archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Onze moeder Rob van Olphen

2018BS Laatste vijf jaren
Onze liefhebbende moeder van 6 jongens heeft heel hard moeten werken in haar leven: om 6 uur op om ontbijt klaar maken, in de slagerij de toonbank in orde maken en vleeswaren snijden enz.
Kinderen klaar maken voor school, klanten bedienen in de winkel, boodschappen doen en het huishouden. Slagerskielen wassen  en tussen door truien en sokken breien. Het gebeurde regelmatig dat ze ‘s avonds nog om 11 uur de strijkplank pakte. Eigenlijk was ze moeder en vader tegelijk. Pa was tot ‘s avonds laat alleen maar met de slagerij en worstmakerij bezig; als we naar bed gingen moesten we Pa welterusten zeggen in de worstmakerij.

Ze had ons geleerd als je iemand een hand moest geven dan moest je dat heel stevig doen, nou daar kon ze wat van: op feestjes en anderen gelegenheden hielden sommige mensen zodra ze onze moeder zagen angstvallig hun handen op de rug, bang dat Ma ze fijn zou knijpen.

Op een dag was ze wat minder vriendelijk tegen ons, we werden weg gestuurd en drie uur later hadden we er een broertje bij!
Helaas had ze nooit tijd voor zichzelf en voor sociale contacten maar gelukkig heeft ze later met haar tweelingzus veel leuke dingen kunnen doen.

Nadat de slagerij overgenomen is door onze broer heeft ze met Pa reizen gemaakt naar de  kinderen in Spanje en Californië. Autorijden was haar lust en leven: tot haar vierentachtigste heeft ze er intens van genoten.

Toen ze 92 jaar was kon ze helaas niet meer zelfstandig wonen. Ze is toen verhuisd naar verzorgingshuis Onderwaterhof, waar ze het erg naar haar zin had. Er waren heel veel  activiteiten en medewerkers die altijd voor haar klaar stonden.

Dementie

Na een paar jaar kreeg ze de diagnose dementie, dat was heel heftig voor haar omdat zij altijd alles goed kon onthouden en dat viel nu weg.
Gelukkig heeft ze haar humor zolang mogelijk in stand gehouden; als ze opgeloste medicijnen in moest nemen dan zei ze: is dit spraakwater? Of ze zei: slik dat zelf maar!

Bij de koffie werd een kaakje geserveerd, dat vond ze wel lekker en als ze wat later een sprits kreeg was haar reactie: dat lijken wel hondenbrokken.
Ze was regelmatig haar gebit kwijt, een keer vond ik het verpakt in een servet. Met het afruimen van de tafel had ze het in de afvalbak gedeponeerd.
Bij het bezoek aan de tandarts voor een nieuw gebit vroeg de tandarts: mevrouw even lachen graag! Haar reactie was: nou er valt hier niet veel te lachen.
Eens waren op haar afdeling meer gebitten zoekgeraakt, totdat er een bewoner ging verhuizen, toen vonden ze in zijn kast een aantal gezochte gebitten.

Als ik met haar rolstoel aan de wandel was dan vroeg ze: ben je niet moe? heb je het niet koud? Nee Ma je weet toch dat ik een ijskonijn ben. Wat een mooie auto’s rijden er hier, ik heb met zoveel plezier autogereden, ik zou het zo weer doen. Ma doe dat maar niet, de nieuwe verkeersregels zijn zo ingewikkeld geworden.
Zal ik een auto voor je kopen? Nee ma ik ben tevreden met onze auto.
Bloemschikken: op donderdag nam ik altijd 3 bossen bloemen mee voor haar afdeling, dan konden de dames aan de gang met bloemschikken. Onze moeder reageerde dan met: te kort, niet goed van kleur, te weinig en de anderen konden er niets van! Tot lang heeft ze mooie stukjes gemaakt.

Verlies

Helaas heeft ze 2 kinderen verloren en dan vroeg ze wel eens: waarom zie ik ze niet meer? Dan antwoordde ik: Henk is geëmigreerd naar Californië en Han is op bezoek bij zijn zoon in Duitsland. Dan was ze weer gerustgesteld. Ik heb helaas veel moeten improviseren en moeten jokken om het rustig in haar bovenkamer te houden. Als broer Fred, Ton of Ben uren bij haar hadden gezeten en weer waren vertrokkenen, dan zei ze: die broers van jou, die zie ik nooit. “Ma als ik ze zie dan zal ik ze vragen of ze eens bij je langs willen gaan.”

