archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Lopen | ||||
Rondom Amsterdam | Frits Hoorweg | |||
Als de aanblik van industriële bedrijvigheid je tegenstaat is een wandeling van Pont Buitenhuizen naar Koog a/d Zaan niet aan te bevelen. Persoonlijk heb ik daartegen geen bezwaar, integendeel zelfs, en daarom had ik deze route uitgezocht. Bus 94 uit Beverwijk zette me af aan de bovenkant van het Noordzeekanaal. In een houten optrekje dronk ik koffie voor € 1,-. Een paar stoere werklui deden dat ook en rookten er shagjes bij. Ze lazen het Algemeen Dagblad en spraken teksten als: “Eindelijk is het een beetje normaal weer.” “Het wordt tijd dat de lente komt.” “De bloemen zijn anders al uit.” Over de dijk liep ik in oostelijke richting. Aan de rechterkant was het kanaal. De hefbomen van een containerterminal aan de overkant zagen er samen uit als een reusachtige spin, die klaar stond om schepen in zijn web te strikken. Een supersnelle waterbus gleed moeiteloos door de mazen heen. Aan de linkerkant lag de vuilstort, die er volgens het opschrift op een vrolijk klein gebouwtje Afvalzorg heet. Na ongeveer een kilometer ging ik naar links, onder een nieuwe brug over Zijkanaal D door, naar de buurtschap Nauerna: een sluis, wat huizen, een kleine jachtclub en veel woonboten. Wat een contrasten zie je daar; de ene ark groot en protserig en de andere miezerig en verwaarloosd. Toch kan ik mij wel voorstellen dat mensen juist daar willen wonen. Merkwaardig is dat, want overal ligt troep en de lucht van de vuilstort is, weliswaar niet erg dominant, steeds aanwezig. En toch vind ik het er prettig. Het zal wel iets te maken hebben met vroege ervaringen. Ik woonde als kind een tijd lang aan de rand van de stad: bouwerijen, kassen, de gashouder en een oud gemaal. Het was een mooie tijd en een omgeving die daarop lijkt geeft mij dus een prettig gevoel; zo simpel zal het wel zijn. Juist toen ik het echt idyllisch dreigde te gaan vinden begonnen de honden me tegen te staan die bij ieder hek agressief stonden te grommen. Blijkbaar is de veiligheid er een punt van zorg. Terwijl ik er liep, realiseerde ik mij dat locaties als deze nogal eens figureren in het tv-programma Opsporing Verzocht . Bij het sluisje is dan een lijk uit het water gehaald en 'iedereen die zich iets herinnert, wordt verzocht .... .' Deze associatie bezorgde mij fantasieën over de mogelijkheid dat een onschuldige wandelaar ten onrechte wordt aangewezen als de dader van een misdrijf. “Neen, er is hier op die dag niets bijzonders gebeurd. Alleen een man met een rugzak en van die rare schoenen aan. Hij stond daar bij de brug een tijd in een boekje te kijken.” In detectiveboeken blijkt zo'n passant altijd een red herring , een poging om de lezer op een dwaalspoor te brengen. De wereldwijze speurneus weet dat moorden nooit door toevallige passanten worden gepleegd. Maar ja, Miss Marple zal maar net op vakantie zijn, dan ben jij mooi de klos. Over een fietspad langs de Nauernasche Vaart liep ik naar Vrouwenverdriet, nog een minuscule woongemeenschap, maar deze zag er iets burgerlijker uit. Afgezien van de naam was hier niets dat mijn fantasie prikkelde. Ik ging rechtsaf Westzaan in, een aardig dorp met voorname, houten herenhuizen en een statig gemeentehuis; een mooie plek om uitgebreid te lunchen. Maar helaas: alle horeca was gesloten; snel naar Koog aan de Zaan dan maar. De tocht daarheen was niet het mooiste deel van de wandeling. Bedrijvigheid is prima, maar op een autoweg ben ik meestal snel uitgekeken. Koog zelf en het aangrenzende Zaandijk maakten echter veel goed. Mooie houten huizen worden afgewisseld door reusachtige, foeilelijke fabrieksgebouwen. Je moet er van houden: er is veel moois te zien, maar er wordt ook nog gewoon gewerkt. Deze wandeling is een klein stukje van de Amsterdamse Ommegang die in een wijde boog om Amsterdam heen gaat en 150 kilometer lang is. Herman Vuijsje zette voor zichzelf een andere tocht uit rondom Amsterdam. Niet in de eerste plaats om lekker te lopen, maar om de ontwikkeling van het landschap te bestuderen. Hij schreef er een boekje over dat 'Schuifgroen' heet. Veel reden tot vrolijkheid gaf zijn veldstudie hem niet. Hij ergerde zich aan diverse beroepsgroepen: zakenlui de lelijke blokkendozen neerzetten, boeren die het land uitdrogen als ze de kans krijgen en techneuten die overal recreatiegebieden van willen maken. Nogal komisch vond ik het dat hij zich vooral lijkt te hebben gestoord aan de natuurbeschermers die bereid zijn alles wat mooi is op te offeren aan een grotere variëteit der soorten, zelfs als het gaat om soorten die volslagen vreemd zijn aan de streek. Hij verlangde terug naar de weidse uitzichten van vroeger. Een gevoelen dat ik kan begrijpen, maar van de remedie waar hij aan het eind van het boek mee komt begrijp ik niet zoveel. Om horizonvervuiling tegen te gaan zul je wel een krachtiger overheid op regionaal niveau nodig hebben, maar helaas kan niemand garanderen dat zo'n overheid zijn kracht alleen ten goede zal aanwenden. |
||||
© 2004 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |