archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Rondom Nijkerk: Een folly en een bermmonument Frits Hoorweg

0110 NijkerkVlakbij station Nijkerk loop ik tegen het gebouw van een Health-club op en ik weet meteen weer waarom het zo goed is om te wandelen: dan hoef je niet naar zo'n zondig instituut, waarin mensen half ontkleed gewichten optillen en trappers in het rond draaien. Ik had gedacht dat zoiets in een protestants christelijk dorp als Nijkerk niet zou zijn toegestaan, maar zo zie je dat het bederf zelfs daar toeslaat. De lucht is blauw, maar het is een fris weertje: de laatste stuiptrekkingen van een winter die nauwelijks als zodanig herkenbaar was. Op het gras ligt aanvankelijk een laagje witte korrels, van een afstand bezien is het net sneeuw en voor de zon smelt het dan ook. Niet dat het echt warm wordt. Ik houd de muts op en mijn handschoenen aan. Via een alleraardigst slingerend pad, met een ruime grasrand, loop ik in noordwestelijke richting Nijkerk uit. Het pad doet denken aan het tracé van een spoorlijn, en ja hoor: even later wordt die indruk bevestigd door een bordje; hier reed ooit de Haven(spoor)lijn. Bijna aan het einde van de bebouwing, de straat heet Vetkamp, staat een merkwaardig kunstwerk. Het bestaat uit een aantal zwerfkeien, waarvan er één ondersteund wordt door een betonnen obelisk, waardoor het geheel er uitziet als een hunebed, maar dan niet helemaal echt.

Hierna verlaat de wandeling Nijkerk richting landgoed Salenstein, voorlopig over een fietspad langs een drukke weg. Links van de weg zie ik ineens iets bekends: midden in een weiland staat een grote bakstenen duiventil op poten. Waar ken ik die ook al weer van? Even later komt ergens van de rommelzolder die voor mijn geheugen doorgaat het antwoord door: uit het boek 'Follies' (auteur: Wim Meulenkamp). Een folly is een nutteloos sierbouwwerk. Er bestaat een vereniging die zich bezighoudt met de bestudering ervan; een alleraardigst gezelschap dat de DonderbergGroep heet. Zo'n duiventoren wordt dus ook tot de follies gerekend, alhoewel ik mij voor zou kunnen stellen dat een duif daar het zijne over denkt. De weg maakt bij Salenstein een gevaarlijke bocht en daarin, naast het fietspad, staat een tuiltje met verse bloemen: een bermmonument. Op een kleine witte te kei staat te lezen: 'Mijn lieve zus Jacqueline; voor altijd in mijn hart.' Een medewerkster van Rijkswaterstaat, die verderop iets met een schep aan het doen is, legt mij uit dat er inderdaad een mevrouw verongelukt is. "Zij was door nog onbekende oorzaken op de verkeerde weghelft geraakt en ...." Merkwaardig toch dat als het over zaken van leven of dood gaat, mensen de neiging hebben zich te bedienen van taal die ontleend lijkt aan een proces-verbaal. Salenstein was tot 1906 niet meer dan een boerenhoeve. De eigenaar heeft er toen hoektorens tegenaan laten bouwen. Volgens het boekje over deze NS wandeling ontstaat daardoor de indruk van een klein kasteel, maar mij doet het denken aan een hoeve waar hoektorens tegenaan gebouwd zijn.

Schuin tegenover Salenstein gaat een onverharde weg naar links. Eerst loop je langs een laantje met links huisjes en rechts een rij berken. Verderop als de huizendichtheid minder wordt heb je aan de rechterhand een watertje met knotwilgen erlangs. In de verte is de A28 (Amersfoort-Zwolle) en het gedruis van auto's is een kleine smet op deze wandeling. Via een klinkerweggetje voert de wandeling mij verder naar het Landgoed Oldenaller. Voor de kenners: het huis is gebouwd volgens een ontwerp van Jacob van Campen en de tuin aangelegd op aanwijzingen van Zocher. Op een bankje eet ik een boterham, want de horeca is op deze wandeling schaars; alleen in of vlakbij Nijkerk kun je iets krijgen. Ik verlaat Oldenaller via de oprijlaan. Er staat een bord dat de bezoeker waarschuwt voor de aanwezigheid van teken en de verschrikkingen van de ziekte van Lyme. Het complement van de claimcultuur is de waarschuwcultuur. Even verderop steek ik een ouderwetse onbewaakte overweg over; gelukkig mag dat nog. Een poos geleden las ik ergens dat de NS zich genoodzaakt ziet al deze overgangen op den duur te sluiten, omdat er teveel ongelukken gebeuren. Wandelaars moeten dan maar een eindje omlopen. Daar heb ik al een tijd niets meer van gehoord, hopelijk sterft het plan een zachte dood. Ik ben desnoods bereid mij aan te sluiten bij een genootschap dat zich er gewapenderhand tegen gaat verzetten! Iets meer dan de helft van de wandeling ligt na deze overgang en, hoewel zeer genoeglijk: er is weinig over te melden. Het boekje belooft een gebied dat beheerd wordt door begrazing en ik kijk daarom uit naar bisons en longhorns, dieren waar ik een zwak voor heb, maar niets van dat al. In plaats daarvan zie ik, in aangrenzende weilanden, veel paarden die al lang geleden afgeleerd hebben voor zichzelf te zorgen. De pret dreigt nog even te worden verstoord door een hagelbui, maar het blijft bij een zwakke poging.

