archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
In zijn blote kont Theo Capel

0001 BZ Capel
De tijd van het jaar brengt het typische Sinterklaasweer met zich: vroeg invallend donker, koude regen en een gure wind. Geen wonder dat in het kinderlied wordt getwijfeld ‘zal de goede Sint wel komen?’. Als ik zijn leeftijd had, bleef ik thuis bij de kachel. Maar de tuinder laat zich door akelig herfstweer niet weerhouden, alhoewel de grond al behoorlijk koud aan het worden is. Bij het wieden met een handvorkje voel je die kou langzaam maar zeker in je knieën trekken. Zo lang de vorst niet in de grond komt moet er natuurlijk wel gewerkt worden, maar is het verstandiger om rechtop te blijven staan en de schoffel en de gewone spitvork te gebruiken. Beter en gerieflijker is eigenlijk om gewoon in je huisje een beetje rond te hangen en te bedenken waarom er geen ventilatorkacheltje staat, terwijl er gewoon elektra is. Een tuinder moet evenwel over enige Spartaansheid beschikken.

Ons volkstuincomplex ligt in de Watergraafsmeer, een grote Amsterdamse stadswijk die weer in allerlei buurten en buurtjes uiteenvalt. Op weg naar de tuin kom ik door het deel dat Jeruzalem heet en uit naoorlogse duplexwoningen bestaat. Verderop zijn enkele straten met grotere en comfortabele flatwoningen. Die waren indertijd van een verzekeringsmaatschappij die de woningen ook aan het personeel verhuurde. Op de website www.geheugenvanoost.nl vertellen de kinderen van de eerste bewoners vol jeugdsentiment hoe goed ze het in hun buurtje naar hun zin hadden. En terloops wordt in een van de reacties genoemd dat Sinterklaas er ook woonde.

Mij hadden ze altijd verteld dat hij uit Spanje kwam. Later begreep ik dat hij eigenlijk uit Klein-Azië afkomstig was, een land dat we nu Turkije noemen. Als ik de Sint was, zou ik dat in onze tijd in ieder geval verzwijgen en iedereen in de waan laten dat ik een Spanjool was en geen Turk. Maar dat de Sint in een wijkje van kantoorbedienden in het oosten van Amsterdam woonde, was nieuws.
Het bleek de inmiddels overleden architect Gerard de Klerk te zijn geweest, die graag op de plaats van een gesloopte kerk een fors hotel ontwierp. In de vorige eeuw maakte hij een kwart eeuw lang jaarlijks, als verpersoonlijking van de Sint, op een schimmel zijn intocht in Amsterdam. Van dezelfde website kun je leren dat hij de latere politicus Hans van Mierlo wel eens in zijn grote boek had kunnen noteren wegens misdragingen. Die woonde op kamers een0504BZ Broccoli straat verderop en zou volgens zeggen: ‘ … in zijn studententijd nog zo'n twee jaar op 26- 2 heeft gewoond. Hij beschikte niet over gordijnen en schepte er genoegen in om in zijn blote kont veelvuldig door de kamer te paraderen’. Het brengt met zich dat ik onderweg op de fiets naar de tuin wel eens een kleine omweg maak, maar noch de Sint nog naakte politici vertonen zich vandaag de dag daar nog.

Als vroeg Sinterklaaspresentje heb ik mezelf het Handboek tot het aanleggen, beplanten, onderhouden, enz. van Tuinen in de schoen gereden. Het is de fotografische herdruk uit 1975 van een uitgave uit 1872. De auteur J.C. Krook was mede-directeur van de Koninklijke Nederlandse Tuinbouwmaatschappij ‘Linnaeus’ en had ons naar zijn zeggen veel te vertellen. Het tweedehands boek stond in de vensterbank van een woonhuis te koop tussen andere tuinboeken. De bewoner vertelde dat hij ging verhuizen en zijn boekenkast deels aan het uitruimen was. Wekelijks maakte hij een kleine thematische verkoopuitstalling voor zijn raam. Dat werkte dus.

De auteur hield van een plechtstatig, bloemrijk taalgebruik. ‘Wij wenschen een onbedrieglijke gids ter hand te stellen aan ieder, die zijn beschikbaar terrein op de meest doeltreffende wijze met liefelijke kinderen der natuur wil tooien,’ schrijft hij. Welke tuinder wil dat niet? Hoofdstuk 1 heet ‘Het leven der plant’ en daarin krijg je meteen een lesje ‘afleggen, enten, greffen en oculeeren’, niet het simpelste werk. Ook leer je hoe je een ellips en een ovaal kunt maken en krijg je mestadviezen. In de nogal zure grond van mijn tuin zou het goed zijn om ‘kalkpuin, wollen lompen en paardenmest’ door de grond te spitten. Nu de voddenman is uitgestorven en er in nog maar weinig gezinnen een voddenzak aanwezig zal zijn, wordt dat allemaal ingewikkeld. Maar misschien is de goede raad wel naar de moderne tijd te vertalen, of zal ik toch maar aan Sinterklaas ook een modern tuinboek vragen? Ik doe het licht aan in mijn tuinhuisje om verder te kunnen lezen en bedenk opeens dat we nog een bloemetjesgordijn zouden kopen. Je weet maar nooit wie er vanuit het duister naar binnen loert. En wat er dan over je wordt opgeschreven.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl


© 2007 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
In zijn blote kont Theo Capel
0001 BZ Capel
De tijd van het jaar brengt het typische Sinterklaasweer met zich: vroeg invallend donker, koude regen en een gure wind. Geen wonder dat in het kinderlied wordt getwijfeld ‘zal de goede Sint wel komen?’. Als ik zijn leeftijd had, bleef ik thuis bij de kachel. Maar de tuinder laat zich door akelig herfstweer niet weerhouden, alhoewel de grond al behoorlijk koud aan het worden is. Bij het wieden met een handvorkje voel je die kou langzaam maar zeker in je knieën trekken. Zo lang de vorst niet in de grond komt moet er natuurlijk wel gewerkt worden, maar is het verstandiger om rechtop te blijven staan en de schoffel en de gewone spitvork te gebruiken. Beter en gerieflijker is eigenlijk om gewoon in je huisje een beetje rond te hangen en te bedenken waarom er geen ventilatorkacheltje staat, terwijl er gewoon elektra is. Een tuinder moet evenwel over enige Spartaansheid beschikken.

Ons volkstuincomplex ligt in de Watergraafsmeer, een grote Amsterdamse stadswijk die weer in allerlei buurten en buurtjes uiteenvalt. Op weg naar de tuin kom ik door het deel dat Jeruzalem heet en uit naoorlogse duplexwoningen bestaat. Verderop zijn enkele straten met grotere en comfortabele flatwoningen. Die waren indertijd van een verzekeringsmaatschappij die de woningen ook aan het personeel verhuurde. Op de website www.geheugenvanoost.nl vertellen de kinderen van de eerste bewoners vol jeugdsentiment hoe goed ze het in hun buurtje naar hun zin hadden. En terloops wordt in een van de reacties genoemd dat Sinterklaas er ook woonde.

Mij hadden ze altijd verteld dat hij uit Spanje kwam. Later begreep ik dat hij eigenlijk uit Klein-Azië afkomstig was, een land dat we nu Turkije noemen. Als ik de Sint was, zou ik dat in onze tijd in ieder geval verzwijgen en iedereen in de waan laten dat ik een Spanjool was en geen Turk. Maar dat de Sint in een wijkje van kantoorbedienden in het oosten van Amsterdam woonde, was nieuws.
Het bleek de inmiddels overleden architect Gerard de Klerk te zijn geweest, die graag op de plaats van een gesloopte kerk een fors hotel ontwierp. In de vorige eeuw maakte hij een kwart eeuw lang jaarlijks, als verpersoonlijking van de Sint, op een schimmel zijn intocht in Amsterdam. Van dezelfde website kun je leren dat hij de latere politicus Hans van Mierlo wel eens in zijn grote boek had kunnen noteren wegens misdragingen. Die woonde op kamers een0504BZ Broccoli straat verderop en zou volgens zeggen: ‘ … in zijn studententijd nog zo'n twee jaar op 26- 2 heeft gewoond. Hij beschikte niet over gordijnen en schepte er genoegen in om in zijn blote kont veelvuldig door de kamer te paraderen’. Het brengt met zich dat ik onderweg op de fiets naar de tuin wel eens een kleine omweg maak, maar noch de Sint nog naakte politici vertonen zich vandaag de dag daar nog.

Als vroeg Sinterklaaspresentje heb ik mezelf het Handboek tot het aanleggen, beplanten, onderhouden, enz. van Tuinen in de schoen gereden. Het is de fotografische herdruk uit 1975 van een uitgave uit 1872. De auteur J.C. Krook was mede-directeur van de Koninklijke Nederlandse Tuinbouwmaatschappij ‘Linnaeus’ en had ons naar zijn zeggen veel te vertellen. Het tweedehands boek stond in de vensterbank van een woonhuis te koop tussen andere tuinboeken. De bewoner vertelde dat hij ging verhuizen en zijn boekenkast deels aan het uitruimen was. Wekelijks maakte hij een kleine thematische verkoopuitstalling voor zijn raam. Dat werkte dus.

De auteur hield van een plechtstatig, bloemrijk taalgebruik. ‘Wij wenschen een onbedrieglijke gids ter hand te stellen aan ieder, die zijn beschikbaar terrein op de meest doeltreffende wijze met liefelijke kinderen der natuur wil tooien,’ schrijft hij. Welke tuinder wil dat niet? Hoofdstuk 1 heet ‘Het leven der plant’ en daarin krijg je meteen een lesje ‘afleggen, enten, greffen en oculeeren’, niet het simpelste werk. Ook leer je hoe je een ellips en een ovaal kunt maken en krijg je mestadviezen. In de nogal zure grond van mijn tuin zou het goed zijn om ‘kalkpuin, wollen lompen en paardenmest’ door de grond te spitten. Nu de voddenman is uitgestorven en er in nog maar weinig gezinnen een voddenzak aanwezig zal zijn, wordt dat allemaal ingewikkeld. Maar misschien is de goede raad wel naar de moderne tijd te vertalen, of zal ik toch maar aan Sinterklaas ook een modern tuinboek vragen? Ik doe het licht aan in mijn tuinhuisje om verder te kunnen lezen en bedenk opeens dat we nog een bloemetjesgordijn zouden kopen. Je weet maar nooit wie er vanuit het duister naar binnen loert. En wat er dan over je wordt opgeschreven.
 
*************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
© 2007 Theo Capel
powered by CJ2