archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Vinden jullie dat niet raar? Frits Hoorweg

0000BZ Frits
Om half twaalf ’s ochtends zaten we al aan de pannenkoeken, op het terras van Het Berghuijs onderaan de Amerongse Berg. Het had wat tijd gekost om de plaats waar onze wandeling begon te bereiken. Dat had te maken met achteraf onnodig getob over de vraag hoe we vanuit het geplande eindpunt, Veenendaal, weer thuis moesten komen. Eerst had ik bedacht dat het handig zou zijn de auto bij station Driebergen-Zeist neer te zetten en de bus naar Amerongen te nemen. Maar in de wijde omgeving van het station bleken alle parkeerplaatsen bezet te zijn. Zonder duidelijk plan tuften we vervolgens met de auto naar Amerongen en daar ontdekten we dat er een busverbinding met Veenendaal is! Opgelucht streken wij neer op genoemd terras voor een kop koffie en omdat het al wat later was en we onderweg geen horeca van betekenis zouden passeren, namen we ook meteen wat te eten.

Het Berghuijs ligt verscholen in het bos op een idyllisch plekje. Op het terras zat een moeder die haar kinderen naar de klimrekken had gestuurd. Je zag ze en hoorde ze af en toe ook, maar de afstand gecombineerd met de begroeiing zorgde ervoor dat het geluid prettig gedempt werd; heel beschaafd. Iets verderop zat een gezelschap net als wij heel vroeg pannenkoeken te eten. Zij hadden iets te vieren en wilden dat blijkbaar snel afhandelen. Dan heb je de rest van de dag nog voor andere dingen, zo’n soort redenering.
Het woord werd voornamelijk, zeg maar uitsluitend, gevoerd door een vrouw van een jaar of 45. Ze zat aan het hoofd van de tafel, voor zover je daarvan bij dat buitenmeubilair kunt spreken. Zij was in het gezelschap van ‘Mammie’ links van haar, die ik niet heb horen spreken, waarschijnlijk omdat ze nogal doof en enigszins verward was. ‘Mammie heeft een knopje op de telefoon waarmee ze het geluid harder kan zetten. Maar als je haar belt en zegt dat ze dat knopje moet indrukken, verstaat ze je niet, want ze heeft dat knopje nog niet ingedrukt. Hahaha!’ Lachen deed ze ook veel. De anderen deden daaraan slechts mondjesmaat mee.

Deze mededeling, of anekdote als u wilt, lokte zowaar gesproken tekst uit van haar rechterbuurman. Mijn vrouw meent de naam Frans te hebben opgevangen. ‘Is het een mobiele telefoon?’ vroeg hij, een echte man blijkbaar, vooral geïnteresseerd in het mechaniek der dingen. Deze vraag werd met een handgebaar afgedaan. Schuin tegenover deze heer zat ‘Tante Ans’, vermoedelijk zijn moeder. Zij was waarschijnlijk de aanleiding tot het gezellig samenzijn, want toen de spraakwaterval ging afrekenen werd uit háár tas een portemonnaie opgediept. Zij leverde af en toe een bijdrage aan het gesprek maar alleen als de hoofdrolspeelster in dit toneelstukje het woord tot haar richtte. En dat gebeurde niet veel want ze had zelf erg veel tekst.
Vaak ging die over dochterlief en haar vriendjes, twee in getal waar ze (de dochter) niet tussen kon kiezen. Dat leverde enerverende maar toch ook wel leuke episodes op, naar het inzicht van de spreekster. Wat ze wel merkwaardig vond is dat die jongens regelmatig huilden. ‘Vinden jullie dat niet raar?’ vroeg ze met een valse lach, helemaal de moeder van een onweerstaanbare hartenbreekster. De anderen mompelden iets dat op instemming zou kunnen lijken.

Na deze voorstelling liepen wij de rest van de dag voornamelijk zwijgend door een aangenaam landschap van bos en heide. Telkens schoten me weer flarden tekst te binnen, die ik aanvankelijk vooral komisch vond. Allengs begon ik te beseffen dat ik een treurspel had aanschouwd. Ons past vooral medelijden. Met tante Ans, die het gelag mocht betalen om op hartelijkheden te worden getrakteerd waar ze overduidelijk niet van gediend was (‘Heb je je invalidenkaart al opgehaald, Tante Ans?’), met de halfdove en warrige Mammie die het knopje op haar telefoon vergeet in te drukken, met Frans die altijd met die vraag zal blijven zitten hoe die telefoon werkt, èn met haar dochter natuurlijk. Maar toch vooral met die twee vriendjes.
Als ik zo’n schoonmoeder in spé had zou ik de hele dag wel kunnen huilen.
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
 
*****************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is nu te koop.
Luister ook naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie:
 