Het is wel eens gebeurd dat midden in de nacht de nachtzuster belde: Rob kom alsjeblieft, we kunnen je moeder niet tot bedaren brengen. Als ik dan midden in de nacht bij haar kwam dan zat ze op dat moment soms te breien of tv te kijken met de vraag: wat doe jij hier? Ach ik was toevallig in de buurt.
Als ze maar hoorde dat iemand in verwachting was begon ze gelijk babysokjes te breien. Ze vond het heel erg dat het breien later niet meer ging.

Door personeelsgebrek moesten de bewoners soms lang wachten om verschoond te worden, dus dan verschoonde ik haar, niet fijn voor een moeder om door haar zoon verschoond te worden. Maar dan zei ik: Ma wat heb je nog van die strakke billen, dan reageerde ze met: ik wou dat mijn gezicht zo was!  Dan konden we daar samen hartelijk om lachen.
 
Een van haar laatste dagen heb ik me over haar heen gebogen en gevraagd: Ma hou je nog een beetje van mij? Toen fluisterde ze heel zacht: ja heel veel. Dat was eigenlijk het allerlaatste wat nog verstaanbaar was van haar.
Maar haar ogen en handen die maakten heel veel kenbaar en tot het laatste toe heeft zij mijn hand stevig vast gehouden.
Ze is 97 jaar oud geworden .

Begrafenis

Op haar begrafenis kon ik door mijn emotie niet voorlezen wat ik nog wilde zeggen, dat heeft onze dochter gedaan.

Lieve Ma bij mijn geboorte heb je met je handen mij tegen je aangedrukt.
Met je handen heb je mij verzorgd,
Met je handen heb je mij vastgehouden om te leren lopen,
Met je handen heb je mij getroost als ik pijn had,
Met je handen heb je mijn koude handen warm gewreven,
Met je handen heb je mij de goede richting in gestuurd,
Ik ben je intens dankbaar dat ik tot het laatst je handen vast heb mogen houden.

----------

De handen zijn getekend door Han Busstra.



© 2023 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Het leven zelf"
Beschouwingen > Het leven zelf
Onze moeder Rob van Olphen
2018BS Laatste vijf jaren
Onze liefhebbende moeder van 6 jongens heeft heel hard moeten werken in haar leven: om 6 uur op om ontbijt klaar maken, in de slagerij de toonbank in orde maken en vleeswaren snijden enz.
Kinderen klaar maken voor school, klanten bedienen in de winkel, boodschappen doen en het huishouden. Slagerskielen wassen  en tussen door truien en sokken breien. Het gebeurde regelmatig dat ze ‘s avonds nog om 11 uur de strijkplank pakte. Eigenlijk was ze moeder en vader tegelijk. Pa was tot ‘s avonds laat alleen maar met de slagerij en worstmakerij bezig; als we naar bed gingen moesten we Pa welterusten zeggen in de worstmakerij.

Ze had ons geleerd als je iemand een hand moest geven dan moest je dat heel stevig doen, nou daar kon ze wat van: op feestjes en anderen gelegenheden hielden sommige mensen zodra ze onze moeder zagen angstvallig hun handen op de rug, bang dat Ma ze fijn zou knijpen.

Op een dag was ze wat minder vriendelijk tegen ons, we werden weg gestuurd en drie uur later hadden we er een broertje bij!
Helaas had ze nooit tijd voor zichzelf en voor sociale contacten maar gelukkig heeft ze later met haar tweelingzus veel leuke dingen kunnen doen.

Nadat de slagerij overgenomen is door onze broer heeft ze met Pa reizen gemaakt naar de  kinderen in Spanje en Californië. Autorijden was haar lust en leven: tot haar vierentachtigste heeft ze er intens van genoten.

Toen ze 92 jaar was kon ze helaas niet meer zelfstandig wonen. Ze is toen verhuisd naar verzorgingshuis Onderwaterhof, waar ze het erg naar haar zin had. Er waren heel veel  activiteiten en medewerkers die altijd voor haar klaar stonden.

Dementie

Na een paar jaar kreeg ze de diagnose dementie, dat was heel heftig voor haar omdat zij altijd alles goed kon onthouden en dat viel nu weg.
Gelukkig heeft ze haar humor zolang mogelijk in stand gehouden; als ze opgeloste medicijnen in moest nemen dan zei ze: is dit spraakwater? Of ze zei: slik dat zelf maar!

