archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Kort samengevatte weemoed | Julius Pasgeld | |||
Vijf jaar geleden schreef ik in De Oud Hagenaar een bladzijde met weemoedige herinneringen aan vroeger. Daarop volgde een groot aantal reacties van lezers vol met eigen weemoed. De hoogste tijd dus om al die reacties hieronder samen te vatten in diverse rubrieken: Kinderspelletjes en rites: - Lopen op conservenblikken onder je voeten die je met touwtjes stevig tegen je voeten aanhield tijdens het stappen. - Tollen hadden appel- of perentazen. Met perentazen kon je tijdens het ‘beuken’ andermans tol die in de pot lag, doormidden splijten. - Als iemand overgehaald moest worden om een bravourestukje uit te halen riepen we: ‘Het is de knijp. Het is de gloeiende knijp. Het is de godsgloeiende knijp’. - Een naald aan een draadje boven de rug van de hand van een klasgenoot laten bungelen. Als de draad een cirkel beschreef zou het eerste kind van die klasgenoot een meisje zijn. Als de draad alleen maar heen en weer schommelde werd het een jongen. Communicatie: - In een telefooncel moest je, na het nummer te hebben gedraaid en het contact tot stand was gekomen op een knopje drukken om ’het kwartje te laten vallen’. Pas dan kon degene die je belde jòu ook horen. - Er was een kiestoon te horen tussen het kengetal en het abonneenummer dat je draaide. School: - Bij de schooldokter moest je in een lange rij wachten op een TBC-krasje op je arm om vervolgens ‘doorgelicht’ te worden met je blote bast tegen een scherm. - Driestemmig zingen in de klas. Vervoer: - Het belastingplaatje op je fiets. In het plaatje van een werkloze zat een gat. Zo kon iedereen zien wie er werkloos was en wie niet. - Een slinger van bloeiende bloembollen op de motorkap van je auto na een bezoek aan de bollenvelden. - De onderkant van je auto laten bitakken tegen de roest. - Tot 1957 mocht je nog overal binnen de bebouwde kom 70 kilometer per uur. - Het geluid van een belletje dat even rinkelde bij iedere liter benzine die je tankte. - Je draaide het zijraam van je auto open met een draaiende beweging aan een zwengel aan de binnenkant van het portier. Diversen: - Oma, die een sok voor je aan het breien was moest die sok in wording af en toe om je vuist passen om te kijken of ze de goede maat te pakken had. - Meisjes deden een druppel nagellak op hun nylon om ‘verder ladderen’ te voorkomen. - Eieren werden op de toonbank ‘doorgelicht’ voordat je ze kocht. - Op VOS-cursussen konden Vrouwen zich Oriënteren op de Samenleving. - In de etalage van de lederwinkel van De Hoogh aan de Prinsengracht stond een echte, opgezette koe. - Levende koeien liepen wekelijks in een lange, langzame stoet gewoon zelf vanuit de weilanden rond Rijswijk door de Miquelstraat naar het slachthuis in Den Haag. - Een Corneldi ijslolly kostte 5 cent. - De toegangsprijs voor het strand bij Kijkduin: fl. 1,25 - De ‘Vrijdagprijzen’, van Vroom en Dreesmann in de krant. Sferen: - Op het Haagse station Hollands Spoor komt een puffende locomotief langzaam tot stilstand. Hol klinkt het geluid van dichtslaande treinportieren. Een man op het perron met een dienblad om zijn nek roept: ‘Koffiebierijsenlimonade! OkidootjePiccolootjeHaagsche Post!’ - Het gevoel dat je bekroop als de juf, na het schoolzwemmen, je rug afdroogde in de gemeenschappelijke kleedkamer van het zwembad. Die gemeenschappelijke kleedkamer van het Haagse zwembad ‘De Regentes’ werd trouwens ook wel ‘De Algemene Jatsalon’ genoemd omdat je je waardevolle spullen zoals voetbalplaatjes (Abe Lenstra, Piet Kraak) en Dick Bos-boekjes daar onbeheerd in je kleren moest achterlaten omdat je die moeilijk mee kon nemen in je zwempak. - Trams waren zowel aan de voor- als aan de achterkant te besturen. Dat was nodig omdat de trams op sommige eindpunten niet konden keren. De ‘conducteur’ van zo’n tram klapte op het eindpunt de rugleuningen van de tramstoelen allemaal om zodat de passagiers op de terugrit ook weer met hun gezicht naar voren reden. - De namen van de leerlingen uit ‘de hel’, een klas van Bint uit het gelijknamige boek van F. Bordewijk: Klotterboke, Whimpysinger, TaasDaamde, Kiekertak, Schattenkeinder, JérômeFleau, Moraatz, Neutebeum, Nittikson, Heiligenleven, Bolmikolke, SurdieFinnis, Ten Hompel, Peert, Punselie en te Wighel. - Kamers van teenagers werden vroeger vaak ingericht met een karrewiel aan het plafond, visnetten aan de wanden en een letterbak aan de muur met kleine spulletjes erin. Nog meer weemoed kunt u mailen naar elfriede1@zeelandnet.nl --------- De illustratie is van Linda Hulshof. Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com |
||||
© 2022 Julius Pasgeld | ||||
powered by CJ2 |