archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Mijn Roomse jeugd | Willem Minderhout | |||
Onlangs gebeurde er iets merkwaardigs. De sympathieke twitterpastoor Jan-Jaap van Peperstraten postte een berichtje ‘op weg naar huis’, vergezeld van een foto. Ik volg de eerwaarde al geruime tijd, dus ik weet dat hij uit Breskens afkomstig is. Hij zat blijkbaar in de trein naar Vlissingen om daar het veer te nemen, want de foto, die hij vanuit de trein genomen had, toonde de Lange Jan van Middelburg. Vlissingen was bijna bereikt. Ik herkende het stadsgezicht uiteraard onmiddellijk, want ik ben in Middelburg opgegroeid. Vroeger was het altijd een prachtig gezicht om vanuit de trein de oude binnenstad aan de andere kant van het Kanaal door Walcheren te zien liggen. Helaas zijn er nu veel afzichtelijke gebouwen neergezet, die je het zicht vrijwel geheel benemen. Gelukkig zijn er nog een paar gaatjes tussen de bebouwing. Een teken van de heer? Nu vind ik mezelf een uiterst rationeel mens, maar toch vroeg ik mij af of dit onwaarschijnlijke toeval wellicht een teken van de Heer was. Onwillekeurig dacht ik terug aan mijn Roomse jeugd in Middelburg. ‘Jij, een Roomse jeugd?’, hoor ik sommigen uwer denken. Het is ook wat gecompliceerd. Thuis deden we niet aan geloof. Wij waren ‘niets’, zo had ik begrepen toen ik me begon af te vragen waar wij bij hoorden. Mijn Hollandse moeder had vrij recent het hervormde geloof van haar ouders verlaten en de familie van mijn Zeeuwse vader was al generaties lang van God los. Dit liet onverlet dat ik op vrij jonge leeftijd begon te worstelen met tal van filosofische en theologische (‘wat zit er achter de sterren?’, ‘waar komt alles vandaan en waarom?’) kwesties. Op bezoek en naar de kerk Ondanks dat ik met afgunst naar de prachtig uitgedoste tweeling keek toen ze hun Eerste Communie deden, kwam mijn katholieke jeugd ten einde. Oom Bert en tante Jet verhuisden naar Winschoten, waar oom Bert directeur van het postkantoor werd. Daarmee kwam er ook een einde aan mijn kerkbezoek. We gingen af en toe nog wel eens bij ze op bezoek en dat was voor ons kinderen een feest. Directeuren van postkantoren beschikten in die tijd nog over een dienstwoning boven het postkantoor. Een postkantoor, zo moet ik de jonge lezertjes wellicht uitleggen, was toen heel iets anders dan het hoekje bij de AKO of de Albert Heijn zoals het nu is. Het waren, zeker in mijn kinderogen, gigantische kantoorgebouwen en de dienstwoningen die de hele eerste verdieping en een zolder besloegen waren even omvangrijk. Je kon er rolschaatsen in de gangen en schommelen op zolder. Nog een keer ben ik tijdens zo’n bezoek aan Winschoten mee ter kerke gegaan. Ik was al iets ouder, dus die keer staat me nog enigszins bij. Ik had geen instructies gekregen omtrent mijn gedrag, dus ik besloot maar de andere aanwezigen na te apen. ‘When in Rome, do as the Romans.’ Ik sloot dus aan in de rij toen iedereen zijn heilige communie ging halen. Ook ik kreeg een hostie. Op de terugweg vroeg ik aan mijn voormalige buurjongen wat ik geacht werd daarmee te doen. ‘Doorslikken!’, siste hij. Een wat oudere vrouw ving onze conversatie op. Het gezegde ‘als blikken konden doden’ heeft vanaf die tijd een zeer concrete betekenis voor mij. Maar nu is er ineens die foto van de pastoor. Zou ‘op weg naar huis’ op mij slaan? Word ik toch nog katholiek op mijn inmiddels gevorderde leeftijd? Ik denk dat ik het nog even aanzie.-------------------------------------------- De foto is van pastoor Jan-Jaap van Peperstraten. |
||||
© 2024 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |