archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Vergezichten Theo Capel

0001 BZ Capel
Van het gedicht The Daffodils van William Wordsworth kende ik eigenlijk alleen de eerste strofe over de onafzienbare massa narcissen die langs het meer en onder de bomen meebuigen in een lichte bries. Het gedicht blijkt te eindigen met een bespiegeling van de dichter die in vredige eenzaamheid thuis op de bank dat beeld weer voor zijn ogen ziet.
Zelf verkeer ik in een andere omstandigheid. Ik probeer me soms voor te stellen hoe mijn nieuwe tuin er met een bloemenpracht uit zal komen te zien. Bollen moeten daarbij helpen en vooral narcissen. Van January Gold, ook wel Rijnveld's Early Sensation genaamd, was me verteld – wijsgemaakt kun je ook zeggen – dat die zijn naam eer aan zou doen en als eerste in alle vroegte van het nieuwe jaar zijn kopje boven de grond zou steken. Misschien moet ik het eerste jaar enige coulantie tonen, maar nu het februari is geworden begin ik ongeduldig te worden. De Jack Snipe, een narcisje met witte blaadjes en een geel trompetjes, zie ik inmiddels wel opkomen.

Er moeten meer bollen in de tuin zitten, maar van sommige weet ik niet meer zeker waar ik ze gepoot heb. In mijn oude tuin hadden we in deze tijd grote hoeveelheden sneeuwklokjes in bloei staan. Die moeten nu ook nog boven de grond komen. Geduld hoort bij een nieuwe tuin. Narcissen en sneeuwklokjes zaaien zichzelf uit en over enkele seizoenen kan het Wordsworthgevoel me dan wel overvallen. Voorlopig lijk ik meer op Klein Duimpje die vergeefs op zoek is naar de broodkruimels waarvan hij zeker wist dat hij ze stiekem had uitgestrooid. Een grote vraag is ook of de lange slinger witte hyacinten zal opkomen.

Op zoek naar narcissensoorten kwam ik op het net nog twee corso's tegen die eind maart, begin april plaatsvinden. Dus genieten kan altijd nog, al is het nogal uit de buurt. Aan de Amerikaanse westkust kun je in Tacoma voor het 73e jaar kijken naar de praalwagens van het Daffodil Festival. In de staat Connecticut aan de oostkust doen ze iets dergelijks pas voor de 23e keer. Misschien dat ik over enkele jaren al wel een eenvoudige slinger kan maken van mijn narcissen. Daar kunnen misschien dan ook de bloemen van de Professor Einstein in. Ik heb eigenlijk nooit Einstein in artikelen met die titel zien aanduiden. Meestal heet hij gewoon Einstein of Albert Einstein, maar in de narcissenwereld hebben ze dus een Professor Einstein. Het is een grootkronige narcis met een oranje kroon ofwel trompet en witte bloemblaadjes. Waren dat de lievelingskleuren van Einstein of de kleuren van de oerstof van het heelal? Het antwoord komt niet met de snelheid van het licht op me af. En eigenlijk moet ik zeggen dat een geheel gele narcis me het meest aanspreekt, gevolgd door de pauselijke kleuren, de geel-wit combinatie.

Het voorjaar komt er ontegenzeggelijk aan. De dagen worden weer lichter en bollen zijn de voorbodes. Zo dacht ik dat het hoorde in de tuin. In de winter moet die kaal zijn. Je moet eerbied hebben voor de seizoenen. Tot ik in een van mijn eigen oude tuinstukjes las dat ik gecharmeerd raakte van de bloeiende prunus subhirtella autumnalis. Die bomen stonden in een nieuw plantsoen op het Amsterdamse Java-eiland, waar voormalige scheepskaaien in woonwijken zijn omgetoverd. Toen ik er onlangs weer eens ging kijken vond ik ze veel minder. De bloesems waren priegelig en onooglijk en de toverhazelaar die er ook staat werd ontsierd door grote, bruin verdorde bladeren die nog aan de struik hingen.

Toevallig las ik in een tuinrubriek een soortgelijke klacht van een lezeres over de toverhazelaar. Mocht ze het blad verwijderen en waarom hing het eigenlijk nog aan de struik? Het antwoord was dat de winter niet streng genoeg was. Normaal gesproken zou invallende kou leiden tot snelle bladafval, maar vanwege de moderne kwakkelwinters blijft er kracht in de bladeren zitten. Gewoon met de hand verwijderen en genieten van de rafelige, draderige gele bloemen was het advies. Ik kan het enthousiasme over de toverhazelaar niet delen. De struik is grof, het blad te groot en niet sierlijk en ach die winterbloei moet dat nu echt?

Waarom volgen we niet het woord van de dichter en hangen we in dit jaargetij gewoon op de bank bij de centrale verwarming in de hoop dat zich een mentaal vergezicht vol prachtige sensaties aan ons voordoet. Eventueel kan bladeren in een tuinboek of catalogus ook. Laat de eerste kleur in de tuin over aan de bollen.

