archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Niet onder invloed van .... Frits Hoorweg

0409BZ Lopen
Schiedam is een sympathieke stad. Er zijn een paar aardige grachten (waardoor zelfs een rondvaart mogelijk is!) met mooi gerestaureerde panden, maar niet overdreven veel. Aan de Nieuwe Waterweg staan de tegenwoordig gebruikelijke chique flats met uitzicht. In de buurt van het station zijn de minder aanzienlijke wijken. Petieterige huisjes staan langs verkeersarme straten en gore flats uit het begin van de 20e eeuw omlijsten de doorgaande wegen, in het midden waarvan de tram een vrije baan heeft. Plompverloren rijst naast een kerk het protserige nieuwe stadhuis op, met zo’n plein dat door de architect bedoeld is voor samenzang en andere vreedzame gemeenschapsactiviteiten, maar dat klaar lijkt te liggen om door vandalen in bezit te worden genomen. Misschien kan het ooit nog eens dienen als plaats voor de schandpalen die daar uiteindelijk het logische gevolg van zijn.

Nee, wat klinkt dat nou toch naar. Terwijl ik zo positief begon. Er is van alles op Schiedam aan te merken, maar het leuke ervan is dat het nog steeds oogt als een stad van werkmannen. Grof gebouwde types die ’s ochtends vroeg met een pakje brood naar de fabriek of naar de kade gaan. En die aan het eind van de middag de werkdag besluiten met het drinken van een jenevertje in het café op de hoek. Dat zal wel een illusie zijn. Want waar zouden die werkmannen nog moeten werken? De fabriekshallen van vroeger zijn vervangen door nieuwe, of ingrijpend gemoderniseerd. Er staan nu blinkende apparaten in, die door middel van buizen of lopende banden met andere apparaten verbonden zijn. De enige overgebleven werknemer kijkt af en toe op een wijzerplaat of op een computerscherm. En toch hangt in de stad nog steeds de sfeer die hoort bij een stad van werkers. Rara, hoe kan dat?

Ik had ’s ochtends de beschrijving in mijn zak gestoken van het Jeneverpad (Rotterdam-Schiedam-Vlaardingen-Maassluis), maar die bleek door een kunstige vormgeving nauwelijks bruikbaar. Dames en heren vormgevers: blijf met uw tengels van wandelboekjes af. De ideale vormgeving daarvan is namelijk al bedacht. Zie de boekjes die uitgegeven worden over LAW’s in Nederland. Indien u met een opdracht zit die niet geweigerd kon worden, bij voorbeeld omdat het gemeentebestuur van Rotterdam nu eenmaal iets leuks voor die maffe wandelaars wilde doen, gebruik het geld dan alleen om kleine verfijningen te bedenken. Ontwerp een nieuwe letter die in de regen niet te snel doorloopt, of nog beter laat de boel drukken op waterafstotend papier; iets dergelijks.

Aan die beschrijving had ik dus niks, maar dat gaf niet. De weg wees zich vanzelf. Ik liep door een plantsoen, met aan weerszijden deftige huizen en bedrijfspanden, in oostelijke richting. Waar het plantsoen ophield ging ik rechtdoor, een vrij smalle straat in. Aan de linkerkant lagen de gebouwen van Nolet, een firma die werd opgericht in 1691 en die nog steeds jonge jenever (Ketel 1) produceert. Ik heb de eigenaar van dat bedrijf ooit nog eens een brief gestuurd waarin ik hem op de mogelijkheid wees om in De Leunstoel te adverteren. Daar heb ik nooit iets op gehoord. Wat jammer is, want ik had gratis en voor niks al een briljante slogan bedacht. Namelijk: ‘De redactie schrijft niet onder invloed van … ‘.
Zelf mag ik graag een oude jenever nuttigen, met name na een inspannende wandeltocht. In het wandelclubje waar ik lang geleden lid van ben geworden was dat een traditie en wie ben ik om daarmee te breken? De jenever dient dan vergezeld te gaan van een pils, een combinatie die bekend staat als ‘kopstoot’. Overigens nog een weetje: oude jenever wijkt alleen qua receptuur en bereidingswijze af van jonge jenever. De slijter die u een zeer oude jenever wil aansmeren dient gewantrouwd te worden.

Aan het eind van het straatje, achter Nolet, staat een van die hoge moutmolens waar Schiedam er nog drie van over heeft. Deze is opgetrokken uit opmerkelijk lichtgekleurde stenen. De viezigheid van eeuwen, die aan de andere moutmolens kleeft, heeft op deze nog geen vat gekregen, want het is een replica die dateert uit 2005. Als ik het goed heb is de oude kort daarvoor afgebrand. Die molen staat aan de rand van de oude stad. Ik ging een brug over en liep vervolgens door een industrieterrein, vol met kleine bedrijfsgebouwen. De aard van de activiteiten liet zich moeilijk aflezen van de voorgevels. Waarschijnlijk hebben vele ervan iets met logistiek te maken, want waarom zouden ze anders in de buurt van het water zitten? Via dit gebied liep ik Schiedam weer uit, in de richting van Delfshaven.

Mijn voeten begonnen zeer te doen. Ik had namelijk nieuwe schoenen aan, als ik het goed heb pas het derde paar van mijn hele wandelcarrière. Het merk Scarpa dat ik als mijn merk was gaan beschouwen, bleek geen schoenen in mijn maat meer te leveren. Althans volgens mededeling van de jongeman die tegenwoordig bij Bever Den Haag de scepter zwaait op de schoenenafdeling. Hij had me danig weten te irriteren door, toen het niet meteen lukte een geschikte schoen voor mij te vinden, te proberen me allerlei kwalen aan te praten. ‘Uw voeten zijn wel een beetje doorgezakt. Hebt u geen zooltje?’ en ‘Heeft u ooit last gehad van hernia?’, in plaats van zijn best te doen om gewoon een passende schoen te zoeken. Afijn, dat is dus wel gelukt, maar nu heb ik een soort dat veel stugger is dan ik gewend was. En daarom had ik een blaartje op mijn wreef. Ik heb er een pleister opgeplakt en het zowaar tot in Rotterdam volgehouden. Die oude jenever had ik deze keer dubbel en dwars verdiend!
 
*************************************


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Niet onder invloed van .... Frits Hoorweg
0409BZ Lopen
Schiedam is een sympathieke stad. Er zijn een paar aardige grachten (waardoor zelfs een rondvaart mogelijk is!) met mooi gerestaureerde panden, maar niet overdreven veel. Aan de Nieuwe Waterweg staan de tegenwoordig gebruikelijke chique flats met uitzicht. In de buurt van het station zijn de minder aanzienlijke wijken. Petieterige huisjes staan langs verkeersarme straten en gore flats uit het begin van de 20e eeuw omlijsten de doorgaande wegen, in het midden waarvan de tram een vrije baan heeft. Plompverloren rijst naast een kerk het protserige nieuwe stadhuis op, met zo’n plein dat door de architect bedoeld is voor samenzang en andere vreedzame gemeenschapsactiviteiten, maar dat klaar lijkt te liggen om door vandalen in bezit te worden genomen. Misschien kan het ooit nog eens dienen als plaats voor de schandpalen die daar uiteindelijk het logische gevolg van zijn.

Nee, wat klinkt dat nou toch naar. Terwijl ik zo positief begon. Er is van alles op Schiedam aan te merken, maar het leuke ervan is dat het nog steeds oogt als een stad van werkmannen. Grof gebouwde types die ’s ochtends vroeg met een pakje brood naar de fabriek of naar de kade gaan. En die aan het eind van de middag de werkdag besluiten met het drinken van een jenevertje in het café op de hoek. Dat zal wel een illusie zijn. Want waar zouden die werkmannen nog moeten werken? De fabriekshallen van vroeger zijn vervangen door nieuwe, of ingrijpend gemoderniseerd. Er staan nu blinkende apparaten in, die door middel van buizen of lopende banden met andere apparaten verbonden zijn. De enige overgebleven werknemer kijkt af en toe op een wijzerplaat of op een computerscherm. En toch hangt in de stad nog steeds de sfeer die hoort bij een stad van werkers. Rara, hoe kan dat?

