archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
In de lappenmand in Portugal | Nienke Nieuwenhuizen | |||
Ik zit al een poosje in de lappenmand. Ouderdom brengt soms wat pijntjes mee. Nou weet ik ook wel dat je op je 81e geen lange afstandswandelingen met heel steile afdalingen, zonder stok moet maken. Maar ik had het gedaan en had pijn, de volgende dag was de pijn toegenomen en werd met het uur erger. Ik dacht: Ik fiets de pijn er wel even uit! Maar dat was een ijdele hoop. Het werd er alleen maar erger door (Ik kan nu al vier weken de trappers niet meer rond krijgen). Na twee dagen ontdekte ik dat mijn been totaal blauw was. Ik kon niet meer zitten, lopen of liggen, zonder pijn. De volgende maandag zou ik sowieso naar de dokter gaan, dus ik hobbelde de week nog even door. Dokter Een goede vriend bracht me, die maandag, naar Alcoutim. Daar vertelde ik de Colombiaanse dokter, die rap Spaans spreekt, maar ik niet, via zijn assistente, dat ik te veel gelopen had etc. De dokter dacht echter aan een trombosebeen. Ik moet toegeven het been zag er niet uit. Was drie keer zo dik als het andere en blauw. Hij raadde me aan naar een laboratorium voor radiologie te gaan voor onderzoek. Daar kon ik bij hoge uitzondering een afspraak maken voor de aanstaande vrijdag, want eigenlijk zat de hele maand al vol. Ik moest ervoor naar Faro. Gelukkig hebben we hier een busje van de Frequesia (gemeente), die je, als je geen vervoer hebt kan bellen en dan komen ze je halen. Heel sociaal! Ik belde en ze zeiden dat ik vrijdag om zeven uur klaar moest staan. Het busje kwam, ik kon mijn knie niet buigen zonder helse pijn. Dus hees ik me half op een stoel, want ik kon eigenlijk ook niet op mijn blauwe bovenbeen zitten. We hobbelden over de wegdrempels van het dorp en over een smalle binnenweg de 9 kilometer naar Balurcus. Daar pikten we drie mensen op, vervolgens reden we nog eens 10km naar Perreiros om daar weer iemand op te halen. Daarna over de snelweg naar Faro. De andere passagiers, werden eerst op hun bestemming gebracht en daarna reden we naar het lab. Inmiddels was het 10 uur. Laboratorium De chauffeur zei dat hij me om vier uur, vanaf dit punt, weer kwam halen. Mijn onderzoek was om 12 uur. Ik streek neer op het nabijgelegen terras en bestelde een ontbijtje. Niet ongezellig, maar ik moest een beetje lig-zitten in een stoel. Op die manier kreeg ik een slapende voet. Dus het werd steeds een poosje staan en weer zitten. Iets voor twaalf uur ging ik naar binnen. Mijn onderzoek duurde een kwartier. Na het onderzoek vertelde de radioloog me dat het geen trombose was. Daarna liep ik, met stok, zo goed en zo kwaad als het ging door de omgeving, keek een poosje rond bij Bertram, naar alle mooie boeken, die ik nog steeds niet vlot kan lezen in het Portugees, dronk een koffie hier, een glaasje fris daar en om vier uur stond ik op het afgesproken punt. Het duurde even, maar hij kwam. Ik werd meegenomen naar een ander punt, waar anderen al wachtten en er werd me verteld, dat we nog één persoon misten. Die was nog niet klaar met haar onderzoek. Om half acht kwam ik geradbraakt thuis. Ziekenhuis Ik kon niet slapen, niet zitten, niet staan. De pijn werd ondraaglijk. Alle Ibuprofen 1000 ten spijt. Met mijn dochter, die ook in Portugal woont, maar 120 kilometer hier vandaan, kwam ik tot de volgende oplossing. Zij zou bellen dat ik een ambulance nodig had. Die kwam en ik vertelde dat ik zo graag eens, al was het maar één uur, zonder pijn, zou zijn. Ik werd meegenomen in de ambulance naar het kleine ziekenhuisje van Vila Real de San Antonio. Daar mocht ik op een brancard gaan liggen en ik werd via een infuus aan de pijnmedicatie gelegd. De dokter sprak Duits tegen me, en daar ben ik niet zo goed in. Haar Portugees was nog minder dan het mijne. Gelukkig was er een schoonmaker, die zowel Portugees, Duits als Engels sprak. Hij hield tussen het dweilen door de communicatie tussen mij en de dokter op gang. Na drie zakjes met pijnstillers zei ik maar dat de pijn minder werd. Er werd een taxi voor me gebeld en ik was met een uur weer thuis. Vijftig euro lichter vanwege de taxi, maar nog even ongelukkig als daarvoor. Dorp Inmiddels hadden de buren door dat het niet zo goed met me ging. Iedereen die het huis passeerde, of anderen per telefoon, vertelden me dat als er iets was, ik maar hoefde te vragen en er zou hulp verschijnen. Ik kreeg groente, fruit en eieren aangeboden. Wat wonen er toch veel fijne mensen in mijn buurtje. En gelukkig kon ik op vier dagen na, het 100 meter verder gelegen Bar do Rio bereiken. Het uitzicht is er prachtig, en de beste stoel, voor mij om op te zitten, wordt sinds mijn handicap al voor me klaargezet. Als ik die afleiding niet had gehad was ik vast gillend gek geworden. -wordt vervolgd- ---------- De illustratie is van Linda Hulshof. Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com
|
||||
© 2022 Nienke Nieuwenhuizen | ||||
powered by CJ2 |