archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Receptie Carlo van Praag

1912BS Receptie
Zoals u weet, ben ik zeer verlegen. Ik durf de mensen nauwelijks aan te kijken en een gesprek voeren is een zware opgave. Ik weet nooit waarover ik het moet hebben. Als het niet anders kan, dan wordt het meer lispelhaspelen dan spreken. ‘De troon uit Greiningen had weer vertrageling’, hoor ik mij dan zeggen.
Het stond mijn werk niet in de weg. Op kantoor had ik een kamer voor mijzelf, waar ik vrijwel de hele dag alleen doorbracht. Ik zette mijn eigen koffie, zodat ik niet naar de automaat hoefde. Er waren wel af en toe vergaderingen …………brr…. Ik was gelukkig niet belangrijk genoeg om er veel bij te hoeven wonen. Met dat al ontving ik ambtshalve wel uitnodigingen voor spreekbeurten en recepties. De spreekbeurten waren niet het grootste probleem, want ik kon ze voorbereiden en als een robot mijn tekst afdraaien. Maar op recepties is conversatie vereist. Daarvan kun je hooguit de opening voorbereiden.

Jubilaris

Deze receptie is in Den Haag. Daar sta ik dan, solitair te wezen. Ik durf me niet in te dringen in zo’n geanimeerd babbelend kringetje, waarvan er diverse zijn, want iedereen schijnt ergens bij te horen. Ik speur naar andere alleenstaanden. De dames van uiterlijk spreek ik niet aan, want als die zich afzijdig houden, is dat omdat ze dat willen. De minder door de natuur begiftigde vrouwen dan maar of een mannelijke verschoppeling. Maar eerst wat indrinken. ALCOHOL REDT! Ik volg de serveerster die rondgaat met de glazen en neem er gelijk twee, veinzende dat één ervan voor mijn partner is. Dat doet goed. Nu zien of er nog een tweede persoon met zo’n blad rondwaart, want anders valt het op. Zo, nu durf ik de wereld aan. Ik benader een man die net binnenkomt met een, naar mij dunkt, bruikbare opening:
‘Waar kent u de jubilaris van?’
‘Jubilaris, wat voor jubilaris?’
‘Oh, ik dacht….eh..’
‘Sorry, ik moet even telefoneren. Ik zie u misschien straks nog wel’.
Einde gesprek.
Nog maar een glaasje. En op naar weer een onvergezeld heerschap. Mijn tweede binnenkomer:
‘Kennen wij elkaar niet ergens van?’
‘Ik zou zeggen van wel, Albert, je bent vorige week nog aan mij voorgesteld. Interessant hoor, dat omscholingsproject, waaraan je bezig bent. Dat heeft het land nodig. Nou, leuk je weer te hebben ontmoet.’
Einde gesprek.

Burgemeester

Derde poging. Ik onderschep een man die kennelijk op weg is naar de uitgang. 
‘Gaat u al weg? Het wordt juist gezellig’.
‘Jammer, maar het is niet anders. Ik heb nog een en ander te doen’.
‘Het spijt mij ook. Met wie heb ik het korte genoegen gehad?’
Afgemeten antwoord: ‘Ik ben burgemeester van deze stad’. 
Een koele blik nog in mijn richting en hij verdwijnt zonder groet. 
Lichtelijk beneveld als ik ben, til ik niet zwaar aan mijn blunder, maar ik denk wel dat ik het thuis minstens zo fijn kan hebben als hier. Vertrekken, dus maar! Buiten slaat de alcohol eerst goed toe. Desondanks neem ik de goede trein, stap bij het goede station uit en loop, misschien iets meer trottoir in beslag nemend dan gewoonlijk naar huis. Bij de voordeur gekomen, tast ik naar mijn sleutels, maar vind ze niet. Ik heb de verkeerde jas aan. Iemand anders waarschijnlijk ook. 

