archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Lopen | ||||
Het Pieterpad | Frits Hoorweg | |||
In alle kranten werd aandacht besteed aan het overlijden van Toos Goorhuis-Tjalsma, zelfs in Het Financieele Dagblad. Zij heeft haar faam te danken aan het feit dat ze, samen met haar vriendin Bertje Jens, het Pieterpad heeft bedacht en beschreven. Alleen al vanwege al die overlijdensberichten dacht ik dat de mededeling “ik ga een stukje van het Pieterpad lopen” voor iedereen te begrijpen zou zijn, maar voor de buschauffeur die mij naar Laren (Gld) bracht ging dat in ieder geval niet op. “Ja, ik heb wel vaker mensen in de bus met een rugzak en van die schoenen, maar ik wist niet dat er een officieel pad is. Goh, en dat loopt door heel Nederland?” Ik zag er vanaf hem verdere uitleg te geven. Zijn verbeeldingskracht leek mij door het voorgaande al voldoende op de proef gesteld. “U hebt er geen goed weer bij,” zei hij toen we een eindje gereden hadden, terwijl hij de ruitenwissers in een hogere versnelling zette.” Ruim tien jaar geleden liep ik het hele pad samen met mijn vrouw. Daar heb ik erg goede herinneringen aan. Zo’n wandeling brengt je op plekken waar je anders niet komt of waar je hoogstens met grote snelheid voorbij rijdt. Het is me toen pas opgevallen hoezeer de landstreken verschillen, iets dat je bij oppervlakkige kennismaking niet zo opvalt. Vooral de aankomst in een nieuwe pleisterplaats vond ik telkens (nou ja, vaak) een feest; douchen, schone kleren aan en een paar biertjes drinken. Als het weer het toeliet werd er vervolgens op een terras gedineerd. De herinnering aan die loodzware rugzak is naar de achtergrond gedrongen door de geschiedvervalser die mijn geheugen beheert. Nu ik dit noteer doemt ineens het beeld op van die man in Limburg die een radicale oplossing voor het probleem van de rugzak had bedacht: een pakezel. Het leek me geen onverdeeld succes. Zo’n beest wil eten op momenten dat jij er geen behoefte aan hebt en veel aanspraak heb je er ook niet aan. Als er geen hotel voorhanden was, moest er bij particulieren worden overnacht. Een of andere enthousiasteling in IJsselsteyn zorgde voor een lijst met adressen en telefoonnummers van mensen die bereid waren wandelaars te ontvangen, indertijd voor slechts f 25,- per nacht. Aan de overnachtingen op die adressen bewaar ik niet alleen goede herinneringen. Het was natuurlijk leuk om met ‘gewone’ mensen kennis te maken, maar soms was de sfeer in die kosthuizen om te snijden. Zoals in het geval van die vrouw die zich had aangemeld om: “weer eens een gewoon gesprek te kunnen voeren.” Haar man was daar na zijn hersenbloeding niet meer toe in staat; en die zat er wel bij toen dat werd uitgelegd! Om het geheugen op te frissen, liep ik op een zaterdag van Laren naar Holten. Voortgedreven door regen, wind en kou raffelde ik, zeer tegen mijn gewoonte, de 15 kilometer af in 3 uur. Ik meld dat niet om mij te beklagen, maar om reliëf te geven aan het feit dat ik 17 mensen tegen kwam die dezelfde etappe in omgekeerde richting aan het lopen waren. Als je op een regenachtige zaterdag in slechts 3 uur tijd al zoveel medelopers tegenkomt, dan is het waarschijnlijk echt zo dat tienduizenden mensen per jaar het pad (of stukjes ervan) lopen. Het Nivon, de organisatie die de route onderhoudt en er boekjes over uitgeeft, claimt dat ook, maar ik ben geneigd te denken: “dat zal wel een schatting uit een subsidieaanvraag zijn.” Net voor de Schipbeek had een goede geest een deel van z’n schuur ingericht als pleisterplaats voor wandelaars en er het bordje De Stobbe opgetimmerd. Er stond een koffiezetapparaat; per kopje werd je geacht een Euro in een doosje te doen. Een honesty-box noemen ze zo’n ding in Engeland. Rijk zal de eigenaar van de schuur er niet van worden en daarom ben ik, met vele anderen, hem dank verschuldigd. Wie van Laren naar Holten loopt gaat van de Achterhoek naar Twente. De grens ligt ongeveer halverwege. Eerst loop je langs landhuizen en pachterswoningen, over lanen met beuken en berken erlangs, en dan ineens ga je het open land in waar weinig beschutting is en wegen en sloten bij een ruilverkaveling zijn rechtgetrokken. Ook wanneer het niet zo striemend regent vind ik het tussen de bomen mooier en leuker. Ik overwoog even om terug te lopen naar Laren, maar zag er van af. ‘Het aardige van het Pieterpad is juist dat je oog krijgt voor de overgangen in het landschap en ze ook aan de lijve ervaart.’ Zo sprak ik mijzelf belerend toe terwijl ik me, kletsnat inmiddels, naar station Holten spoedde. |
||||
© 2004 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |