archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
In Memoriam: Jan Willem Minderhout Willem Minderhout

2006BS Jan Willem“Uit sterrenstof ontstond ik.
Mijn aardse oponthoud was aangenaam.
Nu reist mijn stof verder. Op zoek naar een doel?”

Bij het voorbereiden van de uitvaart van mijn vader troffen we tamelijk gedetailleerde instructies aan. Geen gedoe met kaarsen, geen dragers, zo min mogelijk poespas. En de zinnen waarmee ik net begon. Die moesten op de kaart.

Het riep een van mijn oudste herinneringen bij me op. Ik zat op de arm van mijn vader en we  keken naar de sterren. Ik vroeg hem wat er achter die sterren was. ‘Nog meer sterren’, antwoordde mijn vader. ‘En daarachter?’ ‘Nog meer sterren.’  ‘Houdt dat dan nooit op?’ ‘Dat weten we niet’, antwoordde hij.
Mijn vader is zich zijn hele leven lang blijven verdiepen in wat er achter de sterren zou kunnen zijn. Hij was gefascineerd door alles wat we over het heelal weten en vooral door alles wat we niet weten en waarschijnlijk ook nooit zullen weten.  Hij vertelde daar graag over. Hij gaf als lid – en jarenlang voorzitter - van Volkssterrenwacht Philippus Lansbergen in Middelburg talloze lessen aan schoolkinderen die aan zijn lippen hingen.

Hij schreef ook over sterrenkundige onderwerpen in ‘De Observator’, het blad van de sterrenwacht. Schrijven was altijd al één van zijn passies geweest. Over zijn avonturen als machinist bij de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM) schreef hij met regelmaat in de ‘Kroonvlag’, het blad van voormalig KNSM-personeel.  

Als medewerker van De Leunstoel ben ik altijd op zoek naar jong aanstormend talent. Zo lukte het mij precies acht jaar geleden mijn destijds eenentachtigjarige vader te verlokken om een stukje in ons geliefde periodiek te publiceren. Er volgden een twaalftal Leunstoelstukjes die voornamelijk herinneringen rond de Tweede Wereldoorlog betroffen. Zijn eerste bijdrage was een brief aan zijn jeugdvriend Ludo over wat schelmenstreken in zijn geliefde Mariaburg, het dorp bij Antwerpen waar hij opgroeide.    

Mariaburg, officieel ‘Sint-Mariaburg’, is een dorp dat deels in de gemeente Ekeren, deels in de gemeente Brasschaat ligt. Over dat dorp vertelde hij ons al veel verhalen toen we nog kinderen waren.  Door zijn verhalen namen plaatselijke fenomenen als de Kattekensberg mythische proporties aan. In mijn gedachten werd het een soort Mont Blanc. Het viel wat tegen toen ik die heuvel voor het eerst echt zag.

Zijn herinneringen aan Mariaburg rond de Tweede Wereldoorlog waren zo helder dat hij een vraagbaak werd van de plaatselijke heemkundige vereniging. En van Marita de Sterck, een Vlaamse schrijfster die met de geschiedenis van dat dorp in de oorlog als achtergrond een boek – ‘Valavond’ – heeft geschreven.
Centraal in dat boek staat de moord van de nazi’s op ook uit Nederland afkomstige vrienden van mijn grootouders: Gabriel Sarphatie, een diamantair en zijn vrouw Everina Borst, die een kinderuurtje had op de Socialistische Arbeiders Radio Omroep Vlaanderen en als ‘moeder Sarov’ een beroemdheid was. Mijn vader had ons daar nooit iets over gezegd, terwijl hij ons toch veel over de oorlog vertelde. Blijkbaar was dat te pijnlijk.

Twee maanden geleden wilde Marita hem interviewen over Mariaburg in de oorlog in het kader van het Antwerpse project ‘Open Huizen’: lokale oorlogsverhalen verteld door mensen uit de buurt. Mijn vader zag erg op tegen de reis, maar met enige overredingskracht hebben we hem toch naar een mooi kasteeltje in Ekeren gebracht waar een volle zaal Mariaburgers geboeid naar hem luisterde. Hij was na afloop zeer vermoeid, maar ook zeer voldaan.

Daarna ging het echter snel bergafwaarts. ‘Het huis stort in’, vertelde hij mij een paar weken geleden. Hij bedoelde dat zijn lichaam het liet afweten. Ook zijn geest, die altijd zo helder was geweest, begon te verduisteren. Dankzij de niet aflatende zorg van mijn moeder had hij al die tijd nog in huis kunnen wonen, maar daar kwam een einde aan. Hij moest opgenomen worden.  

Een duidelijke oorzaak voor zijn verwarring werd niet gevonden. Het hele huis was inderdaad aan het instorten. Afgelopen vrijdag was het zover. ’s Middags konden we nog een paar woorden met hem wisselen. ’s Avonds werden we gewaarschuwd door een oplettende verpleegster dat het einde waarschijnlijk nabij was.  

Toen we bij hem kwamen lag hij zwaar te ademen met steeds langere tussenpozen. Totdat zijn adem stokte.
Ik weet nu wat er achter de sterren is. Daar achter de sterren is de stof van mijn vader. Wellicht dat hij daar ook zijn doel zal vinden.

Voor zijn dood heeft hij me toestemming te geven om in zijn laptop op zoek te gaan naar interessante verhalen voor De Leunstoel. Op deze wijze zal hij nog bij ons blijven.

----------

De foto komt van de auteur.



