archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
De mitraillette-vedette | Claude Aendenboom | |||
Toen ik na mijn allereerste schooldag Latijn-Grieks al meteen de verbuiging van rosa rosa rosam uit het hoofd moest leren, voelde ik mij als een rekruut die naar oorlogsgebied werd gezonden. Dus deed ik thuis, na het avondmaal mijn uiterste best om deze missie tot een goed einde te brengen. De volgende dag in het strenge paterscollege of beter gezegd de kille legerkazerne zat ik met knikkende knieën aan de bekraste eikenhouten lessenaar. Twee jongens moesten elke dag een mondelinge toets afleggen, de volgende dag weer twee andere klasgenoten en zo verder, een schooljaar lang. En ja, die ochtend in het klaslokaal met de strenge witte muren waar enkel een fotokader van het toenmalig koningspaar hing, mocht ik tot mijn schrik de spits afbijten. Ik was echter zo nerveus dat ik dichtklapte en de twintig Latinisten bulderden het uit van het lachen. Ik keek met rode kaken naar de veel te hoge plafonds. Resultaat: een dikke nul! Even vreesde ik voor pesterijen van een kliek dominante dokterszoontjes maar gelukkig was ik enorm gespierd door de krachttraining, hardlopen en de karatetechnieken, allemaal oefeningen die mijn jeugdvriend Joost mij had aangeleerd. Bovendien had ik al een teenagergroeispurt achter de rug! Ik was dus een kop groter dan de meesten. Het eerste jaar had ik weinig of geen contact met de parvenu's en ik had er ook geen behoefte aan. Ze negeerden mij, zelfs op de autobus die mij na elke schooldag weer naar huis bracht. Dat stoorde me niet want ik wilde met rust gelaten worden en verborg me dus de hele rit lang achter mijn schoolboeken om mijn 'woordjes' te leren... Bij aanvang van het tweede studiejaar kwam er een lichte kentering in mijn carrière als collégien: ik leerde Flop kennen, een legerfanaat, hij droeg vaak een kakigroene coltrui, studeerde economie/handel en gunde mij niet dat ik de elitaire richting Latijn-Grieks deed. Een tijdje later zocht ook de adellijke John Rottiers mijn nabijheid op maar tevergeefs, de koorknaapjes bleven me mijden als de cholera. Die avond bereidden de bange patriotten zich dus voor om zich te wapenen tegen het grof geschut van de vijand. Bij het ochtendgloren werd op de speelplaats deze keer niet gevoetbald door onze falanx, de meeste strijders zaten nog slaperig met hun neus in de dikke zwarte boeken. vechtlust! Onlangs, nu vijfendertig jaar later, verdiepte ik me weer in de Oud-Griekse spraakkunst maar ik moet toegeven dat ik momenteel gemakkelijker Arabisch, Russisch en Chinees lees. Alhoewel, Chinees zal voor mij altijd Chinees blijven, maar misschien word ik in mijn volgend leven wel ooit een samoerai! Maar leefden die niet in het preïndustriële Japan? Ach, ik denk dat ik enkel de literaire taal volledig wens te beheersen! ---------- De tekening is van Han Busstra |
||||
© 2022 Claude Aendenboom | ||||
powered by CJ2 |