archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Koken delen printen terug
Project anti-obesitas, kansloos? * Maeve van der Steen

1701BZ GroentePgroenWat gaan we doen tegen het oprukkende verschijnsel van te dikke kinderen? Zag je vroeger af en toe een kind dat een beetje te dik was, tegenwoordig zijn er veel erg dikke kinderen en die krijgen een lastig leven vol strijd tegen nog dikker worden. Een leven waarin de verhouding met eten altijd ingewikkeld en niet ontspannen zal zijn. Wat kunnen we doen om dit probleem in de kiem te smoren? Duidelijk te maken dat overgewicht geen kwestie is van nature, maar nurture en wel nurture in de meest letterlijke zin van voeding?

Natuurlijk kan je de bouw van je ouders erven en de aanleg om dik te worden. Maar wat je vooral erft is de trek in eten en snoepen, en de manier waarop je met verleidingen omgaat. Lastig genoeg want van eetverslaving is, net als van alle andere verslavingen, moeilijk om af te komen.

Er zijn rijen boeken geschreven over het raadselachtige verschijnsel dat de ene mens eerder aankomt dan de andere. Ongetwijfeld zijn er factoren die we nog niet kennen, maar feit blijft dat hoe meer je eet en hoe minder je beweegt, des te dikker je wordt. Matigen is het motto. Maar hoe doe je dat in deze wereld van belachelijke overdaad?
Terwijl ik gisteren een broodje kaas aan het scannen en pinnen was in een AH to go lag er onder mijn neus een pindareep – gezond! Ja hoor, ik heb het suikergehalte maar niet bestudeerd. Het lag daar alsof het de bedoeling was om het zo in je zak te steken, zonder te pinnen zelfs.
Lastig genoeg om op het station iets te vinden onder de 200 calorieën. Een krentenbol. Oh, alleen per twee verkrijgbaar? Ik wil er één! Kan niet, of het wordt een reuzenkrentenbol. In een programma op de BBC lieten ze eens zien hoe groot een muffin was in de jaren zestig: een derde kleiner dan het nu gangbare formaat. De kingsize stroopwafel is intussen ook normaal.

Stel je voor: heb je als verantwoorde ouder jarenlang je best gedaan, komt je inmiddels puberende kind op een station terecht waar je om de drie meter iets te – excusez le mot – vreten kan krijgen. Hoera, tegenwoordig kan je ook een appel of een banaan kopen maar de honderden andere producten zijn te zout, te zoet en vooral te groot.
Zou daar door de overheid nou werkelijk niets aan te doen zijn?
Ophouden met rare kleurtjes en symbooltjes om aan te geven of je ‘goed bezig’ bent? Het belangrijkste is immers dat je niet te veel eet, dus het zou fijn zijn als de termen ‘goed’ en ‘slecht’ eens verdwenen uit de voedselvocabulaire.

Terug naar de kinderen, te beginnen met de kleintjes.
Waarom de meeste kinderen zo’n afkeer van groente hebben, sommigen zelfs een angst hebben voor alles wat groen is, snap ik ook niet. Of je daar als ouder nu zo’n halszaak van moet maken betwijfel ik. Het lijkt me dat een kind heel goed kan overleven zonder ooit broccoli te eten, maar het is wel zaak dat de kleine kennis maakt met nieuwe dingen in het leven, ook met onbekend voedsel. Dus: kinderen leuke dingen voorzetten, zoals Samuel Levie doet in zijn boek: eten met nijntje (ja, zonder hoofdletters).
Samuel is van huis uit worstenmaker, maar de meeste recepten in zijn schattige nijntje-boekje zijn met groenten.
Inmiddels al favoriet bij de kleinkinderen van een bevriende oma is de wortelsaté. Wel echte wortels van een grote bos gebruiken, die waterige dingen uit een plastic zakje smaken nergens naar! Als je toevallig al alles in huis hebt behalve de kokosmelk, gebruik dan gewone melk of water.

Wortelsaté

voor de spiesjes:

12 flinke bospenen
4 el sojasaus
1 teen gehakte knoflook
2 cm verse gember, geraspt

voor de satésaus:

½ sjalot
scheutje zonnebloemolie
½ tl korianderpoeder
½ tl komijnzaad
6 el pindakaas
3 el ketjap
100 ml kokosmelk
eventueel sambal

Zet de oven op 180 graden. Schil de wortels en snijd ze in stukjes van ongeveer 3 cm. Maak een marinade van de sojasaus, gember en knoflook en wrijf de stukjes wortel hiermee in.
Rooster de stukjes wortel 30 minuten in de oven.
Intussen maak je de pindasaus.
Snipper de sjalot en bak zachtjes in de olie. Bak koriander en komijn kort mee en doe nu pindakaas, ketjap en kokosmelk erbij in de pan. Even laten doorkoken en weinig zout en peper en misschien een héél klein beetje sambal toevoegen (de allerkleinsten houden nog niet van heet).

Rijg de stukjes wortel op een prikker. Serveer de pindasaus erbij, om de worteltjes in te dopen. Geef er wat rijst bij.
Papa, mama, opa en oma mogen ook een hapje.

-------
dick bruna – samuel levie
koken met nijntje
verhalen voor de allerkleinsten
recepten voor de hele familie

---
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer over haar op: www.petrabusstra.com

© 2019 Maeve van der Steen meer Maeve van der Steen - meer "Koken" -
Bezigheden > Koken
Project anti-obesitas, kansloos? * Maeve van der Steen
1701BZ GroentePgroenWat gaan we doen tegen het oprukkende verschijnsel van te dikke kinderen? Zag je vroeger af en toe een kind dat een beetje te dik was, tegenwoordig zijn er veel erg dikke kinderen en die krijgen een lastig leven vol strijd tegen nog dikker worden. Een leven waarin de verhouding met eten altijd ingewikkeld en niet ontspannen zal zijn. Wat kunnen we doen om dit probleem in de kiem te smoren? Duidelijk te maken dat overgewicht geen kwestie is van nature, maar nurture en wel nurture in de meest letterlijke zin van voeding?

Natuurlijk kan je de bouw van je ouders erven en de aanleg om dik te worden. Maar wat je vooral erft is de trek in eten en snoepen, en de manier waarop je met verleidingen omgaat. Lastig genoeg want van eetverslaving is, net als van alle andere verslavingen, moeilijk om af te komen.

Er zijn rijen boeken geschreven over het raadselachtige verschijnsel dat de ene mens eerder aankomt dan de andere. Ongetwijfeld zijn er factoren die we nog niet kennen, maar feit blijft dat hoe meer je eet en hoe minder je beweegt, des te dikker je wordt. Matigen is het motto. Maar hoe doe je dat in deze wereld van belachelijke overdaad?
Terwijl ik gisteren een broodje kaas aan het scannen en pinnen was in een AH to go lag er onder mijn neus een pindareep – gezond! Ja hoor, ik heb het suikergehalte maar niet bestudeerd. Het lag daar alsof het de bedoeling was om het zo in je zak te steken, zonder te pinnen zelfs.
Lastig genoeg om op het station iets te vinden onder de 200 calorieën. Een krentenbol. Oh, alleen per twee verkrijgbaar? Ik wil er één! Kan niet, of het wordt een reuzenkrentenbol. In een programma op de BBC lieten ze eens zien hoe groot een muffin was in de jaren zestig: een derde kleiner dan het nu gangbare formaat. De kingsize stroopwafel is intussen ook normaal.

Stel je voor: heb je als verantwoorde ouder jarenlang je best gedaan, komt je inmiddels puberende kind op een station terecht waar je om de drie meter iets te – excusez le mot – vreten kan krijgen. Hoera, tegenwoordig kan je ook een appel of een banaan kopen maar de honderden andere producten zijn te zout, te zoet en vooral te groot.
Zou daar door de overheid nou werkelijk niets aan te doen zijn?
Ophouden met rare kleurtjes en symbooltjes om aan te geven of je ‘goed bezig’ bent? Het belangrijkste is immers dat je niet te veel eet, dus het zou fijn zijn als de termen ‘goed’ en ‘slecht’ eens verdwenen uit de voedselvocabulaire.

Terug naar de kinderen, te beginnen met de kleintjes.
Waarom de meeste kinderen zo’n afkeer van groente hebben, sommigen zelfs een angst hebben voor alles wat groen is, snap ik ook niet. Of je daar als ouder nu zo’n halszaak van moet maken betwijfel ik. Het lijkt me dat een kind heel goed kan overleven zonder ooit broccoli te eten, maar het is wel zaak dat de kleine kennis maakt met nieuwe dingen in het leven, ook met onbekend voedsel. Dus: kinderen leuke dingen voorzetten, zoals Samuel Levie doet in zijn boek: eten met nijntje (ja, zonder hoofdletters).
Samuel is van huis uit worstenmaker, maar de meeste recepten in zijn schattige nijntje-boekje zijn met groenten.
Inmiddels al favoriet bij de kleinkinderen van een bevriende oma is de wortelsaté. Wel echte wortels van een grote bos gebruiken, die waterige dingen uit een plastic zakje smaken nergens naar! Als je toevallig al alles in huis hebt behalve de kokosmelk, gebruik dan gewone melk of water.

Wortelsaté

voor de spiesjes:

12 flinke bospenen
4 el sojasaus
1 teen gehakte knoflook
2 cm verse gember, geraspt

voor de satésaus:

½ sjalot
scheutje zonnebloemolie
½ tl korianderpoeder
½ tl komijnzaad
6 el pindakaas
3 el ketjap
100 ml kokosmelk
eventueel sambal

Zet de oven op 180 graden. Schil de wortels en snijd ze in stukjes van ongeveer 3 cm. Maak een marinade van de sojasaus, gember en knoflook en wrijf de stukjes wortel hiermee in.
Rooster de stukjes wortel 30 minuten in de oven.
Intussen maak je de pindasaus.
Snipper de sjalot en bak zachtjes in de olie. Bak koriander en komijn kort mee en doe nu pindakaas, ketjap en kokosmelk erbij in de pan. Even laten doorkoken en weinig zout en peper en misschien een héél klein beetje sambal toevoegen (de allerkleinsten houden nog niet van heet).

Rijg de stukjes wortel op een prikker. Serveer de pindasaus erbij, om de worteltjes in te dopen. Geef er wat rijst bij.
Papa, mama, opa en oma mogen ook een hapje.

-------
dick bruna – samuel levie
koken met nijntje
verhalen voor de allerkleinsten
recepten voor de hele familie

---
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer over haar op: www.petrabusstra.com
© 2019 Maeve van der Steen
powered by CJ2