archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Denkend aan Holland Frits Hoorweg

Zondagmiddag in boekhandel Paagman aan de Frederik Hendriklaan in Den Haag: boekpresentatie. Er is veel volk en het oogt welwillend. Dat is meestal zo, maar zeker als een inwoner van de buurt, het Statenkwartier, een van de auteurs is. Tomas Ross, ofwel Willem Hogendoorn, signeert voor het eigenlijke evenement begint een van zijn spannende boeken. Hij is hier nog meer thuis dan in andere boekhandels. Maar het gaat vandaag niet alleen om hem, maar ook, en misschien wel vooral, over zijn dochter Iona. Samen met haar maakte hij een boek over ‘veranderend Nederland’. Zij maakte de foto’s en hij schreef de tekst. Voor mij was het bijwonen van de presentatie en het lezen van het boek een aangenaam alternatief voor de wandeling die ik vanwege een blessure (zie vorig nummer) niet kon maken.

Cynisch als ik ben dacht ik aanvankelijk: dochterlief heeft door de jaren heen foto’s gemaakt, vader heeft de mooiste geselecteerd en er wat tekstjes bij bedacht; maar zo is het absoluut niet. Het is een boek met een leidende gedachte, de foto’s zijn van daaruit gemaakt en in de tekst wordt hij uitgewerkt. Wat is die leidende gedachte dan wel? Houd u vast: dat is dat in Nederland voortdurend alles verandert en wel in een steeds hoger tempo. Goed, goed, dat hoor je wel meer zeggen, maar de uitwerking die eraan wordt gegeven is origineel.
De snelle verandering die wij zien is volgens de tekstschrijver niet zozeer het gevolg van een ramp of een dramatische omwenteling als wel van de optelsom van een heleboel op zich kleine veranderingen, zoals: de introductie van allerlei handige technische hulpmiddelen als de computer en vooral internet, de gezinssamenstelling en de omgangsvormen binnen het gezin, de leegloop van de kerken en het platteland en onze alsmaar groeiende preoccupatie met veiligheid. Deze en andere ontwikkelingen, ze zijn op vlotte wijze bijeengeschreven en geduid, zorgen er samen voor dat de aanblik van de wereld zo snel verandert. In het persbericht werd het zo, enigszins ronkend, samengevat: ‘De kerk, de buurtwinkel, de vrouwen in klederdracht, het dorpsschooltje, het weiland – weg, plaatsgemaakt voor iets anders.’

Iona Hogendoorn is er op uit gegaan om scènes op te sporen waarin oud en nieuw, liefst samen, in beeld komen. Tijdens de boekpresentatie liet zij de sprekendste voorbeelden zien: een palingvisser die rustig zijn werk doet met op de achtergrond een voorbij razende speedboat, een vrouw in klederdracht die kijkt naar de windmolens (de moderne variant natuurlijk) aan de horizon. Vader wees er trots op dat er geen trucs waren gebruikt om deze contrasten tot stand te brengen. ‘Er is niet gefotoshopt of hoe dat ook mag heten,’ zei hij, om eraan toe te voegen: ‘Toch?’ Nou, dat bleek inderdaad niet het geval. Zelfs van poseren was niet echt sprake geweest, al nemen mensen vaak wel een bepaalde houding aan als ze weten dat ze gefotografeerd worden, en dat is natuurlijk niet altijd te vermijden.

Het boek is opgedragen aan, de in 1991 overleden, mevrouw Hogendoorn, de moeder van Tomas Ross en de oma van Iona. In dit geval gaat dat verder dan een aardigheidje. De tekst is geschreven in de vorm van een aan haar gerichte brief, waarin ingegaan wordt op de dingen die sinds haar dood zijn veranderd. Deze vorm is niet zozeer gekozen om de lezer te overstelpen met autobiografische details, daarmee is de auteur heel zuinig, maar vanwege de gezichtshoek die het oplevert. Getuige het volgende voorbeeld geplukt van pagina 20: 'Ik zie je verbazing als we de glazenwasser passeren die de ramen -dubbel glas!- op driehoog wast. Vanaf de stoep, met een meterslange spuit verbonden aan een waterreservoir in een busje. En dus niet meer op die houten uitschuifbare ladder met een wisser en zeem en een emmer sop aan een haak. Te gevaarlijk. We zijn tegenwoordig erg op veiligheid.'
Het aardige van deze invalshoek is dat de schrijver daardoor los komt van de pure nostalgie. Het mag jammer zijn dat je die ladders niet meer ziet maar die mannen vallen er tenminste niet meer vanaf. Het is niet zo dat alles vroeger beter was, al is dat wel je primitieve reactie. Daarom is voor deze vorm gekozen.
Wat mij betreft een gelukkige keuze. Ik worstel mij nogal eens door de teksten van wandelboekjes en die staan meestal bol van een nogal agressieve hang naar vroeger. Alsof alles wat toen gemaakt werd mooi was. Het hele onderscheid tussen mooi en lelijk is trouwens op een aangename manier afwezig in dit boek. De toon is eerder een beetje meewarig en berustend dan prekerig. Zo gaat het nu eenmaal, is de boodschap.

En zo hoort het ook. Je gaat je oude moeder natuurlijk niet met opstandige taal lastigvallen en het publiek bij boekhandel Paagman ook liever niet.

