archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Vrienden voor het leven Rob van Olphen

2020BS VriendenEind jaren zestig deed mijn vriendin een opleiding psychiatrische verpleegkunde. Ze studeerde samen met Koemari een Hindoestaans meisje uit Suriname. Toentertijd kwamen er niet zo veel Surinamers om in Nederland een studie te volgen. Voor Koemari was het een vlucht voor wat ze mee had gemaakt in Suriname.
 
Haar vriend vroeg of ze mee ging zwemmen, maar ze had daar geen zin in, ze had met haar vriendinnen afgesproken. Helaas is de vriend toen verdronken. Dat had een enorme impact op haar want die gebeurtenis gaf haar een enorm schuldgevoel. 'Als ik met hem was gaan zwemmen was dat niet gebeurd', was haar gedachte. Dat was een van de reden om in Nederland te gaan studeren en zo het schuldgevoel proberen te ontvluchten.

Koemari vond het fijn om voor mijn vriendin Hindoestaanse maaltijden te maken, daar konden ze samen intens van genieten. Omdat ik die Surinaamse producten tegen inkoopprijs kon kopen stuurde ik wel eens het een en ander op naar Koemari. Zij schreef dan per brief : ‘Meneer van Olphen, hartelijk dank voor het pakketje’. Ik schreef dan terug: ‘Noem me a.u.b. nooit meer meneer, de vrienden van mijn vriendin zijn ook mijn vrienden.'

Ik mocht weleens de auto van mijn broer lenen en heb haar een keer meegenomen naar de bollenvelden, Keukenhof en andere bezienswaardigheden. Ik had haar aan mijn Oma voorgesteld, als de vriendin van mijn vriendin. Oma reageerde later met: ‘Wat een lief mooi meisje, alleen jammer dat ze van een andere stam is.' Koemari en ik hebben daar kostelijk om moeten lachen toen we dat hoorden. 

Na twee jaar ging ze voor het eerst weer terug naar Suriname voor familiebezoek.
Een paar weken later belde ze of ik haar van Schiphol op wilde halen en een winterjas mee wilde brengen, want het was winter. Toen ik haar ophaalde schrok ik me een ongeluk, ze zag er uit als een ziek vogeltje. Tijdens de rit vertelde ze dat haar ouders een man voor hadden gevonden die veel ouder was en waar ze totaal geen gevoelens voor had. Ze was terug gekomen om in Nederland alles af te ronden en dan terug te keren naar Suriname voor de traditionele Hindoestaanse trouwerij. De wil van haar ouders daar moest ze in mee gaan volgens de eeuwenoude traditie. De volgende dag heb ik haar met de auto meegenomen naar de Nieuwe Waterweg en haar gevraagd: ‘Stel dat je nu bericht zou krijgen dat je beide ouders zouden zijn omgekomen, zou je dan toch met die man trouwen?’ 'Nee, nee dat zou ik van mijn leven nooit doen!', antwoordde ze.

Koemari is uiteindelijk niet terug gegaan naar Suriname. Voor haar was dat een zwaar besluit. Nu was ze voor haar ouders geen familie meer en ze werd doodgezwegen. Ze is gaan werken voor de kinderbescherming. Ze had een groep van tien kinderen waar ze voor moest zorgen. Die kinderen hielden heel veel van haar.

Af en toe zocht ik haar op in het kinderhuis, en dan gingen alle tien de kinderen mee in mijn Volkswagenbusje. We toerden de natuur in, waar we met z'n allen een heerlijke ontspannen dag hadden. Helaas, als ik na zo'n fijne speeldag de kinderen samen met Koemari naar bed bracht dan brak mijn hart wel eens. Al die kleintjes die hier zonder ouders waren. Zo intens verdrietig allemaal.
Toen ik later als vrijwilliger in het buitenland werkzaam was, kreeg ik regelmatig briefjes en mooie tekeningen van de kinderen toegestuurd, wat me heel blij maakte.

Op een zekere dag zei ze:  'Brada',  broer zo noemde ze mij, ‘ik heb een oud collega van het ziekenhuis ontmoet en dat was een fijn weerzien’. ‘Oh wat fijn voor jou’, reageerde ik enthousiast. Ik was heel blij voor haar.
Het was Ger, een hele rustige sympathieke jongen uit een streng katholiek gezin van elf kinderen. Voor hem was het een heel gedoe om met een Hindoestaanse thuis te komen. Gelukkig was de liefde sterker dan al de tradities die ze hebben moeten overwinnen. Voor mij was het een hele eer om getuige te zijn op hun huwelijk.
Helaas heeft haar vader tot zijn dood nooit meer contact met haar gehad. Heel triest.

Volgende maand vieren Koemari en Ger dat ze 50 jaar zijn getrouwd.
Wij zeggen nog steeds Sisa (zuster) en Brada ( broer) tegen elkaar.

---------

De plaat is van Han Busstra.