Bij de koffie werd een kaakje geserveerd, dat vond ze wel lekker en als ze wat later een sprits kreeg was haar reactie: dat lijken wel hondenbrokken.
Ze was regelmatig haar gebit kwijt, een keer vond ik het verpakt in een servet. Met het afruimen van de tafel had ze het in de afvalbak gedeponeerd.
Bij het bezoek aan de tandarts voor een nieuw gebit vroeg de tandarts: mevrouw even lachen graag! Haar reactie was: nou er valt hier niet veel te lachen.
Eens waren op haar afdeling meer gebitten zoekgeraakt, totdat er een bewoner ging verhuizen, toen vonden ze in zijn kast een aantal gezochte gebitten.

Als ik met haar rolstoel aan de wandel was dan vroeg ze: ben je niet moe? heb je het niet koud? Nee Ma je weet toch dat ik een ijskonijn ben. Wat een mooie auto’s rijden er hier, ik heb met zoveel plezier autogereden, ik zou het zo weer doen. Ma doe dat maar niet, de nieuwe verkeersregels zijn zo ingewikkeld geworden.
Zal ik een auto voor je kopen? Nee ma ik ben tevreden met onze auto.
Bloemschikken: op donderdag nam ik altijd 3 bossen bloemen mee voor haar afdeling, dan konden de dames aan de gang met bloemschikken. Onze moeder reageerde dan met: te kort, niet goed van kleur, te weinig en de anderen konden er niets van! Tot lang heeft ze mooie stukjes gemaakt.

Verlies

Helaas heeft ze 2 kinderen verloren en dan vroeg ze wel eens: waarom zie ik ze niet meer? Dan antwoordde ik: Henk is geëmigreerd naar Californië en Han is op bezoek bij zijn zoon in Duitsland. Dan was ze weer gerustgesteld. Ik heb helaas veel moeten improviseren en moeten jokken om het rustig in haar bovenkamer te houden. Als broer Fred, Ton of Ben uren bij haar hadden gezeten en weer waren vertrokkenen, dan zei ze: die broers van jou, die zie ik nooit. “Ma als ik ze zie dan zal ik ze vragen of ze eens bij je langs willen gaan.”

Het is wel eens gebeurd dat midden in de nacht de nachtzuster belde: Rob kom alsjeblieft, we kunnen je moeder niet tot bedaren brengen. Als ik dan midden in de nacht bij haar kwam dan zat ze op dat moment soms te breien of tv te kijken met de vraag: wat doe jij hier? Ach ik was toevallig in de buurt.
Als ze maar hoorde dat iemand in verwachting was begon ze gelijk babysokjes te breien. Ze vond het heel erg dat het breien later niet meer ging.

Door personeelsgebrek moesten de bewoners soms lang wachten om verschoond te worden, dus dan verschoonde ik haar, niet fijn voor een moeder om door haar zoon verschoond te worden. Maar dan zei ik: Ma wat heb je nog van die strakke billen, dan reageerde ze met: ik wou dat mijn gezicht zo was!  Dan konden we daar samen hartelijk om lachen.
 
Een van haar laatste dagen heb ik me over haar heen gebogen en gevraagd: Ma hou je nog een beetje van mij? Toen fluisterde ze heel zacht: ja heel veel. Dat was eigenlijk het allerlaatste wat nog verstaanbaar was van haar.
Maar haar ogen en handen die maakten heel veel kenbaar en tot het laatste toe heeft zij mijn hand stevig vast gehouden.
Ze is 97 jaar oud geworden .

Begrafenis

Op haar begrafenis kon ik door mijn emotie niet voorlezen wat ik nog wilde zeggen, dat heeft onze dochter gedaan.

Lieve Ma bij mijn geboorte heb je met je handen mij tegen je aangedrukt.
Met je handen heb je mij verzorgd,
Met je handen heb je mij vastgehouden om te leren lopen,
Met je handen heb je mij getroost als ik pijn had,
Met je handen heb je mijn koude handen warm gewreven,
Met je handen heb je mij de goede richting in gestuurd,
Ik ben je intens dankbaar dat ik tot het laatst je handen vast heb mogen houden.

----------

De handen zijn getekend door Han Busstra.

© 2023 Rob van Olphen
powered by CJ2