaraan. Zij legden de basis voor wat wij nog wel liefdevol het poldermodel noemen. Karl Wittfogel, een socioloog van enige faam, heeft erop gewezen hoe uitzonderlijk dat was. Hij constateerde dat waar in de wereld ook een samenleving ontstond die op de beheersing van water was gebaseerd (bv. Egypte, China), dat resulteerde in afzichtelijke vormen van despotisme; overal, behalve in Nederland!

Aan de Westeindse weg wonen en werken nog drie zelfkazende boeren (7,8,9). Je bent hier ineens heel dicht bij de A-4. Voor wie een hekel heeft aan auto’s, heeft dat veel geroemde wijde uitzicht ook nadelen. Laten we dan maar naar die prachtige oude molen kijken die daar ook staat en die nieuwe reuzen verderop proberen te negeren. Ach, het is allemaal voor het goede doel, moeten we maar denken.

De eerste tekening is gemaakt door Renée van den Kerkhof. Aad Wagner maakte het kaartje. Hij is oud-medewerker van De Leunstoel en nu ‘toevallig’ werkzaam bij ‘Balyon grafische vormgeving’, het bedrijf dat verantwoordelijk was voor: ontwerp, lay-out en Dtp van het boekje.
© 2013 Frits Hoorweg
powered by CJ2