archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Rue des Tilleuls | Claude Aendenboom | |||
Vannacht droomde ik weer van mijn overleden vader. Hij woonde nog steeds in een kamer op Rue des Tilleuls waar de wc-muur beschimmeld was en de vloerbekleding afgeraffeld. Met andere woorden: ik had vannacht weer een nachtmerrie over mijn arme vader die op zeventigjarige leeftijd op een kille winteravond overleed toen hij dronken op een spiegelglad trottoir uitgleed. Hij kreeg een hersenbloeding en stierf eenzaam en berooid op een ziekbed in een Brussels hospitaal wat verderop. De straat waar hij toen woonde was wel gelegen in een pittoreske buurt met vele Italiaanse, Chinese en Griekse restaurants alsook vele gezellige tavernes waar vader veelal vertoefde. Hij ontmoette daar arme kunstschilders, gekke wetenschappers en soms ook wel eens ambassadeurs waar hij nachtenlang mee discussieerde terwijl een vaste gipsyband de boel animeerde. Vader praatte nooit over zichzelf, hij liet zijn gesprekspartners zelf aan het woord en kwam zo veel te weten over politiek, natuurkunde en de mensheid in het algemeen. Ja, vader was nog steeds een man van de wereld en beschouwde zichzelf als een existentialist want hij was een grote liefhebber van Sartre! Alsook van de Verlichtingsfilosofen in het bijzonder. Zijn voorouders waren immers geboren en getogen in Parijs en hadden deze belangrijke filosofische periode van dichtbij meegemaakt. Vele van hun nazaten hebben dan ook philosophie gestudeerd aan de Sorbonne. Kortom, in vaders duistere leven scheen toch ook wel vaak de zon. Ik telefoneerde hem elke ochtend en we genoten met vaste regelmaat van oesters en goedkope champagne. Ook namen we elke maand de tram naar de vlooienmarkt die zich in de bruisende Marollenwijk bevond. Vader en ik die een neus hadden voor waardevolle antieke spullen, keerden altijd 'schatrijk' weer naar huis. Vannacht schoot ik dus wakker. Het was halfzes en nog heel donker buiten en dus nam ik ter ontspanning een boek van de Emile Zola-serie uit mijn bibliotheek, met de titel 'Mensenhanden.' Ik had deze nog niet gelezen. Uit onhandigheid viel de roman echter op de vloer, humeurig als een niet uitgeslapen vijftiger raapte ik het op. Toevallig viel het boek open op pagina 167 en tot mijn grote verbazing stonden daar drie woorden met blauwe viltstift onderstreept: Rue des Tilleuls !! En plots voelde ik een hand op mijn schouder: 'Je suis avec vous!' Gerustgesteld kroop ik terug onder de wol... ---------- De leilinde is getekend door Katharina Kouwenhoven |
||||
© 2022 Claude Aendenboom | ||||
powered by CJ2 |