archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Mogen felle kleuren in de tuin? Theo Capel

0115 Mogen felle kleuren?In mijn ligstoel staar ik wat voor me uit de tuin in. Het is een heerlijke zonnige dag met een licht briesje. De gouden regen begint zijn pracht te verliezen en de helgele bloemblaadjes dwarrelen als lovertjes op me neer. Verderop in het blok hoor ik uit een andere tuin kinderstemmen en boven me bromt een sportvliegtuigje. Hoopvol kijk ik of het met rook in grote letters iets aan het volk wil overbrengen, maar vermoedelijk is dat op grond van Europese regelgeving niet langer toegestaan. Het vliegt gewoon over en laat dan de tuingeluiden over aan de vogels. Ik kom maar eens uit mijn stoel, want in de tuin is het werk nooit gedaan.

Op de Luilakmarkt heb ik een partijtje duizendschoon gekocht. Langs de singel staan dan aan beide zijden tientallen kramen met planten. De verkoop begint vrijdags in de vooravond en gaat de hele nacht door tot het ochtendgloren van de zaterdag voor Pinksteren. Luilak vieren betekent eigenlijk voor dag en dauw je bed uitkomen om met veel lawaai en belletjetrek te bereiken dat anderen ook niet meer kunnen slapen. Dat volksvermaak is aan het uitsterven, maar de Luilakmarkt voor plantjes bestaat nog steeds en een eindeloze pantoffelparade schuifelt langs de kraampjes. Het afgelopen jaar zag ik hele volksstammen met kolossale kamerplanten vertrekken, maar dit jaar is het voornamelijk laag spul en dan nog alleen een- en tweejarigen. Petunia, vlijtig liesje en natuurlijk geranium staan overal op je wachten. Eigenlijk schijn je de overbekende geranium als pelargonium te moeten aanspreken, maar een knappe jongen die de mens zo ver krijgt.

Duizendschoon was er dus ook, maar slechts in kleine hoeveelheden. Dianthus barbatus is de officièle naam die aangeeft dat het een anjerachtige plant is. Elke plant heeft wel tientallen bloemetjes, meestal tweekleurig en in diverse tinten die varièren van rood tot paars. Soms hebben de gekartelde bloemetjes ter grootte van een duimnagel een wit randje of zijn ze bijna helemaal wit. De laagblijvende plant licht je tuin op en ik zet hem graag neer ter afscheiding van mijn gazonnetje tegen de achtergrond van de donkergroene maagdenpalm en de struiken die daar staan.

Meestal is potplantjes plaatsen een werkje van niks. Kuiltje maken met je schepje, grond wat loswoelen met je tuinvorkje, plastic potje lostikken van de plantkluit, plaatsen, aarde aanduwen en klaar. En natuurlijk vooraf of achteraf water geven. Als je je knieèn wilt sparen, kun je het zelfs gehurkt doen. Maar nu moet ik eerst de maagdenpalm terugdringen die bijna even opdringerig als klimop elk stukje grond veroverd door overal te wortelen en weer uit te groeien. Het lievevrouwebedstro dat verderop de aarde probeert te bedekken, dreigt volledig overvleugeld te worden op die manier en voor de duizendschoon kan alleen hardhandig plaats worden gemaakt.

Vanaf mijn terras bekijk ik vanuit mijn stoel het resultaat. Veelkleurigheid in de tuin is meestal een bewijs van slechte smaak, maar de duizendschoon bevalt me wel. Ik vraag me af of ik exemplaren van de Beauty-serie heb gekocht. Het is verbazingwekkend dat er steeds maar weer nieuwe - bijna gelijkluidende - namen voor weer een nieuwe varièteit kunnen worden bedacht en dat je die voor jezelf kunt claimen. Kwekersrecht schijnt dat te heten en het is geregeld in de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Nederland zou het eerste land ter wereld zijn dat een intellectueel eigendomsrecht op planten heeft ingesteld. Voor elke soort is er een gewascommissie. Voor de duizendschoon bestaat die uit één persoon uit Bovenkarspel. Het lijkt me een zware last.

Van wie zou het eigendomsrecht zijn op het kaboutermutsje? Het is een voor mij nieuw perkplantje dat ik ook op de Luilakmarkt zag staan en dat qua uiterlijk zijn naam eer aandeed. Het heeft een soort gelaagd puntmutsje van buisvormige bloemetjes en lijkt een mini-variant van de vuurpijl (kniphofia). Tuinboeken waarschuwen voor het opdringerige karakter van die plant in zijn felle kleuren rood en geel. Als je toch iets zoekt dat snel pijn aan de ogen doet, is de pluimhanekam (celosia) die ik ook zag staan, misschien een nog betere oplossing. 'Fresh look red' kreeg van de kwekersorganisatie Fleurselect een gouden medaille. De kleuraanduiding en de plantbenaming zegt alles al. Als je die tussen of naast de vuurpijl plaatst, is het net alsof een vandaal met een spuitbus verf door je tuin is getrokken. Ik wacht er dan ook nog maar even mee. Tot mijn genoegen zag ik dat ook een coreopsissoort een medaille had gekregen. Dat is meer een plant naar mijn hart, een kleine gele margrietachtige bloem met de vriendelijk inheemse benaming 'meisjesogen'. Van echte meisjes met gele ogen zou ik heel ver willen blijven. Meisjes met rode lippen hebben meer mijn voorkeur. Misschien moet ik proberen om meisjesogen in de border te mengen met vuurpijlen of misschien pluimhanekammen. Een soort punk-border zou dat worden, waarop wie weet wel intellectueel eigendomsrecht is te claimen.