© 2004 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Rondom Nijkerk: Een folly en een bermmonument Frits Hoorweg
0110 NijkerkVlakbij station Nijkerk loop ik tegen het gebouw van een Health-club op en ik weet meteen weer waarom het zo goed is om te wandelen: dan hoef je niet naar zo'n zondig instituut, waarin mensen half ontkleed gewichten optillen en trappers in het rond draaien. Ik had gedacht dat zoiets in een protestants christelijk dorp als Nijkerk niet zou zijn toegestaan, maar zo zie je dat het bederf zelfs daar toeslaat. De lucht is blauw, maar het is een fris weertje: de laatste stuiptrekkingen van een winter die nauwelijks als zodanig herkenbaar was. Op het gras ligt aanvankelijk een laagje witte korrels, van een afstand bezien is het net sneeuw en voor de zon smelt het dan ook. Niet dat het echt warm wordt. Ik houd de muts op en mijn handschoenen aan. Via een alleraardigst slingerend pad, met een ruime grasrand, loop ik in noordwestelijke richting Nijkerk uit. Het pad doet denken aan het tracé van een spoorlijn, en ja hoor: even later wordt die indruk bevestigd door een bordje; hier reed ooit de Haven(spoor)lijn. Bijna aan het einde van de bebouwing, de straat heet Vetkamp, staat een merkwaardig kunstwerk. Het bestaat uit een aantal zwerfkeien, waarvan er één ondersteund wordt door een betonnen obelisk, waardoor het geheel er uitziet als een hunebed, maar dan niet helemaal echt.

Hierna verlaat de wandeling Nijkerk richting landgoed Salenstein, voorlopig over een fietspad langs een drukke weg. Links van de weg zie ik ineens iets bekends: midden in een weiland staat een grote bakstenen duiventil op poten. Waar ken ik die ook al weer van? Even later komt ergens van de rommelzolder die voor mijn geheugen doorgaat het antwoord door: uit het boek 'Follies' (auteur: Wim Meulenkamp). Een folly is een nutteloos sierbouwwerk. Er bestaat een vereniging die zich bezighoudt met de bestudering ervan; een alleraardigst gezelschap dat de DonderbergGroep heet. Zo'n duiventoren wordt dus ook tot de follies gerekend, alhoewel ik mij voor zou kunnen stellen dat een duif daar het zijne over denkt. De weg maakt bij Salenstein een gevaarlijke bocht en daarin, naast het fietspad, staat een tuiltje met verse bloemen: een bermmonument. Op een kleine witte te kei staat te lezen: 'Mijn lieve zus Jacqueline; voor altijd in mijn hart.' Een medewerkster van Rijkswaterstaat, die verderop iets met een schep aan het doen is, legt mij uit dat er inderdaad een mevrouw verongelukt is. "Zij was door nog onbekende oorzaken op de verkeerde weghelft geraakt en ...." Merkwaardig toch dat als het over zaken van leven of dood gaat, mensen de neiging hebben zich te bedienen van taal die ontleend lijkt aan een proces-verbaal. Salenstein was tot 1906 niet meer dan een boerenhoeve. De eigenaar heeft er toen hoektorens tegenaan laten bouwen. Volgens het boekje over deze NS wandeling ontstaat daardoor de indruk van een klein kasteel, maar mij doet het denken aan een hoeve waar hoektorens tegenaan gebouwd zijn.

Schuin tegenover Salenstein gaat een onverharde weg naar links. Eerst loop je langs een laantje met links huisjes en rechts een rij berken. Verderop als de huizendichtheid minder wordt heb je aan de rechterhand een watertje met knotwilgen erlangs. In de verte is de A28 (Amersfoort-Zwolle) en het gedruis van auto's is een kleine smet op deze wandeling. Via een klinkerweggetje voert de wandeling mij verder naar het Landgoed Oldenaller. Voor de kenners: het huis is gebouwd volgens een ontwerp van Jacob van Campen en de tuin aangelegd op aanwijzingen van Zocher. Op een bankje eet ik een boterham, want de horeca is op deze wandeling schaars; alleen in of vlakbij Nijkerk kun je iets krijgen. Ik verlaat Oldenaller via de oprijlaan. Er staat een bord dat de bezoeker waarschuwt voor de aanwezigheid van teken en de verschrikkingen van de ziekte van Lyme. Het complement van de claimcultuur is de waarschuwcultuur. Even verderop steek ik een ouderwetse onbewaakte overweg over; gelukkig mag dat nog. Een poos geleden las ik ergens dat de NS zich genoodzaakt ziet al deze overgangen op den duur te sluiten, omdat er teveel ongelukken gebeuren. Wandelaars moeten dan maar een eindje omlopen. Daar heb ik al een tijd niets meer van gehoord, hopelijk sterft het plan een zachte dood. Ik ben desnoods bereid mij aan te sluiten bij een genootschap dat zich er gewapenderhand tegen gaat verzetten! Iets meer dan de helft van de wandeling ligt na deze overgang en, hoewel zeer genoeglijk: er is weinig over te melden. Het boekje belooft een gebied dat beheerd wordt door begrazing en ik kijk daarom uit naar bisons en longhorns, dieren waar ik een zwak voor heb, maar niets van dat al. In plaats daarvan zie ik, in aangrenzende weilanden, veel paarden die al lang geleden afgeleerd hebben voor zichzelf te zorgen. De pret dreigt nog even te worden verstoord door een hagelbui, maar het blijft bij een zwakke poging.
© 2004 Frits Hoorweg
powered by CJ2