Tomas Ross en Iona Hogendoorn, Denkend aan Holland, Bruna, € 24,95


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Denkend aan Holland Frits Hoorweg
Zondagmiddag in boekhandel Paagman aan de Frederik Hendriklaan in Den Haag: boekpresentatie. Er is veel volk en het oogt welwillend. Dat is meestal zo, maar zeker als een inwoner van de buurt, het Statenkwartier, een van de auteurs is. Tomas Ross, ofwel Willem Hogendoorn, signeert voor het eigenlijke evenement begint een van zijn spannende boeken. Hij is hier nog meer thuis dan in andere boekhandels. Maar het gaat vandaag niet alleen om hem, maar ook, en misschien wel vooral, over zijn dochter Iona. Samen met haar maakte hij een boek over ‘veranderend Nederland’. Zij maakte de foto’s en hij schreef de tekst. Voor mij was het bijwonen van de presentatie en het lezen van het boek een aangenaam alternatief voor de wandeling die ik vanwege een blessure (zie vorig nummer) niet kon maken.

Cynisch als ik ben dacht ik aanvankelijk: dochterlief heeft door de jaren heen foto’s gemaakt, vader heeft de mooiste geselecteerd en er wat tekstjes bij bedacht; maar zo is het absoluut niet. Het is een boek met een leidende gedachte, de foto’s zijn van daaruit gemaakt en in de tekst wordt hij uitgewerkt. Wat is die leidende gedachte dan wel? Houd u vast: dat is dat in Nederland voortdurend alles verandert en wel in een steeds hoger tempo. Goed, goed, dat hoor je wel meer zeggen, maar de uitwerking die eraan wordt gegeven is origineel.
De snelle verandering die wij zien is volgens de tekstschrijver niet zozeer het gevolg van een ramp of een dramatische omwenteling als wel van de optelsom van een heleboel op zich kleine veranderingen, zoals: de introductie van allerlei handige technische hulpmiddelen als de computer en vooral internet, de gezinssamenstelling en de omgangsvormen binnen het gezin, de leegloop van de kerken en het platteland en onze alsmaar groeiende preoccupatie met veiligheid. Deze en andere ontwikkelingen, ze zijn op vlotte wijze bijeengeschreven en geduid, zorgen er samen voor dat de aanblik van de wereld zo snel verandert. In het persbericht werd het zo, enigszins ronkend, samengevat: ‘De kerk, de buurtwinkel, de vrouwen in klederdracht, het dorpsschooltje, het weiland – weg, plaatsgemaakt voor iets anders.’

Iona Hogendoorn is er op uit gegaan om scènes op te sporen waarin oud en nieuw, liefst samen, in beeld komen. Tijdens de boekpresentatie liet zij de sprekendste voorbeelden zien: een palingvisser die rustig zijn werk doet met op de achtergrond een voorbij razende speedboat, een vrouw in klederdracht die kijkt naar de windmolens (de moderne variant natuurlijk) aan de horizon. Vader wees er trots op dat er geen trucs waren gebruikt om deze contrasten tot stand te brengen. ‘Er is niet gefotoshopt of hoe dat ook mag heten,’ zei hij, om eraan toe te voegen: ‘Toch?’ Nou, dat bleek inderdaad niet het geval. Zelfs van poseren was niet echt sprake geweest, al nemen mensen vaak wel een bepaalde houding aan als ze weten dat ze gefotografeerd worden, en dat is natuurlijk niet altijd te vermijden.

Het boek is opgedragen aan, de in 1991 overleden, mevrouw Hogendoorn, de moeder van Tomas Ross en de oma van Iona. In dit geval gaat dat verder dan een aardigheidje. De tekst is geschreven in de vorm van een aan haar gerichte brief, waarin ingegaan wordt op de dingen die sinds haar dood zijn veranderd. Deze vorm is niet zozeer gekozen om de lezer te overstelpen met autobiografische details, daarmee is de auteur heel zuinig, maar vanwege de gezichtshoek die het oplevert. Getuige het volgende voorbeeld geplukt van pagina 20: 'Ik zie je verbazing als we de glazenwasser passeren die de ramen -dubbel glas!- op driehoog wast. Vanaf de stoep, met een meterslange spuit verbonden aan een waterreservoir in een busje. En dus niet meer op die houten uitschuifbare ladder met een wisser en zeem en een emmer sop aan een haak. Te gevaarlijk. We zijn tegenwoordig erg op veiligheid.'
Het aardige van deze invalshoek is dat de schrijver daardoor los komt van de pure nostalgie. Het mag jammer zijn dat je die ladders niet meer ziet maar die mannen vallen er tenminste niet meer vanaf. Het is niet zo dat alles vroeger beter was, al is dat wel je primitieve reactie. Daarom is voor deze vorm gekozen.
Wat mij betreft een gelukkige keuze. Ik worstel mij nogal eens door de teksten van wandelboekjes en die staan meestal bol van een nogal agressieve hang naar vroeger. Alsof alles wat toen gemaakt werd mooi was. Het hele onderscheid tussen mooi en lelijk is trouwens op een aangename manier afwezig in dit boek. De toon is eerder een beetje meewarig en berustend dan prekerig. Zo gaat het nu eenmaal, is de boodschap.

En zo hoort het ook. Je gaat je oude moeder natuurlijk niet met opstandige taal lastigvallen en het publiek bij boekhandel Paagman ook liever niet.

Tomas Ross en Iona Hogendoorn, Denkend aan Holland, Bruna, € 24,95
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2