© 2022 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
In Memoriam: Jan Willem Minderhout Willem Minderhout
2006BS Jan Willem“Uit sterrenstof ontstond ik.
Mijn aardse oponthoud was aangenaam.
Nu reist mijn stof verder. Op zoek naar een doel?”

Bij het voorbereiden van de uitvaart van mijn vader troffen we tamelijk gedetailleerde instructies aan. Geen gedoe met kaarsen, geen dragers, zo min mogelijk poespas. En de zinnen waarmee ik net begon. Die moesten op de kaart.

Het riep een van mijn oudste herinneringen bij me op. Ik zat op de arm van mijn vader en we  keken naar de sterren. Ik vroeg hem wat er achter die sterren was. ‘Nog meer sterren’, antwoordde mijn vader. ‘En daarachter?’ ‘Nog meer sterren.’  ‘Houdt dat dan nooit op?’ ‘Dat weten we niet’, antwoordde hij.
Mijn vader is zich zijn hele leven lang blijven verdiepen in wat er achter de sterren zou kunnen zijn. Hij was gefascineerd door alles wat we over het heelal weten en vooral door alles wat we niet weten en waarschijnlijk ook nooit zullen weten.  Hij vertelde daar graag over. Hij gaf als lid – en jarenlang voorzitter - van Volkssterrenwacht Philippus Lansbergen in Middelburg talloze lessen aan schoolkinderen die aan zijn lippen hingen.

Hij schreef ook over sterrenkundige onderwerpen in ‘De Observator’, het blad van de sterrenwacht. Schrijven was altijd al één van zijn passies geweest. Over zijn avonturen als machinist bij de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM) schreef hij met regelmaat in de ‘Kroonvlag’, het blad van voormalig KNSM-personeel.  

Als medewerker van De Leunstoel ben ik altijd op zoek naar jong aanstormend talent. Zo lukte het mij precies acht jaar geleden mijn destijds eenentachtigjarige vader te verlokken om een stukje in ons geliefde periodiek te publiceren. Er volgden een twaalftal Leunstoelstukjes die voornamelijk herinneringen rond de Tweede Wereldoorlog betroffen. Zijn eerste bijdrage was een brief aan zijn jeugdvriend Ludo over wat schelmenstreken in zijn geliefde Mariaburg, het dorp bij Antwerpen waar hij opgroeide.    

Mariaburg, officieel ‘Sint-Mariaburg’, is een dorp dat deels in de gemeente Ekeren, deels in de gemeente Brasschaat ligt. Over dat dorp vertelde hij ons al veel verhalen toen we nog kinderen waren.  Door zijn verhalen namen plaatselijke fenomenen als de Kattekensberg mythische proporties aan. In mijn gedachten werd het een soort Mont Blanc. Het viel wat tegen toen ik die heuvel voor het eerst echt zag.

Zijn herinneringen aan Mariaburg rond de Tweede Wereldoorlog waren zo helder dat hij een vraagbaak werd van de plaatselijke heemkundige vereniging. En van Marita de Sterck, een Vlaamse schrijfster die met de geschiedenis van dat dorp in de oorlog als achtergrond een boek – ‘Valavond’ – heeft geschreven.
Centraal in dat boek staat de moord van de nazi’s op ook uit Nederland afkomstige vrienden van mijn grootouders: Gabriel Sarphatie, een diamantair en zijn vrouw Everina Borst, die een kinderuurtje had op de Socialistische Arbeiders Radio Omroep Vlaanderen en als ‘moeder Sarov’ een beroemdheid was. Mijn vader had ons daar nooit iets over gezegd, terwijl hij ons toch veel over de oorlog vertelde. Blijkbaar was dat te pijnlijk.

Twee maanden geleden wilde Marita hem interviewen over Mariaburg in de oorlog in het kader van het Antwerpse project ‘Open Huizen’: lokale oorlogsverhalen verteld door mensen uit de buurt. Mijn vader zag erg op tegen de reis, maar met enige overredingskracht hebben we hem toch naar een mooi kasteeltje in Ekeren gebracht waar een volle zaal Mariaburgers geboeid naar hem luisterde. Hij was na afloop zeer vermoeid, maar ook zeer voldaan.

Daarna ging het echter snel bergafwaarts. ‘Het huis stort in’, vertelde hij mij een paar weken geleden. Hij bedoelde dat zijn lichaam het liet afweten. Ook zijn geest, die altijd zo helder was geweest, begon te verduisteren. Dankzij de niet aflatende zorg van mijn moeder had hij al die tijd nog in huis kunnen wonen, maar daar kwam een einde aan. Hij moest opgenomen worden.  

Een duidelijke oorzaak voor zijn verwarring werd niet gevonden. Het hele huis was inderdaad aan het instorten. Afgelopen vrijdag was het zover. ’s Middags konden we nog een paar woorden met hem wisselen. ’s Avonds werden we gewaarschuwd door een oplettende verpleegster dat het einde waarschijnlijk nabij was.  

Toen we bij hem kwamen lag hij zwaar te ademen met steeds langere tussenpozen. Totdat zijn adem stokte.
Ik weet nu wat er achter de sterren is. Daar achter de sterren is de stof van mijn vader. Wellicht dat hij daar ook zijn doel zal vinden.

Voor zijn dood heeft hij me toestemming te geven om in zijn laptop op zoek te gaan naar interessante verhalen voor De Leunstoel. Op deze wijze zal hij nog bij ons blijven.

----------

De foto komt van de auteur.

© 2022 Willem Minderhout
powered by CJ2