archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Overal eikels Theo Capel

0602BZ Eikels
'Dat verbaast me niets,' zei een medetuinder. 'Ik kom de hele dag eikels tegen.'
Ik liet hem de zoveelste eikel zien die bij het wieden tevoorschijn was gekomen, terwijl er geen eikenboom in de buurt te zien is. Het duurde even voordat ik begreep dat hij het overdrachtelijk bedoelde.
Aan de rand van ons terrein staan alleen populieren en zwarte elzen. De eikels moeten van ver komen. De wind voert ze niet aan, want ze zitten vlak onder de grond in de aarde. Het verhaal gaat dat Vlaamse gaaien ze ergens oppikken en dan in een willekeurige tuin verstoppen. Nu gaat ook het verhaal dat ooievaars met baby's in hun snavel rondvliegen om die in een willekeurig huishouden te droppen. Daar schijnt niets van te kloppen en in mijn tuin zie ik zelden een Vlaamse gaai. Verwilderde halsbandparkieten zijn er in overvloed, maar die zouden alles meteen opvreten en kunnen de daders dus niet zijn.

De eikels kunnen echter niet anders dan door vogels zijn begraven. Ze zullen wel als wintervoorraad dienen, maar met vogelhersentjes die nog kleiner van formaat zijn dan een eikel, is het moeilijk te onthouden waar de vindplaats ook weer is. Het wachten is op de vlijtige volkstuinder om ze op te graven. Veel eikels zijn dan al ontkiemd en omdat je niet overal tegelijk kan zijn, heb ik ook al talrijke eikenbomen in wording uit de grond getrokken. Datzelfde geldt overigens ook, en nog veel meer, voor zaailingen van de zwarte els. Als je niets zou doen, is er van een volkstuin in één generatie een nieuw oerbos te maken. Maar niksen is geen optie voor de toegewijde tuinier.

Terwijl het najaar eigenlijk een ideaal seizoen is om langzaam aan te doen, vraagt de tuin juist om aandacht. In plaats van door een bos te slenteren en ritselend en ruisend het afgevallen blad weg te schoppen, kun je beter je tijd gebruiken om te wieden en verplanten. Zolang er nog geen nachtvorst is, kun je gemakkelijk met schoffel en spitvork de grond bewerken. En het is een goed moment om nieuwe planten en heesters te plaatsen of oude een nieuw plekje te geven. Mijn eerste aandacht hadden echter de bollen. De eikels moeten uit de grond, maar de bollen er in.

Met de voorbereiding van het bollenplanten hield ik me bezig op een ochtend met een motregen die de dreiging van meer in zich had. Doorwerken was de boodschap, alsof dat al niet sowieso het motto is. Er moest een strook vrij worden gemaakt om mijn oude plan te kunnen uitvoeren om nu eens succesvol een driekleurige baan van bollen te planten. Ik had speciaal bij de supermarkt een pak satéstokjes gekocht om de baan te kunnen markeren. Bij een vorige gelegenheid was ik namelijk kwijtgeraakt waar de witte hyacinten ook weer waren gepoot. Het wachten was toen op het moment dat ze opkwamen en toen was het uiteraard te laat voor de andere bollen. 'Een leermoment' schijnt dat te heten.

Ik was maar weer eens op mijn knieën gegaan om met een handvorkje te wieden. Zo zit je bijna met je neus op de aarde en voorkom je dat je dingen wegspit of wegschoffelt die je er ooit zelf in hebt gezet. Het loof van astertjes (dianthus) lijkt soms erg veel op straatgras en overblijvende viooltjes zijn ook gauw een slachtoffer van wieden.
Bij het vrijmaken van de heerbaan stuitte ik zo ook op de donkerrode sedum die ik nog niet zo lang geleden had geplant, maar die nu was uitgebloeid en praktisch onzichtbaar was geworden. Je moet ook niet opkijken van planten die zijn komen aanwaaien of zichzelf hebben uitgezaaid. Zo dacht ik dat het nagelkruid zijn eigen weg was gegaan, zoals ik eerder phlox daar had aangetroffen waar ik het nooit had geplaatst. Het nagelkruid bleek echter de bijna vergeten tellima te zijn, waarvoor geen inheemse naam beschikbaar is. Het is een groenblijvende plant met gelobde, hartvormige bladeren waaraan in het voorjaar lange stelen ontspruiten met kleine onooglijke, groengele bloemetjes. De plant woekert graag en is zo een goede bodembedekker. Dat kan ik gebruiken in mijn tuin.

Op je knieën wieden met een handvorkje heeft ook als voordeel dat je als een groot konijn tussen de planten zit en zo de regen in eerste instantie minder vat op je heeft. En wie is er eigenlijk bang voor een beetje motregen? Maar ook als het miezert, word je uiteindelijk toch nat. Het werd tijd voor een kopje thee.
Het water kwam wel uit de lucht, maar niet uit de kraan. Elk najaar wordt de waterleiding op het complex afgesloten in verband met bevriezingsgevaar, maar dat zou nu toch wel extra vroeg zijn. Er bleek een andere oorzaak. Onze tuinen liggen temidden van sportvelden, waarop de gemeente een prachtwijk heeft ingetekend. De voorbereidingen om woningen te plaatsen zijn in gang gezet en een van de eerste activiteiten was het stuktrekken van de waterleiding, uiteraard buiten de planning om.

Waar geen water is, moet je je anderszins zien te redden. Zo zat ik veel te vroeg op de dag aan het bier, een beetje zoals Franse arbeiders zich voor de werkdag sterken met een ‘vin rouge’ in de buurtkroeg. Het beviel eigenlijk wel. Het zou nog mooier zijn geweest als vogels pinda’s in mijn tuin hadden begraven in plaats van eikels.

© 2008 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Overal eikels Theo Capel
0602BZ Eikels
'Dat verbaast me niets,' zei een medetuinder. 'Ik kom de hele dag eikels tegen.'
Ik liet hem de zoveelste eikel zien die bij het wieden tevoorschijn was gekomen, terwijl er geen eikenboom in de buurt te zien is. Het duurde even voordat ik begreep dat hij het overdrachtelijk bedoelde.
Aan de rand van ons terrein staan alleen populieren en zwarte elzen. De eikels moeten van ver komen. De wind voert ze niet aan, want ze zitten vlak onder de grond in de aarde. Het verhaal gaat dat Vlaamse gaaien ze ergens oppikken en dan in een willekeurige tuin verstoppen. Nu gaat ook het verhaal dat ooievaars met baby's in hun snavel rondvliegen om die in een willekeurig huishouden te droppen. Daar schijnt niets van te kloppen en in mijn tuin zie ik zelden een Vlaamse gaai. Verwilderde halsbandparkieten zijn er in overvloed, maar die zouden alles meteen opvreten en kunnen de daders dus niet zijn.

De eikels kunnen echter niet anders dan door vogels zijn begraven. Ze zullen wel als wintervoorraad dienen, maar met vogelhersentjes die nog kleiner van formaat zijn dan een eikel, is het moeilijk te onthouden waar de vindplaats ook weer is. Het wachten is op de vlijtige volkstuinder om ze op te graven. Veel eikels zijn dan al ontkiemd en omdat je niet overal tegelijk kan zijn, heb ik ook al talrijke eikenbomen in wording uit de grond getrokken. Datzelfde geldt overigens ook, en nog veel meer, voor zaailingen van de zwarte els. Als je niets zou doen, is er van een volkstuin in één generatie een nieuw oerbos te maken. Maar niksen is geen optie voor de toegewijde tuinier.

Terwijl het najaar eigenlijk een ideaal seizoen is om langzaam aan te doen, vraagt de tuin juist om aandacht. In plaats van door een bos te slenteren en ritselend en ruisend het afgevallen blad weg te schoppen, kun je beter je tijd gebruiken om te wieden en verplanten. Zolang er nog geen nachtvorst is, kun je gemakkelijk met schoffel en spitvork de grond bewerken. En het is een goed moment om nieuwe planten en heesters te plaatsen of oude een nieuw plekje te geven. Mijn eerste aandacht hadden echter de bollen. De eikels moeten uit de grond, maar de bollen er in.

Met de voorbereiding van het bollenplanten hield ik me bezig op een ochtend met een motregen die de dreiging van meer in zich had. Doorwerken was de boodschap, alsof dat al niet sowieso het motto is. Er moest een strook vrij worden gemaakt om mijn oude plan te kunnen uitvoeren om nu eens succesvol een driekleurige baan van bollen te planten. Ik had speciaal bij de supermarkt een pak satéstokjes gekocht om de baan te kunnen markeren. Bij een vorige gelegenheid was ik namelijk kwijtgeraakt waar de witte hyacinten ook weer waren gepoot. Het wachten was toen op het moment dat ze opkwamen en toen was het uiteraard te laat voor de andere bollen. 'Een leermoment' schijnt dat te heten.

Ik was maar weer eens op mijn knieën gegaan om met een handvorkje te wieden. Zo zit je bijna met je neus op de aarde en voorkom je dat je dingen wegspit of wegschoffelt die je er ooit zelf in hebt gezet. Het loof van astertjes (dianthus) lijkt soms erg veel op straatgras en overblijvende viooltjes zijn ook gauw een slachtoffer van wieden.
Bij het vrijmaken van de heerbaan stuitte ik zo ook op de donkerrode sedum die ik nog niet zo lang geleden had geplant, maar die nu was uitgebloeid en praktisch onzichtbaar was geworden. Je moet ook niet opkijken van planten die zijn komen aanwaaien of zichzelf hebben uitgezaaid. Zo dacht ik dat het nagelkruid zijn eigen weg was gegaan, zoals ik eerder phlox daar had aangetroffen waar ik het nooit had geplaatst. Het nagelkruid bleek echter de bijna vergeten tellima te zijn, waarvoor geen inheemse naam beschikbaar is. Het is een groenblijvende plant met gelobde, hartvormige bladeren waaraan in het voorjaar lange stelen ontspruiten met kleine onooglijke, groengele bloemetjes. De plant woekert graag en is zo een goede bodembedekker. Dat kan ik gebruiken in mijn tuin.

Op je knieën wieden met een handvorkje heeft ook als voordeel dat je als een groot konijn tussen de planten zit en zo de regen in eerste instantie minder vat op je heeft. En wie is er eigenlijk bang voor een beetje motregen? Maar ook als het miezert, word je uiteindelijk toch nat. Het werd tijd voor een kopje thee.
Het water kwam wel uit de lucht, maar niet uit de kraan. Elk najaar wordt de waterleiding op het complex afgesloten in verband met bevriezingsgevaar, maar dat zou nu toch wel extra vroeg zijn. Er bleek een andere oorzaak. Onze tuinen liggen temidden van sportvelden, waarop de gemeente een prachtwijk heeft ingetekend. De voorbereidingen om woningen te plaatsen zijn in gang gezet en een van de eerste activiteiten was het stuktrekken van de waterleiding, uiteraard buiten de planning om.

Waar geen water is, moet je je anderszins zien te redden. Zo zat ik veel te vroeg op de dag aan het bier, een beetje zoals Franse arbeiders zich voor de werkdag sterken met een ‘vin rouge’ in de buurtkroeg. Het beviel eigenlijk wel. Het zou nog mooier zijn geweest als vogels pinda’s in mijn tuin hadden begraven in plaats van eikels.
© 2008 Theo Capel
powered by CJ2