archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Cornwall again Katharina Kouwenhoven

0917BZ Cornwall
Zeven jaar geleden ging ik voor het eerst op wandelvakantie. Ik had iemand gevonden waar ik wel mee wandelde in Nederland, die ook voelde voor een weekje wandelen in een ander land, met vervoer van bagage. Ik had net mijn vriend verloren en zij leed aan een echtscheiding en een vermeend jeugdtrauma en dan is wandelen dé oplossing.

Waarom we naar Cornwall gingen, weet ik niet meer. Ik denk dat het mijn idee was, want ik had al eens een klein stukje gelopen op het kustpad van Devon; zoiets had ik nog nooit eerder meegemaakt. Het kustpad van Cornwall intrigeerde nog meer, omdat het loopt langs het zuidelijkste deel van het Britse eiland, waar een subtropisch klimaat moest heersen. We wandelden toen van Padstow naar Tintagel aan de noordkant, staken over naar de zuidkant en liepen verder van West Looe naar Fowey.

Voor een eerste wandelvakantie in een ander land was het zwaar (ik had me nooit gerealiseerd dat er, behalve in Nederland, nergens 'plat' land bestaat) maar overweldigend. En ik was zeven jaar jonger en had nog geen hartaanval gehad. Zelfs de vreselijkste hindernissen wisten we nog wel te nemen, desnoods op handen en voeten en we kwamen altijd ruim binnen de begrootte tijd op de plaats van bestemming.

Daarna heb ik elk jaar ergens in Great Britain gewandeld, maar wel met een andere wandelpartner. Een met hoogtevrees, die op het kustpad van Wales (dat ik had uitgezocht, niet wetend dat ik met een zwaar geval van vertigo te maken had) huilend over het kustpad kroop, met het gezicht afgewend van de zee. Een kustpad, dat zat er voor ons dus niet meer in. Maar andere mogelijkheden genoeg. Ik vond een Brits reisbureau dat een onuitputtelijk aantal wandelingen in Groot Brittannië en Ierland aanbood, waarbij je zelf kon bepalen in hoeveel dagen je een bepaalde afstand af wilde leggen. Het was moeilijk kiezen. Ik vroeg mijn vriendin om te kijken wat haar het meest aansprak. Tot mijn niet geringe verbazing koos zij het kustpad van Cornwall.

Door het reisbureau was dat ingedeeld in etappes van 100 tot 150 kilometer, die je kon afleggen in 5, 6 of 7 dagen. Uit pragmatische overwegingen koos ik voor de etappe van Penzance naar Falmouth, omdat beide plaatsen met de trein bereikbaar waren. Bovendien loop je dan langs de zuidkant van Cornwall, waar het weer het beste is (normaal gesproken).

Het piratennest Penzance is een aardig plaatsje, met veel strand, een haven en leuke pubs, waar je goed kan eten. Je treint er vanuit Bristol in bijna vijf uur naar toe. Van Penzance naar Falmouth passeer je ongeveer halverwege het zuidelijkste punt van het Britse eiland, Lizzard Point. Dat trekt veel bezoekers, terwijl er natuurlijk niets speciaals te zien is. Het gevolg is wel dat het plaatsje Lizzard, wat verder het binnenland in, een toeristisch oord is, met souvenirwinkeltjes, die allerlei stenen en fossielen verkopen. Daar heb ik voor mijn kleinzoon een trilobiet aangeschaft, opgediept uit een van de al lang gesloten tinmijnen. Op ons deel van het kustpad passeerden we er een paar, met hun karakteristieke fabriekstorens. Ze zien er vaak uit als overblijfselen uit het stenen tijdperk, maar zijn hoogstens twee honderd jaar oud.

Voorbij Lizzard Point kom je langs het petieterige vissersdorpje Cadgwith, waar alleen op krab gevist wordt en mensen van heinde en ver langs komen om verse krabben te kopen. We hebben er in de locale pub krabsoep gegeten, waar trouwens kraak noch smaak aan was. Van Cadgwith, waar het al behoorlijk regende, moesten we verder naar Coverack, terwijl het weer almaar slechter werd. Er stak een storm op, die we schuin tegen hadden en het ging steeds harder regenen. Soms kwamen we helemaal niet vooruit en enkele keren werden we zelfs omver geblazen, maar wel de goede kant op. Het pad, dat daar toch al slecht begaanbaar was, werd steeds gladder en we struikelden en vielen steeds vaker. Dat was geen doen en de laatste paar kilometer hebben we over de weg afgelegd. Zonder uitzicht op zee, maar wel een stuk veiliger.

Uitgeput bereikten we ons Guest House in Coverack, waar de eigenaars al enigszins ongerust waren geworden: twee oudere dames bij ontij op het kustpad, als dat maar goed ging. Omdat we toevallig twee nachten bleven in Coverack, hebben we de volgende dag een rustdag genomen en Coverack steen voor steen verkend, met name de pub met de vreemde naam 'Paris Hotel'. De pub dankte zijn naam aan een Frans schip dat ooit voor de kust van Coverack schipbreuk had geleden en waarvan de bemanning was gered en liefdevol in de pub opgenomen. Dat schip droeg de naam 'Paris Hotel'. Zodoende.

Coverack had alles wat zo'n kustplaats aantrekkelijk maakt. Een haventje met vissersboten en een enkel pleziervaartuig, een reddingsbrigade (eigenlijk in elk kustdorp aanwezig, want overal lijden schepen breuk of vergaan helemaal) met uitrusting, een flink strand, een pub met goed eten en een paar aardige winkels van Sinkel. Na Coverack moesten we bij Helford de Helford River oversteken. Dat kon per ferry. Die ferry bleek niet groter dan een roeiboot, de overtocht duurde niet langer dan een paar minuten, maar de ferryman vroeg vier pond per persoon voor zijn genereuze daad. Die werd varende – heen en weer, heen en weer – rijk.

Het laatste stuk naar Falmouth was het minst leuk. Veel stranden met echte badplaatsen en veel golfbanen; de gecultiveerde wereld. En Falmouth zelf was helemaal niets aan: een haven vol pleziervaartuigen en zonder echte havenkroegen of ander ruig havengedoe. Niettemin, wandelen langs dat kustpad is het helemaal en van een verblijf in Great Britain word ik in ieder geval erg gelukkig.
 
******************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2012 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Cornwall again Katharina Kouwenhoven
0917BZ Cornwall
Zeven jaar geleden ging ik voor het eerst op wandelvakantie. Ik had iemand gevonden waar ik wel mee wandelde in Nederland, die ook voelde voor een weekje wandelen in een ander land, met vervoer van bagage. Ik had net mijn vriend verloren en zij leed aan een echtscheiding en een vermeend jeugdtrauma en dan is wandelen dé oplossing.

Waarom we naar Cornwall gingen, weet ik niet meer. Ik denk dat het mijn idee was, want ik had al eens een klein stukje gelopen op het kustpad van Devon; zoiets had ik nog nooit eerder meegemaakt. Het kustpad van Cornwall intrigeerde nog meer, omdat het loopt langs het zuidelijkste deel van het Britse eiland, waar een subtropisch klimaat moest heersen. We wandelden toen van Padstow naar Tintagel aan de noordkant, staken over naar de zuidkant en liepen verder van West Looe naar Fowey.

Voor een eerste wandelvakantie in een ander land was het zwaar (ik had me nooit gerealiseerd dat er, behalve in Nederland, nergens 'plat' land bestaat) maar overweldigend. En ik was zeven jaar jonger en had nog geen hartaanval gehad. Zelfs de vreselijkste hindernissen wisten we nog wel te nemen, desnoods op handen en voeten en we kwamen altijd ruim binnen de begrootte tijd op de plaats van bestemming.

Daarna heb ik elk jaar ergens in Great Britain gewandeld, maar wel met een andere wandelpartner. Een met hoogtevrees, die op het kustpad van Wales (dat ik had uitgezocht, niet wetend dat ik met een zwaar geval van vertigo te maken had) huilend over het kustpad kroop, met het gezicht afgewend van de zee. Een kustpad, dat zat er voor ons dus niet meer in. Maar andere mogelijkheden genoeg. Ik vond een Brits reisbureau dat een onuitputtelijk aantal wandelingen in Groot Brittannië en Ierland aanbood, waarbij je zelf kon bepalen in hoeveel dagen je een bepaalde afstand af wilde leggen. Het was moeilijk kiezen. Ik vroeg mijn vriendin om te kijken wat haar het meest aansprak. Tot mijn niet geringe verbazing koos zij het kustpad van Cornwall.

Door het reisbureau was dat ingedeeld in etappes van 100 tot 150 kilometer, die je kon afleggen in 5, 6 of 7 dagen. Uit pragmatische overwegingen koos ik voor de etappe van Penzance naar Falmouth, omdat beide plaatsen met de trein bereikbaar waren. Bovendien loop je dan langs de zuidkant van Cornwall, waar het weer het beste is (normaal gesproken).

Het piratennest Penzance is een aardig plaatsje, met veel strand, een haven en leuke pubs, waar je goed kan eten. Je treint er vanuit Bristol in bijna vijf uur naar toe. Van Penzance naar Falmouth passeer je ongeveer halverwege het zuidelijkste punt van het Britse eiland, Lizzard Point. Dat trekt veel bezoekers, terwijl er natuurlijk niets speciaals te zien is. Het gevolg is wel dat het plaatsje Lizzard, wat verder het binnenland in, een toeristisch oord is, met souvenirwinkeltjes, die allerlei stenen en fossielen verkopen. Daar heb ik voor mijn kleinzoon een trilobiet aangeschaft, opgediept uit een van de al lang gesloten tinmijnen. Op ons deel van het kustpad passeerden we er een paar, met hun karakteristieke fabriekstorens. Ze zien er vaak uit als overblijfselen uit het stenen tijdperk, maar zijn hoogstens twee honderd jaar oud.

Voorbij Lizzard Point kom je langs het petieterige vissersdorpje Cadgwith, waar alleen op krab gevist wordt en mensen van heinde en ver langs komen om verse krabben te kopen. We hebben er in de locale pub krabsoep gegeten, waar trouwens kraak noch smaak aan was. Van Cadgwith, waar het al behoorlijk regende, moesten we verder naar Coverack, terwijl het weer almaar slechter werd. Er stak een storm op, die we schuin tegen hadden en het ging steeds harder regenen. Soms kwamen we helemaal niet vooruit en enkele keren werden we zelfs omver geblazen, maar wel de goede kant op. Het pad, dat daar toch al slecht begaanbaar was, werd steeds gladder en we struikelden en vielen steeds vaker. Dat was geen doen en de laatste paar kilometer hebben we over de weg afgelegd. Zonder uitzicht op zee, maar wel een stuk veiliger.

Uitgeput bereikten we ons Guest House in Coverack, waar de eigenaars al enigszins ongerust waren geworden: twee oudere dames bij ontij op het kustpad, als dat maar goed ging. Omdat we toevallig twee nachten bleven in Coverack, hebben we de volgende dag een rustdag genomen en Coverack steen voor steen verkend, met name de pub met de vreemde naam 'Paris Hotel'. De pub dankte zijn naam aan een Frans schip dat ooit voor de kust van Coverack schipbreuk had geleden en waarvan de bemanning was gered en liefdevol in de pub opgenomen. Dat schip droeg de naam 'Paris Hotel'. Zodoende.

Coverack had alles wat zo'n kustplaats aantrekkelijk maakt. Een haventje met vissersboten en een enkel pleziervaartuig, een reddingsbrigade (eigenlijk in elk kustdorp aanwezig, want overal lijden schepen breuk of vergaan helemaal) met uitrusting, een flink strand, een pub met goed eten en een paar aardige winkels van Sinkel. Na Coverack moesten we bij Helford de Helford River oversteken. Dat kon per ferry. Die ferry bleek niet groter dan een roeiboot, de overtocht duurde niet langer dan een paar minuten, maar de ferryman vroeg vier pond per persoon voor zijn genereuze daad. Die werd varende – heen en weer, heen en weer – rijk.

Het laatste stuk naar Falmouth was het minst leuk. Veel stranden met echte badplaatsen en veel golfbanen; de gecultiveerde wereld. En Falmouth zelf was helemaal niets aan: een haven vol pleziervaartuigen en zonder echte havenkroegen of ander ruig havengedoe. Niettemin, wandelen langs dat kustpad is het helemaal en van een verblijf in Great Britain word ik in ieder geval erg gelukkig.
 
******************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2012 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2