-----------

Een en ander wordt verluchtigd met een knipkunstwerk van Linda Hulshof.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com


© 2022 Carlo van Praag meer Carlo van Praag - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Receptie Carlo van Praag
1912BS Receptie
Zoals u weet, ben ik zeer verlegen. Ik durf de mensen nauwelijks aan te kijken en een gesprek voeren is een zware opgave. Ik weet nooit waarover ik het moet hebben. Als het niet anders kan, dan wordt het meer lispelhaspelen dan spreken. ‘De troon uit Greiningen had weer vertrageling’, hoor ik mij dan zeggen.
Het stond mijn werk niet in de weg. Op kantoor had ik een kamer voor mijzelf, waar ik vrijwel de hele dag alleen doorbracht. Ik zette mijn eigen koffie, zodat ik niet naar de automaat hoefde. Er waren wel af en toe vergaderingen …………brr…. Ik was gelukkig niet belangrijk genoeg om er veel bij te hoeven wonen. Met dat al ontving ik ambtshalve wel uitnodigingen voor spreekbeurten en recepties. De spreekbeurten waren niet het grootste probleem, want ik kon ze voorbereiden en als een robot mijn tekst afdraaien. Maar op recepties is conversatie vereist. Daarvan kun je hooguit de opening voorbereiden.

Jubilaris

Deze receptie is in Den Haag. Daar sta ik dan, solitair te wezen. Ik durf me niet in te dringen in zo’n geanimeerd babbelend kringetje, waarvan er diverse zijn, want iedereen schijnt ergens bij te horen. Ik speur naar andere alleenstaanden. De dames van uiterlijk spreek ik niet aan, want als die zich afzijdig houden, is dat omdat ze dat willen. De minder door de natuur begiftigde vrouwen dan maar of een mannelijke verschoppeling. Maar eerst wat indrinken. ALCOHOL REDT! Ik volg de serveerster die rondgaat met de glazen en neem er gelijk twee, veinzende dat één ervan voor mijn partner is. Dat doet goed. Nu zien of er nog een tweede persoon met zo’n blad rondwaart, want anders valt het op. Zo, nu durf ik de wereld aan. Ik benader een man die net binnenkomt met een, naar mij dunkt, bruikbare opening:
‘Waar kent u de jubilaris van?’
‘Jubilaris, wat voor jubilaris?’
‘Oh, ik dacht….eh..’
‘Sorry, ik moet even telefoneren. Ik zie u misschien straks nog wel’.
Einde gesprek.
Nog maar een glaasje. En op naar weer een onvergezeld heerschap. Mijn tweede binnenkomer:
‘Kennen wij elkaar niet ergens van?’
‘Ik zou zeggen van wel, Albert, je bent vorige week nog aan mij voorgesteld. Interessant hoor, dat omscholingsproject, waaraan je bezig bent. Dat heeft het land nodig. Nou, leuk je weer te hebben ontmoet.’
Einde gesprek.

Burgemeester

Derde poging. Ik onderschep een man die kennelijk op weg is naar de uitgang. 
‘Gaat u al weg? Het wordt juist gezellig’.
‘Jammer, maar het is niet anders. Ik heb nog een en ander te doen’.
‘Het spijt mij ook. Met wie heb ik het korte genoegen gehad?’
Afgemeten antwoord: ‘Ik ben burgemeester van deze stad’. 
Een koele blik nog in mijn richting en hij verdwijnt zonder groet. 
Lichtelijk beneveld als ik ben, til ik niet zwaar aan mijn blunder, maar ik denk wel dat ik het thuis minstens zo fijn kan hebben als hier. Vertrekken, dus maar! Buiten slaat de alcohol eerst goed toe. Desondanks neem ik de goede trein, stap bij het goede station uit en loop, misschien iets meer trottoir in beslag nemend dan gewoonlijk naar huis. Bij de voordeur gekomen, tast ik naar mijn sleutels, maar vind ze niet. Ik heb de verkeerde jas aan. Iemand anders waarschijnlijk ook. 

-----------

Een en ander wordt verluchtigd met een knipkunstwerk van Linda Hulshof.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com
© 2022 Carlo van Praag
powered by CJ2