© 2006 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Vergezichten Theo Capel
0001 BZ Capel
Van het gedicht The Daffodils van William Wordsworth kende ik eigenlijk alleen de eerste strofe over de onafzienbare massa narcissen die langs het meer en onder de bomen meebuigen in een lichte bries. Het gedicht blijkt te eindigen met een bespiegeling van de dichter die in vredige eenzaamheid thuis op de bank dat beeld weer voor zijn ogen ziet.
Zelf verkeer ik in een andere omstandigheid. Ik probeer me soms voor te stellen hoe mijn nieuwe tuin er met een bloemenpracht uit zal komen te zien. Bollen moeten daarbij helpen en vooral narcissen. Van January Gold, ook wel Rijnveld's Early Sensation genaamd, was me verteld – wijsgemaakt kun je ook zeggen – dat die zijn naam eer aan zou doen en als eerste in alle vroegte van het nieuwe jaar zijn kopje boven de grond zou steken. Misschien moet ik het eerste jaar enige coulantie tonen, maar nu het februari is geworden begin ik ongeduldig te worden. De Jack Snipe, een narcisje met witte blaadjes en een geel trompetjes, zie ik inmiddels wel opkomen.

Er moeten meer bollen in de tuin zitten, maar van sommige weet ik niet meer zeker waar ik ze gepoot heb. In mijn oude tuin hadden we in deze tijd grote hoeveelheden sneeuwklokjes in bloei staan. Die moeten nu ook nog boven de grond komen. Geduld hoort bij een nieuwe tuin. Narcissen en sneeuwklokjes zaaien zichzelf uit en over enkele seizoenen kan het Wordsworthgevoel me dan wel overvallen. Voorlopig lijk ik meer op Klein Duimpje die vergeefs op zoek is naar de broodkruimels waarvan hij zeker wist dat hij ze stiekem had uitgestrooid. Een grote vraag is ook of de lange slinger witte hyacinten zal opkomen.

Op zoek naar narcissensoorten kwam ik op het net nog twee corso's tegen die eind maart, begin april plaatsvinden. Dus genieten kan altijd nog, al is het nogal uit de buurt. Aan de Amerikaanse westkust kun je in Tacoma voor het 73e jaar kijken naar de praalwagens van het Daffodil Festival. In de staat Connecticut aan de oostkust doen ze iets dergelijks pas voor de 23e keer. Misschien dat ik over enkele jaren al wel een eenvoudige slinger kan maken van mijn narcissen. Daar kunnen misschien dan ook de bloemen van de Professor Einstein in. Ik heb eigenlijk nooit Einstein in artikelen met die titel zien aanduiden. Meestal heet hij gewoon Einstein of Albert Einstein, maar in de narcissenwereld hebben ze dus een Professor Einstein. Het is een grootkronige narcis met een oranje kroon ofwel trompet en witte bloemblaadjes. Waren dat de lievelingskleuren van Einstein of de kleuren van de oerstof van het heelal? Het antwoord komt niet met de snelheid van het licht op me af. En eigenlijk moet ik zeggen dat een geheel gele narcis me het meest aanspreekt, gevolgd door de pauselijke kleuren, de geel-wit combinatie.

Het voorjaar komt er ontegenzeggelijk aan. De dagen worden weer lichter en bollen zijn de voorbodes. Zo dacht ik dat het hoorde in de tuin. In de winter moet die kaal zijn. Je moet eerbied hebben voor de seizoenen. Tot ik in een van mijn eigen oude tuinstukjes las dat ik gecharmeerd raakte van de bloeiende prunus subhirtella autumnalis. Die bomen stonden in een nieuw plantsoen op het Amsterdamse Java-eiland, waar voormalige scheepskaaien in woonwijken zijn omgetoverd. Toen ik er onlangs weer eens ging kijken vond ik ze veel minder. De bloesems waren priegelig en onooglijk en de toverhazelaar die er ook staat werd ontsierd door grote, bruin verdorde bladeren die nog aan de struik hingen.

Toevallig las ik in een tuinrubriek een soortgelijke klacht van een lezeres over de toverhazelaar. Mocht ze het blad verwijderen en waarom hing het eigenlijk nog aan de struik? Het antwoord was dat de winter niet streng genoeg was. Normaal gesproken zou invallende kou leiden tot snelle bladafval, maar vanwege de moderne kwakkelwinters blijft er kracht in de bladeren zitten. Gewoon met de hand verwijderen en genieten van de rafelige, draderige gele bloemen was het advies. Ik kan het enthousiasme over de toverhazelaar niet delen. De struik is grof, het blad te groot en niet sierlijk en ach die winterbloei moet dat nu echt?

Waarom volgen we niet het woord van de dichter en hangen we in dit jaargetij gewoon op de bank bij de centrale verwarming in de hoop dat zich een mentaal vergezicht vol prachtige sensaties aan ons voordoet. Eventueel kan bladeren in een tuinboek of catalogus ook. Laat de eerste kleur in de tuin over aan de bollen.
© 2006 Theo Capel
powered by CJ2