© 2023 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Het leven zelf"
Beschouwingen > Het leven zelf
Vrienden voor het leven Rob van Olphen
2020BS VriendenEind jaren zestig deed mijn vriendin een opleiding psychiatrische verpleegkunde. Ze studeerde samen met Koemari een Hindoestaans meisje uit Suriname. Toentertijd kwamen er niet zo veel Surinamers om in Nederland een studie te volgen. Voor Koemari was het een vlucht voor wat ze mee had gemaakt in Suriname.
 
Haar vriend vroeg of ze mee ging zwemmen, maar ze had daar geen zin in, ze had met haar vriendinnen afgesproken. Helaas is de vriend toen verdronken. Dat had een enorme impact op haar want die gebeurtenis gaf haar een enorm schuldgevoel. 'Als ik met hem was gaan zwemmen was dat niet gebeurd', was haar gedachte. Dat was een van de reden om in Nederland te gaan studeren en zo het schuldgevoel proberen te ontvluchten.

Koemari vond het fijn om voor mijn vriendin Hindoestaanse maaltijden te maken, daar konden ze samen intens van genieten. Omdat ik die Surinaamse producten tegen inkoopprijs kon kopen stuurde ik wel eens het een en ander op naar Koemari. Zij schreef dan per brief : ‘Meneer van Olphen, hartelijk dank voor het pakketje’. Ik schreef dan terug: ‘Noem me a.u.b. nooit meer meneer, de vrienden van mijn vriendin zijn ook mijn vrienden.'

Ik mocht weleens de auto van mijn broer lenen en heb haar een keer meegenomen naar de bollenvelden, Keukenhof en andere bezienswaardigheden. Ik had haar aan mijn Oma voorgesteld, als de vriendin van mijn vriendin. Oma reageerde later met: ‘Wat een lief mooi meisje, alleen jammer dat ze van een andere stam is.' Koemari en ik hebben daar kostelijk om moeten lachen toen we dat hoorden. 

Na twee jaar ging ze voor het eerst weer terug naar Suriname voor familiebezoek.
Een paar weken later belde ze of ik haar van Schiphol op wilde halen en een winterjas mee wilde brengen, want het was winter. Toen ik haar ophaalde schrok ik me een ongeluk, ze zag er uit als een ziek vogeltje. Tijdens de rit vertelde ze dat haar ouders een man voor hadden gevonden die veel ouder was en waar ze totaal geen gevoelens voor had. Ze was terug gekomen om in Nederland alles af te ronden en dan terug te keren naar Suriname voor de traditionele Hindoestaanse trouwerij. De wil van haar ouders daar moest ze in mee gaan volgens de eeuwenoude traditie. De volgende dag heb ik haar met de auto meegenomen naar de Nieuwe Waterweg en haar gevraagd: ‘Stel dat je nu bericht zou krijgen dat je beide ouders zouden zijn omgekomen, zou je dan toch met die man trouwen?’ 'Nee, nee dat zou ik van mijn leven nooit doen!', antwoordde ze.

Koemari is uiteindelijk niet terug gegaan naar Suriname. Voor haar was dat een zwaar besluit. Nu was ze voor haar ouders geen familie meer en ze werd doodgezwegen. Ze is gaan werken voor de kinderbescherming. Ze had een groep van tien kinderen waar ze voor moest zorgen. Die kinderen hielden heel veel van haar.

Af en toe zocht ik haar op in het kinderhuis, en dan gingen alle tien de kinderen mee in mijn Volkswagenbusje. We toerden de natuur in, waar we met z'n allen een heerlijke ontspannen dag hadden. Helaas, als ik na zo'n fijne speeldag de kinderen samen met Koemari naar bed bracht dan brak mijn hart wel eens. Al die kleintjes die hier zonder ouders waren. Zo intens verdrietig allemaal.
Toen ik later als vrijwilliger in het buitenland werkzaam was, kreeg ik regelmatig briefjes en mooie tekeningen van de kinderen toegestuurd, wat me heel blij maakte.

Op een zekere dag zei ze:  'Brada',  broer zo noemde ze mij, ‘ik heb een oud collega van het ziekenhuis ontmoet en dat was een fijn weerzien’. ‘Oh wat fijn voor jou’, reageerde ik enthousiast. Ik was heel blij voor haar.
Het was Ger, een hele rustige sympathieke jongen uit een streng katholiek gezin van elf kinderen. Voor hem was het een heel gedoe om met een Hindoestaanse thuis te komen. Gelukkig was de liefde sterker dan al de tradities die ze hebben moeten overwinnen. Voor mij was het een hele eer om getuige te zijn op hun huwelijk.
Helaas heeft haar vader tot zijn dood nooit meer contact met haar gehad. Heel triest.

Volgende maand vieren Koemari en Ger dat ze 50 jaar zijn getrouwd.
Wij zeggen nog steeds Sisa (zuster) en Brada ( broer) tegen elkaar.

---------

De plaat is van Han Busstra.
© 2023 Rob van Olphen
powered by CJ2