archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Oorlog of herinnering* Henk Klaren

2005BS OorlogherinneringDoor het thema oorlog van twee Leunstoelen geleden werd ik mij heel langzaam bewust van een aantal herinneringen in relatie tot dat thema. Door de traagheid ervan leidde dat niet tot een stukje voor die Leunstoel. Maar omdat het ook over herinneringen gaat past het volgende ook binnen het thema van deze Leunstoel.

Mijn vroegste herinnering is geen herinnering van mezelf maar een herinnering aan een gebeurtenis waar ik wel bij was, maar waar ik geen herinnering aan heb. Ik was acht maanden oud. Ik herinner mij het verhaal van mijn moeder. Het speelt in april 1945 tijdens de slag om Zutphen. Mijn geboortehuis brandde af als gevolg van oorlogshandelingen. Vermoedelijk geallieerde bombardementen. Het gezin van mijn ouders vluchtte weg. Volgens het verhaal zo’n beetje langs de frontlijn voorlangs de Duitse linies. Mijn – toen – jongste zus rende de verkeerde kant op tot mijn moeder haar terug schreeuwde. Dat was het verhaal. Ik heb het vaak gehoord, maar nooit méér. Waar gingen ze naar toe? Hoe kwamen ze aan het prachtige huis waar ik ben opgegroeid? Ik heb die en vergelijkbare vragen nooit gesteld en nu kan het niet meer.

Mijn ouders woonden toen aan wat nu de Prins Bernhardlaan heet. Ik ging er altijd van uit, dat die laan in de oorlog wel anders zou hebben geheten. Maar dat lijkt niet het geval te zijn. In een pamfletje getiteld ‘De slag om Zutfen’ komt een zinsnede voor ‘de Bernhardlaan staat in brand’. Dat boekje is een soort heet-van-de-naald-verslag van die slag, gedateerd 10 mei 1945. Zutphen is - volgens dat verslag - definitief bevrijd op 19 april.

Veel geallieerde troepen veroverden steden vaak door te beginnen met zware artilleriebeschietingen, waarna de infanterie geacht werd min of meer veilig het karwei te kunnen afmaken. Dat gebeurde bij de bevrijding van Zutphen dus ook. In heel Zutphen is maar één huis zonder beschadiging uit de strijd gekomen. En de geallieerde infanterie heeft nog enkele weken de handen vol gehad aan de wehrmacht.
De berichten en vooral beelden uit Oekraïne en Syrië doen me de laatste tijd beseffen dat in ons land dergelijke verhalen en beelden waren nog tijdens mijn leven.

Mijn moeder had meer van die losse verhalen uit de oorlog. Mijn vader niet.

Zo hadden mijn ouders inkwartiering van Duitse officieren. In één geval gooide de betrokken officier zijn pukkel of ransel of zoiets op zijn bed, terwijl hij uitriep: ’Der verdammte Krieg’. Een ander boog zich over mijn wieg, aanschouwde mij en zei iets van: ‘Das wird Kanonenfleisch’.

Kort na de bevrijding van Zutphen reden de Canadese bevrijders Zutphen binnen over een brug die door de Duitsers was opgeblazen, maar die precies weer terecht was gekomen waar hij had gelegen. Met de Canadese jeeps kon je er overheen rijden. Eerst een stukje naar beneden dan een stukje plat en dan weer een stukje omhoog (de vervangende brug heet nu de Canadezenbrug). In één van die jeeps, waarschijnlijk de voorste, zat prins Bernhard. Een enthousiaste Zutphenaar rende op hem af, schudde hem de hand en riep: ‘Hee Bernhard, blij je te zien, hoe is’t met vrouw en kinderen’. Het is een raar verhaal, maar geloof het maar. Mijn moeder loog nooit. Ze vertelde ook, dat ze zelf bij die (of een andere) gelegenheid heel hard: ‘HOERA’, had geroepen met de armen in de lucht. En dat ze zich daar meteen voor geneerde. Mijn moeder was een wat gereserveerd type.

Over die losse verhalen en ook nog andere zou ik nu allerlei vragen stellen als dat nog kon. Context, samenhang, hoe zat dit, hoe zat dat?

Denkend aan die verhalen heb ik vaak een associatie met de baileybruggen die nog heel lang in Zutphen gebruikt zijn ter vervanging van de opgeblazen exemplaren. We hadden op school en bij de gymnastiekvereniging geleerd, dat je niet ‘in de pas’ mocht lopen als je met een colonne of groep over zo’n brug mocht lopen, want dan kon hij instorten bij gelijke golflengtes of zo. En ja hoor. Ik deed mee aan de avondvierdaagse in een groep van misschien twintig 10-jarigen op dunne stoffen gympies. We kwamen over zo’n stoere brug en de leider riep: ‘uit de pas’. En dat deden we, we huppelden wat. Brug gered!