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Vinden jullie dat niet raar? Frits Hoorweg
0000BZ Frits
Om half twaalf ’s ochtends zaten we al aan de pannenkoeken, op het terras van Het Berghuijs onderaan de Amerongse Berg. Het had wat tijd gekost om de plaats waar onze wandeling begon te bereiken. Dat had te maken met achteraf onnodig getob over de vraag hoe we vanuit het geplande eindpunt, Veenendaal, weer thuis moesten komen. Eerst had ik bedacht dat het handig zou zijn de auto bij station Driebergen-Zeist neer te zetten en de bus naar Amerongen te nemen. Maar in de wijde omgeving van het station bleken alle parkeerplaatsen bezet te zijn. Zonder duidelijk plan tuften we vervolgens met de auto naar Amerongen en daar ontdekten we dat er een busverbinding met Veenendaal is! Opgelucht streken wij neer op genoemd terras voor een kop koffie en omdat het al wat later was en we onderweg geen horeca van betekenis zouden passeren, namen we ook meteen wat te eten.

Het Berghuijs ligt verscholen in het bos op een idyllisch plekje. Op het terras zat een moeder die haar kinderen naar de klimrekken had gestuurd. Je zag ze en hoorde ze af en toe ook, maar de afstand gecombineerd met de begroeiing zorgde ervoor dat het geluid prettig gedempt werd; heel beschaafd. Iets verderop zat een gezelschap net als wij heel vroeg pannenkoeken te eten. Zij hadden iets te vieren en wilden dat blijkbaar snel afhandelen. Dan heb je de rest van de dag nog voor andere dingen, zo’n soort redenering.
Het woord werd voornamelijk, zeg maar uitsluitend, gevoerd door een vrouw van een jaar of 45. Ze zat aan het hoofd van de tafel, voor zover je daarvan bij dat buitenmeubilair kunt spreken. Zij was in het gezelschap van ‘Mammie’ links van haar, die ik niet heb horen spreken, waarschijnlijk omdat ze nogal doof en enigszins verward was. ‘Mammie heeft een knopje op de telefoon waarmee ze het geluid harder kan zetten. Maar als je haar belt en zegt dat ze dat knopje moet indrukken, verstaat ze je niet, want ze heeft dat knopje nog niet ingedrukt. Hahaha!’ Lachen deed ze ook veel. De anderen deden daaraan slechts mondjesmaat mee.

Deze mededeling, of anekdote als u wilt, lokte zowaar gesproken tekst uit van haar rechterbuurman. Mijn vrouw meent de naam Frans te hebben opgevangen. ‘Is het een mobiele telefoon?’ vroeg hij, een echte man blijkbaar, vooral geïnteresseerd in het mechaniek der dingen. Deze vraag werd met een handgebaar afgedaan. Schuin tegenover deze heer zat ‘Tante Ans’, vermoedelijk zijn moeder. Zij was waarschijnlijk de aanleiding tot het gezellig samenzijn, want toen de spraakwaterval ging afrekenen werd uit háár tas een portemonnaie opgediept. Zij leverde af en toe een bijdrage aan het gesprek maar alleen als de hoofdrolspeelster in dit toneelstukje het woord tot haar richtte. En dat gebeurde niet veel want ze had zelf erg veel tekst.
Vaak ging die over dochterlief en haar vriendjes, twee in getal waar ze (de dochter) niet tussen kon kiezen. Dat leverde enerverende maar toch ook wel leuke episodes op, naar het inzicht van de spreekster. Wat ze wel merkwaardig vond is dat die jongens regelmatig huilden. ‘Vinden jullie dat niet raar?’ vroeg ze met een valse lach, helemaal de moeder van een onweerstaanbare hartenbreekster. De anderen mompelden iets dat op instemming zou kunnen lijken.

Na deze voorstelling liepen wij de rest van de dag voornamelijk zwijgend door een aangenaam landschap van bos en heide. Telkens schoten me weer flarden tekst te binnen, die ik aanvankelijk vooral komisch vond. Allengs begon ik te beseffen dat ik een treurspel had aanschouwd. Ons past vooral medelijden. Met tante Ans, die het gelag mocht betalen om op hartelijkheden te worden getrakteerd waar ze overduidelijk niet van gediend was (‘Heb je je invalidenkaart al opgehaald, Tante Ans?’), met de halfdove en warrige Mammie die het knopje op haar telefoon vergeet in te drukken, met Frans die altijd met die vraag zal blijven zitten hoe die telefoon werkt, èn met haar dochter natuurlijk. Maar toch vooral met die twee vriendjes.
Als ik zo’n schoonmoeder in spé had zou ik de hele dag wel kunnen huilen.
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
 
*****************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is nu te koop.
Luister ook naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen. Zie:
 
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2