© 2004 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Mogen felle kleuren in de tuin? Theo Capel
0115 Mogen felle kleuren?In mijn ligstoel staar ik wat voor me uit de tuin in. Het is een heerlijke zonnige dag met een licht briesje. De gouden regen begint zijn pracht te verliezen en de helgele bloemblaadjes dwarrelen als lovertjes op me neer. Verderop in het blok hoor ik uit een andere tuin kinderstemmen en boven me bromt een sportvliegtuigje. Hoopvol kijk ik of het met rook in grote letters iets aan het volk wil overbrengen, maar vermoedelijk is dat op grond van Europese regelgeving niet langer toegestaan. Het vliegt gewoon over en laat dan de tuingeluiden over aan de vogels. Ik kom maar eens uit mijn stoel, want in de tuin is het werk nooit gedaan.

Op de Luilakmarkt heb ik een partijtje duizendschoon gekocht. Langs de singel staan dan aan beide zijden tientallen kramen met planten. De verkoop begint vrijdags in de vooravond en gaat de hele nacht door tot het ochtendgloren van de zaterdag voor Pinksteren. Luilak vieren betekent eigenlijk voor dag en dauw je bed uitkomen om met veel lawaai en belletjetrek te bereiken dat anderen ook niet meer kunnen slapen. Dat volksvermaak is aan het uitsterven, maar de Luilakmarkt voor plantjes bestaat nog steeds en een eindeloze pantoffelparade schuifelt langs de kraampjes. Het afgelopen jaar zag ik hele volksstammen met kolossale kamerplanten vertrekken, maar dit jaar is het voornamelijk laag spul en dan nog alleen een- en tweejarigen. Petunia, vlijtig liesje en natuurlijk geranium staan overal op je wachten. Eigenlijk schijn je de overbekende geranium als pelargonium te moeten aanspreken, maar een knappe jongen die de mens zo ver krijgt.

Duizendschoon was er dus ook, maar slechts in kleine hoeveelheden. Dianthus barbatus is de officièle naam die aangeeft dat het een anjerachtige plant is. Elke plant heeft wel tientallen bloemetjes, meestal tweekleurig en in diverse tinten die varièren van rood tot paars. Soms hebben de gekartelde bloemetjes ter grootte van een duimnagel een wit randje of zijn ze bijna helemaal wit. De laagblijvende plant licht je tuin op en ik zet hem graag neer ter afscheiding van mijn gazonnetje tegen de achtergrond van de donkergroene maagdenpalm en de struiken die daar staan.

Meestal is potplantjes plaatsen een werkje van niks. Kuiltje maken met je schepje, grond wat loswoelen met je tuinvorkje, plastic potje lostikken van de plantkluit, plaatsen, aarde aanduwen en klaar. En natuurlijk vooraf of achteraf water geven. Als je je knieèn wilt sparen, kun je het zelfs gehurkt doen. Maar nu moet ik eerst de maagdenpalm terugdringen die bijna even opdringerig als klimop elk stukje grond veroverd door overal te wortelen en weer uit te groeien. Het lievevrouwebedstro dat verderop de aarde probeert te bedekken, dreigt volledig overvleugeld te worden op die manier en voor de duizendschoon kan alleen hardhandig plaats worden gemaakt.

Vanaf mijn terras bekijk ik vanuit mijn stoel het resultaat. Veelkleurigheid in de tuin is meestal een bewijs van slechte smaak, maar de duizendschoon bevalt me wel. Ik vraag me af of ik exemplaren van de Beauty-serie heb gekocht. Het is verbazingwekkend dat er steeds maar weer nieuwe - bijna gelijkluidende - namen voor weer een nieuwe varièteit kunnen worden bedacht en dat je die voor jezelf kunt claimen. Kwekersrecht schijnt dat te heten en het is geregeld in de Zaaizaad- en Plantgoedwet. Nederland zou het eerste land ter wereld zijn dat een intellectueel eigendomsrecht op planten heeft ingesteld. Voor elke soort is er een gewascommissie. Voor de duizendschoon bestaat die uit één persoon uit Bovenkarspel. Het lijkt me een zware last.

Van wie zou het eigendomsrecht zijn op het kaboutermutsje? Het is een voor mij nieuw perkplantje dat ik ook op de Luilakmarkt zag staan en dat qua uiterlijk zijn naam eer aandeed. Het heeft een soort gelaagd puntmutsje van buisvormige bloemetjes en lijkt een mini-variant van de vuurpijl (kniphofia). Tuinboeken waarschuwen voor het opdringerige karakter van die plant in zijn felle kleuren rood en geel. Als je toch iets zoekt dat snel pijn aan de ogen doet, is de pluimhanekam (celosia) die ik ook zag staan, misschien een nog betere oplossing. 'Fresh look red' kreeg van de kwekersorganisatie Fleurselect een gouden medaille. De kleuraanduiding en de plantbenaming zegt alles al. Als je die tussen of naast de vuurpijl plaatst, is het net alsof een vandaal met een spuitbus verf door je tuin is getrokken. Ik wacht er dan ook nog maar even mee. Tot mijn genoegen zag ik dat ook een coreopsissoort een medaille had gekregen. Dat is meer een plant naar mijn hart, een kleine gele margrietachtige bloem met de vriendelijk inheemse benaming 'meisjesogen'. Van echte meisjes met gele ogen zou ik heel ver willen blijven. Meisjes met rode lippen hebben meer mijn voorkeur. Misschien moet ik proberen om meisjesogen in de border te mengen met vuurpijlen of misschien pluimhanekammen. Een soort punk-border zou dat worden, waarop wie weet wel intellectueel eigendomsrecht is te claimen.
© 2004 Theo Capel
powered by CJ2