----------

De fraaie plaat is van Petra Busstra.
Meer informatie: www.petrabusstra.com



© 2022 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Oorlog of herinnering* Henk Klaren
2005BS OorlogherinneringDoor het thema oorlog van twee Leunstoelen geleden werd ik mij heel langzaam bewust van een aantal herinneringen in relatie tot dat thema. Door de traagheid ervan leidde dat niet tot een stukje voor die Leunstoel. Maar omdat het ook over herinneringen gaat past het volgende ook binnen het thema van deze Leunstoel.

Mijn vroegste herinnering is geen herinnering van mezelf maar een herinnering aan een gebeurtenis waar ik wel bij was, maar waar ik geen herinnering aan heb. Ik was acht maanden oud. Ik herinner mij het verhaal van mijn moeder. Het speelt in april 1945 tijdens de slag om Zutphen. Mijn geboortehuis brandde af als gevolg van oorlogshandelingen. Vermoedelijk geallieerde bombardementen. Het gezin van mijn ouders vluchtte weg. Volgens het verhaal zo’n beetje langs de frontlijn voorlangs de Duitse linies. Mijn – toen – jongste zus rende de verkeerde kant op tot mijn moeder haar terug schreeuwde. Dat was het verhaal. Ik heb het vaak gehoord, maar nooit méér. Waar gingen ze naar toe? Hoe kwamen ze aan het prachtige huis waar ik ben opgegroeid? Ik heb die en vergelijkbare vragen nooit gesteld en nu kan het niet meer.

Mijn ouders woonden toen aan wat nu de Prins Bernhardlaan heet. Ik ging er altijd van uit, dat die laan in de oorlog wel anders zou hebben geheten. Maar dat lijkt niet het geval te zijn. In een pamfletje getiteld ‘De slag om Zutfen’ komt een zinsnede voor ‘de Bernhardlaan staat in brand’. Dat boekje is een soort heet-van-de-naald-verslag van die slag, gedateerd 10 mei 1945. Zutphen is - volgens dat verslag - definitief bevrijd op 19 april.

Veel geallieerde troepen veroverden steden vaak door te beginnen met zware artilleriebeschietingen, waarna de infanterie geacht werd min of meer veilig het karwei te kunnen afmaken. Dat gebeurde bij de bevrijding van Zutphen dus ook. In heel Zutphen is maar één huis zonder beschadiging uit de strijd gekomen. En de geallieerde infanterie heeft nog enkele weken de handen vol gehad aan de wehrmacht.
De berichten en vooral beelden uit Oekraïne en Syrië doen me de laatste tijd beseffen dat in ons land dergelijke verhalen en beelden waren nog tijdens mijn leven.

Mijn moeder had meer van die losse verhalen uit de oorlog. Mijn vader niet.

Zo hadden mijn ouders inkwartiering van Duitse officieren. In één geval gooide de betrokken officier zijn pukkel of ransel of zoiets op zijn bed, terwijl hij uitriep: ’Der verdammte Krieg’. Een ander boog zich over mijn wieg, aanschouwde mij en zei iets van: ‘Das wird Kanonenfleisch’.

Kort na de bevrijding van Zutphen reden de Canadese bevrijders Zutphen binnen over een brug die door de Duitsers was opgeblazen, maar die precies weer terecht was gekomen waar hij had gelegen. Met de Canadese jeeps kon je er overheen rijden. Eerst een stukje naar beneden dan een stukje plat en dan weer een stukje omhoog (de vervangende brug heet nu de Canadezenbrug). In één van die jeeps, waarschijnlijk de voorste, zat prins Bernhard. Een enthousiaste Zutphenaar rende op hem af, schudde hem de hand en riep: ‘Hee Bernhard, blij je te zien, hoe is’t met vrouw en kinderen’. Het is een raar verhaal, maar geloof het maar. Mijn moeder loog nooit. Ze vertelde ook, dat ze zelf bij die (of een andere) gelegenheid heel hard: ‘HOERA’, had geroepen met de armen in de lucht. En dat ze zich daar meteen voor geneerde. Mijn moeder was een wat gereserveerd type.

Over die losse verhalen en ook nog andere zou ik nu allerlei vragen stellen als dat nog kon. Context, samenhang, hoe zat dit, hoe zat dat?

Denkend aan die verhalen heb ik vaak een associatie met de baileybruggen die nog heel lang in Zutphen gebruikt zijn ter vervanging van de opgeblazen exemplaren. We hadden op school en bij de gymnastiekvereniging geleerd, dat je niet ‘in de pas’ mocht lopen als je met een colonne of groep over zo’n brug mocht lopen, want dan kon hij instorten bij gelijke golflengtes of zo. En ja hoor. Ik deed mee aan de avondvierdaagse in een groep van misschien twintig 10-jarigen op dunne stoffen gympies. We kwamen over zo’n stoere brug en de leider riep: ‘uit de pas’. En dat deden we, we huppelden wat. Brug gered!

----------

De fraaie plaat is van Petra Busstra.
Meer informatie: www.petrabusstra.com

© 2022 Henk Klaren
powered by CJ2