Ik had ’s ochtends de beschrijving in mijn zak gestoken van het Jeneverpad (Rotterdam-Schiedam-Vlaardingen-Maassluis), maar die bleek door een kunstige vormgeving nauwelijks bruikbaar. Dames en heren vormgevers: blijf met uw tengels van wandelboekjes af. De ideale vormgeving daarvan is namelijk al bedacht. Zie de boekjes die uitgegeven worden over LAW’s in Nederland. Indien u met een opdracht zit die niet geweigerd kon worden, bij voorbeeld omdat het gemeentebestuur van Rotterdam nu eenmaal iets leuks voor die maffe wandelaars wilde doen, gebruik het geld dan alleen om kleine verfijningen te bedenken. Ontwerp een nieuwe letter die in de regen niet te snel doorloopt, of nog beter laat de boel drukken op waterafstotend papier; iets dergelijks.

Aan die beschrijving had ik dus niks, maar dat gaf niet. De weg wees zich vanzelf. Ik liep door een plantsoen, met aan weerszijden deftige huizen en bedrijfspanden, in oostelijke richting. Waar het plantsoen ophield ging ik rechtdoor, een vrij smalle straat in. Aan de linkerkant lagen de gebouwen van Nolet, een firma die werd opgericht in 1691 en die nog steeds jonge jenever (Ketel 1) produceert. Ik heb de eigenaar van dat bedrijf ooit nog eens een brief gestuurd waarin ik hem op de mogelijkheid wees om in De Leunstoel te adverteren. Daar heb ik nooit iets op gehoord. Wat jammer is, want ik had gratis en voor niks al een briljante slogan bedacht. Namelijk: ‘De redactie schrijft niet onder invloed van … ‘.
Zelf mag ik graag een oude jenever nuttigen, met name na een inspannende wandeltocht. In het wandelclubje waar ik lang geleden lid van ben geworden was dat een traditie en wie ben ik om daarmee te breken? De jenever dient dan vergezeld te gaan van een pils, een combinatie die bekend staat als ‘kopstoot’. Overigens nog een weetje: oude jenever wijkt alleen qua receptuur en bereidingswijze af van jonge jenever. De slijter die u een zeer oude jenever wil aansmeren dient gewantrouwd te worden.

Aan het eind van het straatje, achter Nolet, staat een van die hoge moutmolens waar Schiedam er nog drie van over heeft. Deze is opgetrokken uit opmerkelijk lichtgekleurde stenen. De viezigheid van eeuwen, die aan de andere moutmolens kleeft, heeft op deze nog geen vat gekregen, want het is een replica die dateert uit 2005. Als ik het goed heb is de oude kort daarvoor afgebrand. Die molen staat aan de rand van de oude stad. Ik ging een brug over en liep vervolgens door een industrieterrein, vol met kleine bedrijfsgebouwen. De aard van de activiteiten liet zich moeilijk aflezen van de voorgevels. Waarschijnlijk hebben vele ervan iets met logistiek te maken, want waarom zouden ze anders in de buurt van het water zitten? Via dit gebied liep ik Schiedam weer uit, in de richting van Delfshaven.

Mijn voeten begonnen zeer te doen. Ik had namelijk nieuwe schoenen aan, als ik het goed heb pas het derde paar van mijn hele wandelcarrière. Het merk Scarpa dat ik als mijn merk was gaan beschouwen, bleek geen schoenen in mijn maat meer te leveren. Althans volgens mededeling van de jongeman die tegenwoordig bij Bever Den Haag de scepter zwaait op de schoenenafdeling. Hij had me danig weten te irriteren door, toen het niet meteen lukte een geschikte schoen voor mij te vinden, te proberen me allerlei kwalen aan te praten. ‘Uw voeten zijn wel een beetje doorgezakt. Hebt u geen zooltje?’ en ‘Heeft u ooit last gehad van hernia?’, in plaats van zijn best te doen om gewoon een passende schoen te zoeken. Afijn, dat is dus wel gelukt, maar nu heb ik een soort dat veel stugger is dan ik gewend was. En daarom had ik een blaartje op mijn wreef. Ik heb er een pleister opgeplakt en het zowaar tot in Rotterdam volgehouden. Die oude jenever had ik deze keer dubbel en dwars verdiend!
 
*************************************
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2